7 Inschrijvingsprocedure 2024

Pragaaf

Vraag

Antwoord

7.4 Voorbehouden, bezwaren en uitsluitingen

In de paragraaf mbt voorbehouden staat geen enkele vermelding om gecontracteerde zorgaanbieder te informeren. Wij verzoeken tot toevoegen om gecontracteerde zorgaanbieder te informeren bij gewijzigd besluit, aanpassing inkoopprocedure, of maatregelen.

Bij gewijzigd besluit, aanpassing inkoopprocedure of gewijzigde maatregelen zullen wij de zorgaanbieders informeren.

7.4 Voorbehouden, bezwaren en uitsluitingen

"In het zorginkoopdocument voor 2024 (CZ Zorginkoopdocument WLZ Sector V&V) vermeldt u op pagina 48 in paragraaf 7.4 onder de kop ‘Bezwaren’ dat het via kort geding opkomen tegen de inhoud van het zorginkoopdocument dient te geschieden binnen 20 kalenderdagen na uitgifte van dit zorginkoopdocument. Hiertegen maken wij bezwaar. Het is onredelijk en disproportioneel om inschrijvers te verplichten nog vóór publicatie van de nota van inlichtingen (30 kalenderdagen na publicatie) een kort geding aan het spannen. Uiteraard willen wij onze vragen en bezwaren eerst ten behoeve van de nota van inlichtingen aan u voorleggen, zodat u daarop kan reageren. Mogelijk worden onze vragen en bezwaren in de nota van inlichtingen weggenomen. De verplichting om binnen twintig dagen na publicatie van het zorginkoopdocument een kort geding procedure te starten - voorafgaand aan de publicatie van de nota van inlichtingen – is niet proportioneel, onnodig kostenverhogend, onnodig lastenverzwarend, en zet de relatie tussen partijen onnodig onder druk. Daarbij komt nog dat op dit moment de NZa de maximumtarieven nog niet gepubliceerd heeft waardoor wij nog geen volledig beeld hebben van de voorwaarden. Kunt u ons uiterlijk op vrijdag 9 juni a.s. voor 12:00 uur bevestigen dat wij tot tenminste twintig kalenderdagen na publicatie van de Nota van inlichtingen een kort geding aanhangig kunnen maken tegen de landelijke visie, het regionaal zorginkoopdocument, de conceptovereenkomst, de concept Bestuursverklaring en concept Inschrijvingsverklaring 2024 en bijbehorende bijlagen? "

De rechtsmiddelclausule uit paragraaf 7.4 en de daarvan deel uitmakende vervaltermijn is gebaseerd op het rechtszekerheidsbeginsel. Bij de inkoopprocedure zijn de belangen van zorgaanbieders betrokken die aan de procedure deelnemen of overwegen dat te doen. Het is in aller belang dat degene die bezwaren heeft tegen een document dat bekend gemaakt is in het kader van de inkoopprocedure, tegen dat document kan opkomen als hij meent in zijn belangen te zijn getroffen. Om die reden bestaat de mogelijkheid tegen ieder document op te komen door binnen 20 dagen na bekendmaking ervan een schriftelijk bezwaar in te dienen. Het gevolg daarvan is dat de vervaltermijn geen effect heeft. Een schriftelijk bezwaar moet gemotiveerd zijn en kan worden ingediend op de door CZ zorgkantoor aangegeven wijze. Een bezwaar schorst de inkoopprocedure niet en verandert de inkoopprocedure ook niet op de door de bezwaarmaker gewenste wijze. Als een partij meent een spoedeisend belang te hebben bij een ingreep in de inkoopprocedure, dan zal die partij een kort geding moeten aanspannen. Ook dat moet binnen 20 dagen na bekendmaking van een document. De vraag is vervolgens hoe om te gaan met besluiten die een toelichting bevatten op een eerder bekend gemaakt document of die een eerder besluit wijzigen. Dit speelt in ieder geval bij de inkoopdocumenten en de daarop volgende Nota van Inlichtingen en/of een Nota van Wijziging. Indien een partij zich niet kan verenigen met het zorginkoopdocument, dient daartegen binnen 20 dagen na bekendmaking schriftelijk bezwaar te worden gemaakt. Wie dat nalaat, verliest de mogelijkheid zijn grieven tegen het inkoopdocument aan de orde te stellen. Of er op dat moment reden is een kort geding aan te spannen, dient de betrokken partij te beoordelen aan de hand van de eis van spoedeisend belang. Als met de Nota van Inlichtingen niet tegemoetgekomen wordt aan de bezwaren, zal ook tegen de nota van inlichtingen bezwaar moeten worden gemaakt. Omdat met het bezwaar tegen het zorginkoopdocument de vervaltermijn niet in werking is getreden, kunnen in dat bezwaar ook de grieven tegen het zorginkoopdocument aan de orde worden gesteld. Als de betrokken partij een spoedeisend belang heeft, kan hij in kort geding opkomen tegen de nota van inlichtingen en ook in die procedure zijn grieven tegen het zorginkoopdocument betrekken en daarmee het Zorginkoopdocument.

