3.3 Stimuleren van innovatie en de implementatie van bewezen arbeidsbesparende technologieën
In aansluiting op de beweging Digitaal als het kan, gaan wij in deze paragraaf in het bijzonder in op het stimuleren van implementatie en opschalen van bewezen arbeidsbesparende technologieën en innovatie.
Wat verstaan we onder bewezen arbeidsbesparende technologieën:
Het gaat hierbij om in de praktijk bewezen technologieën, die relatief vaak en met succes worden ingezet. Die succesvolle inzet is gemeten aan de hand van de vraag of ze arbeidsbesparend werken ten opzichte van de eerdere manier van werken, de kwaliteit van leven van de ouderen kunnen bevorderen en zo mogelijk ook bijdragen aan het vergemakkelijken van de zorgverlening. In de praktijk blijkt dat de implementatie van bewezen technologieën een impuls krijgt door het samenwerken met andere organisaties die daar ook mee bezig zijn. Met ingang van februari 2023 heeft de Stichting Anders werken in de zorg de activiteiten landelijk uitgerold. Deze organisatie bevordert regionale samenwerking van de aangesloten zorgorganisaties. Dat gebeurt onder meer door ze te ondersteunen op het terrein van kennisdeling en onderzoek, maar ook door ze te helpen bij het versnellen van het opschalen van zorginnovaties. Stichting Anders werken in de zorg hanteert voor de implementatie van bewezen effectieve arbeidsbesparende technieken het Honingraadmodel van Vilans. Voor succesvolle implementatie van bewezen arbeidsbesparende technieken vinden wij het noodzakelijk dat zorgaanbieders de stappen van het Honingraadmodel hanteren, zie daarvoor hoofdstuk 5.5.
Wat verwachten wij van de zorgaanbieder:
Van alle gecontracteerde Wlz zorgaanbieders verwachten wij dat zij gedurende de looptijd van de contracteringsperiode 2024-2026 actief en voortvarend (gaan) werken met bewezen effectieve technologieën voor de Wlz (voor zover passend voor de cliënten) zoals bijvoorbeeld beschreven in de Kennisbank Digitale Zorg (vilans.nl) (new window). Onder actief werken wordt verstaan dat de zorgaanbieder voor al haar cliënten in beeld heeft of de betreffende bewezen technologieën voor de Wlz passend ingezet kunnen worden of niet en bij cliënten waar het passend is ook concreet worden ingezet. Het uitgangspunt is dat de inzet van zorgtechnologie moet helpen om anders naar de cliënt te gaan kijken. De inzet moet een direct positief effect hebben op zowel cliënten als medewerkers. Uitgaande van dit principe willen wij stimuleren dat zorgaanbieders de reeds bewezen technologieën zoveel mogelijk en bij voorkeur in samenwerking met andere zorgaanbieders implementeren.
Wat gaan wij doen:
Het implementeren en opschalen van bewezen effectieve arbeidsbesparende technologie willen wij stimuleren.
Zorgaanbieders die gezamenlijk werken aan vernieuwende innovaties willen we faciliteren, bijvoorbeeld door kennis te delen of door gezamenlijk te zoeken naar financieringsmogelijkheden. Wij gaan komende jaren graag verder het gesprek aan met V&V-aanbieders om te verkennen waar de noodzaak ligt op het gebied van innovatie en wat de mogelijkheden zijn. Voorbeelden van thema’s die hieronder kunnen vallen zijn vermindering van werkdruk, verhoging van veiligheid cliënt en personeel, verbetering van zelfredzaamheid en eigen regie, verbetering van communicatie met de cliënt, of technologie die in het teken staat van leren en ontwikkelen. Ook is er een landelijke databank om geschikte interventies met beproefde en onderbouwde aanpakken in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg te raadplegen (www.databankinterventies.nl (new window)) zodat organisaties niet het wiel opnieuw hoeven uit te vinden.
Daarnaast brengen we als zorgkantoor bestaande innovaties die bij vooroplopende zorginstellingen reeds geïmplementeerd zijn, bij andere zorginstellingen onder de aandacht. Dit kan op regionaal niveau, maar ook bovenregionaal indien er sprake is van eenzelfde thema of overlap in doelgroep via de Kennisbank digitale zorg. Het streven van de zorgkantoren is om op 1-1-2024 een bruikbare landelijke lijst te hebben met digitale toepassingen in de langdurige zorg, gespecificeerd naar inzetbaarheid per sector.
Jaarlijkse toepassing van minimaal één nieuwe arbeidsbesparende technologie extra ten opzichte van het voorgaande jaar is de basis. Van iedere gecontracteerde zorgaanbieder V&V verwachten wij dat deze in ieder geval in de jaren 2024, 2025 en 2026 jaarlijks minimaal één voor de instelling nieuwe bewezen arbeidsbesparende digitale technologie extra implementeert (volgens het honingraadmodel) ten opzichte van het jaar daarvoor.
In de V&V is de uitdaging dusdanig groot dat we transitiemiddelen beschikbaar stellen voor de implementatie (scholing zorgverleners & projectleiderskosten). Hierbij zal afzonderlijk naar de intramurale- c.q. de extramurale zorg worden gekeken.
In hoofdstuk 5.5 is verder uitgewerkt op welke wijze dit wordt toegepast bij de zorginkoop 2024 – 2026