7.4 Voorbehouden, bezwaren en uitsluitingen

In hoeverre heeft het aangaan van een juridische procedure een negatief effect op het toekennen van opslagen, toekennen van de free proposal en/of het aangaan van een strategische alliantie (vijfjarenovereenkomst)?

Dit heeft hier geen negatief effect op.

7.4 Voorbehouden, bezwaren en uitsluitingen

"Paragraaf 7.4 van het zorginkoopdocument is zeer onduidelijk. Wij leggen deze paragraaf zo uit dat een zorgaanbieder die bezwaar heeft tegen het zorginkoopdocument deze bezwaren binnen een termijn van 20 kalenderdagen na publicatie van het zorginkoopdocument bij CZ kenbaar moet maken. Het aanhangig maken van een kort geding is niet nodig. De zorgaanbieder kan de nota van inlichtingen afwachten. Indien zijn bezwaren in de nota van inlichtingen niet worden weggenomen, kan de zorgaanbieder alsnog besluiten een kort geding aanhangig te maken. Een andere uitleg van deze paragraaf (inhoudende dat van de zorgaanbieder wordt gevraagd dat hij binnen een termijn van 20 kalenderdagen na publicatie van het zorginkoopdocument een kort geding aanhangig moet maken, op straffe van verval van recht) zou zeer disproportioneel zijn en onnodig lastenverzwarend. Tegen een dergelijke uitleg maken wij hierbij bezwaar. Wij stemmen daarmee ook niet in. Voor zover in paragraaf 7.4 van het zorginkoopdocument een dergelijke vervaltermijn zou moeten worden gelezen, is dat volstrekt onduidelijk. Het is vaste jurisprudentie dat een vervaltermijn in niet mis te verstane bewoordingen dient te zijn gesteld. Wilt u paragraaf 7.4 herschrijven, zodat daaruit duidelijk blijkt dat u zorgaanbieders niet verplicht om binnen een termijn van twintig kalenderdagen na publicatie van het zorginkoopdocument een kort geding aanhangig te maken, op straffe van verval van recht?"

De rechtsmiddelclausule uit paragraaf 7.4 en de daarvan deel uitmakende vervaltermijn is gebaseerd op het rechtszekerheidsbeginsel. Bij de inkoopprocedure zijn de belangen van zorgaanbieders betrokken die aan de procedure deelnemen of overwegen dat te doen. Het is in aller belang dat degene die bezwaren heeft tegen een document dat bekend gemaakt is in het kader van de inkoopprocedure, tegen dat document kan opkomen als hij meent in zijn belangen te zijn getroffen. Om die reden bestaat de mogelijkheid tegen ieder document op te komen door binnen 20 dagen na bekendmaking ervan een schriftelijk bezwaar in te dienen. Het gevolg daarvan is dat de vervaltermijn geen effect heeft. Een schriftelijk bezwaar moet gemotiveerd zijn en kan worden ingediend op de door CZ zorgkantoor aangegeven wijze. Een bezwaar schorst de inkoopprocedure niet en verandert de inkoopprocedure ook niet op de door de bezwaarmaker gewenste wijze. Als een partij meent een spoedeisend belang te hebben bij een ingreep in de inkoopprocedure, dan zal die partij een kort geding moeten aanspannen. Ook dat moet binnen 20 dagen na bekendmaking van een document. De vraag is vervolgens hoe om te gaan met besluiten die een toelichting bevatten op een eerder bekend gemaakt document of die een eerder besluit wijzigen. Dit speelt in ieder geval bij de inkoopdocumenten en de daarop volgende Nota van Inlichtingen en/of een Nota van Wijziging. Indien een partij zich niet kan verenigen met het Zorginkoopdocument, dient daartegen binnen 20 dagen na bekendmaking schriftelijk bezwaar te worden gemaakt. Wie dat nalaat, verliest de mogelijkheid zijn grieven tegen het Inkoopdocument aan de orde te stellen. Of er op dat moment reden is een kort geding aan te spannen, dient de betrokken partij te beoordelen aan de hand van de eis van spoedeisend belang. Als met de Nota van Inlichtingen niet tegemoetgekomen wordt aan de bezwaren, zal ook tegen de Nota van Inlichtingen bezwaar moeten worden gemaakt. Omdat met het bezwaar tegen het Zorginkoopdocument de vervaltermijn niet in werking is getreden, kunnen in dat bezwaar ook de grieven tegen het Zorginkoopdocument aan de orde worden gesteld. Als de betrokken partij een spoedeisend belang heeft, kan hij in kort geding opkomen tegen de Nota van Inlichtingen en ook in die procedure zijn grieven tegen het Zorginkoopdocument betrekken en daarmee het Zorginkoopdocument.

7.4 Voorbehouden, bezwaren en uitsluitingen

Wij hebben een groot aantal kritische vragen naar aanleiding van de inkoopdocumenten. Onze vragen worden naar verwachting pas uiterlijk 30 juni 2023 beantwoord. Uiteraard wachten wij eerst uw antwoorden op onze vragen af alvorens wij besluiten een kort geding aanhangig te maken. U verplicht ons echter om al een kort geding procedure te starten voordat de nota van inlichtingen is gepubliceerd. Deze verplichting is niet proportioneel, en is onnodig kostenverhogend/lastenverzwarend. Wij maken daar tegen bezwaar. Kunt u ons, bij voorrang op de beantwoording van de overige vragen en uiterlijk op 9 juni a.s., bevestigen dat wij tot twintig kalenderdagen na publicatie van de Nota van Inlichtingen een kort geding aanhangig kunnen maken tegen de landelijke visie, het regionaal zorginkoopdocument en de daarbij behorende bijlagen?

De rechtsmiddelclausule uit paragraaf 7.4 en de daarvan deel uitmakende vervaltermijn is gebaseerd op het rechtszekerheidsbeginsel. Bij de inkoopprocedure zijn de belangen van zorgaanbieders betrokken die aan de procedure deelnemen of overwegen dat te doen. Het is in aller belang dat degene die bezwaren heeft tegen een document dat bekend gemaakt is in het kader van de inkoopprocedure, tegen dat document kan opkomen als hij meent in zijn belangen te zijn getroffen. Om die reden bestaat de mogelijkheid tegen ieder document op te komen door binnen 20 dagen na bekendmaking ervan een schriftelijk bezwaar in te dienen. Het gevolg daarvan is dat de vervaltermijn geen effect heeft. Een schriftelijk bezwaar moet gemotiveerd zijn en kan worden ingediend op de door CZ zorgkantoor aangegeven wijze. Een bezwaar schorst de inkoopprocedure niet en verandert de inkoopprocedure ook niet op de door de bezwaarmaker gewenste wijze. Als een partij meent een spoedeisend belang te hebben bij een ingreep in de inkoopprocedure, dan zal die partij een kort geding moeten aanspannen. Ook dat moet binnen 20 dagen na bekendmaking van een document. De vraag is vervolgens hoe om te gaan met besluiten die een toelichting bevatten op een eerder bekend gemaakt document of die een eerder besluit wijzigen. Dit speelt in ieder geval bij de inkoopdocumenten en de daarop volgende Nota van Inlichtingen en/of een Nota van Wijziging. Indien een partij zich niet kan verenigen met het Zorginkoopdocument, dient daartegen binnen 20 dagen na bekendmaking schriftelijk bezwaar te worden gemaakt. Wie dat nalaat, verliest de mogelijkheid zijn grieven tegen het Inkoopdocument aan de orde te stellen. Of er op dat moment reden is een kort geding aan te spannen, dient de betrokken partij te beoordelen aan de hand van de eis van spoedeisend belang. Als met de Nota van Inlichtingen niet tegemoetgekomen wordt aan de bezwaren, zal ook tegen de Nota van Inlichtingen bezwaar moeten worden gemaakt. Omdat met het bezwaar tegen het Zorginkoopdocument de vervaltermijn niet in werking is getreden, kunnen in dat bezwaar ook de grieven tegen het Zorginkoopdocument aan de orde worden gesteld. Als de betrokken partij een spoedeisend belang heeft, kan hij in kort geding opkomen tegen de Nota van Inlichtingen en ook in die procedure zijn grieven tegen het Zorginkoopdocument betrekken en daarmee het Zorginkoopdocument.

7.4 Voorbehouden, bezwaren en uitsluitingen

Wij zullen binnen de termijn van twintig kalenderdagen bezwaar maken tegen de inkoopdocumenten. Wij zullen binnen deze termijn niet ook een kort geding starten, omdat wij (vanzelfsprekend) eerst uw reactie op onze bezwaren en vragen willen afwachten alvorens te besluiten of het nodig is een kort geding procedure aanhangig te maken. Hebben wij het goed begrepen dat voor het voorkomen van rechtsverwerking het voldoende is dat wij binnen de termijn van twintig kalenderdagen na publicatie van de inkoopdocumenten bezwaar hebben gemaakt (en dat het dus niet nodig is om ter voorkoming van rechtsverwerking daarnaast óók binnen de termijn van twintig dagen na publicatie van de inkoopdocumenten een kort geding te starten)?

De rechtsmiddelclausule uit paragraaf 7.4 en de daarvan deel uitmakende vervaltermijn is gebaseerd op het rechtszekerheidsbeginsel. Bij de inkoopprocedure zijn de belangen van zorgaanbieders betrokken die aan de procedure deelnemen of overwegen dat te doen. Het is in aller belang dat degene die bezwaren heeft tegen een document dat bekend gemaakt is in het kader van de inkoopprocedure, tegen dat document kan opkomen als hij meent in zijn belangen te zijn getroffen. Om die reden bestaat de mogelijkheid tegen ieder document op te komen door binnen 20 dagen na bekendmaking ervan een schriftelijk bezwaar in te dienen. Het gevolg daarvan is dat de vervaltermijn geen effect heeft. Een schriftelijk bezwaar moet gemotiveerd zijn en kan worden ingediend op de door CZ zorgkantoor aangegeven wijze. Een bezwaar schorst de inkoopprocedure niet en verandert de inkoopprocedure ook niet op de door de bezwaarmaker gewenste wijze. Als een partij meent een spoedeisend belang te hebben bij een ingreep in de inkoopprocedure, dan zal die partij een kort geding moeten aanspannen. Ook dat moet binnen 20 dagen na bekendmaking van een document. De vraag is vervolgens hoe om te gaan met besluiten die een toelichting bevatten op een eerder bekend gemaakt document of die een eerder besluit wijzigen. Dit speelt in ieder geval bij de inkoopdocumenten en de daarop volgende Nota van Inlichtingen en/of een Nota van Wijziging. Indien een partij zich niet kan verenigen met het Zorginkoopdocument, dient daartegen binnen 20 dagen na bekendmaking schriftelijk bezwaar te worden gemaakt. Wie dat nalaat, verliest de mogelijkheid zijn grieven tegen het inkoopdocument aan de orde te stellen. Of er op dat moment reden is een kort geding aan te spannen, dient de betrokken partij te beoordelen aan de hand van de eis van spoedeisend belang. Als met de Nota van Inlichtingen niet tegemoetgekomen wordt aan de bezwaren, zal ook tegen de Nota van Inlichtingen bezwaar moeten worden gemaakt. Omdat met het bezwaar tegen het Zorginkoopdocument de vervaltermijn niet in werking is getreden, kunnen in dat bezwaar ook de grieven tegen het Zorginkoopdocument aan de orde worden gesteld. Als de betrokken partij een spoedeisend belang heeft, kan hij in kort geding opkomen tegen de Nota van Inlichtingen en ook in die procedure zijn grieven tegen het Zorginkoopdocument betrekken en daarmee het Zorginkoopdocument. "

Deel deze pagina: