3.3 Speerpunten

Naast de bewegingen zien we ook een aantal speerpunten die belangrijk zijn voor de langdurige GGZ. Deze speerpunten krijgen in de looptijd van dit inkoopdocument extra aandacht en vormen thema’s voor gesprekken. We zien diverse manieren om onze rol in het kader van deze speerpunten in te vullen. Dit reikt van agenderen en bewust maken, tot ondersteunen, aanjagen en verbinden.

Herstelgericht werken en stabiliteit

Herstelgericht werken en stabiliteit zijn speerpunten in ons inkoopbeleid. Cliënten met langdurige psychiatrische problematiek houden binnen hun eigen mogelijkheden perspectief en worden waar nodig ondersteund om een waardig leven te leiden.
Een goed voorbeeld hiervan is een aanpassing in leefstijl waarbij de cliënt positieve ervaringen opdoet en hierdoor werkt aan herstel en stabiliteit. Andere voorbeelden zijn een zinvolle daginvulling en de inzet van zinvolle bezigheden ondersteunend aan herstel, zingeving en participatie. Soms is de motivatie van cliënten om daadwerkelijk de daginvulling vorm te geven is een knelpunt. Desondanks onderstrepen cliëntenraadsleden het belang van een zinvolle invulling van de dag bij herstel, stabiliteit, zingeving en participatie.
Cliënten in de Wlz zijn aangewezen op 24-uurs toezicht of zorg in de nabijheid. Cliënten leren omgaan met de beperkingen van alledag is hierbij een belangrijk uitgangspunt waarbij herstel en/of stabiliteit het doel zijn. We verwachten van zorgaanbieders dat zij deze doelen als belangrijkste focus zien binnen de zorg voor cliënten in de Wlz.

Recovery college

Een recovery college of herstelacademie helpt mensen om vanuit de eigen kracht te leren omgaan met kwetsbaarheden waardoor ze meer grip krijgen op hun eigen leven. Kenmerkend is de manier waarop ervaringsdeskundigen de deelnemers ondersteunen en de omgeving waarin dit gebeurt.
De gedachte van het leren omgaan met de ziekte of beperking past goed bij het gedachtegoed van de Wlz, waarbij genezing naar de achtergrond is verschoven en juist het herstel naar een optimaal niveau van zelfstandigheid prevaleert. Waar bij herstelgericht werken de focus vanuit zorg en ondersteuning is aangebracht, ligt herstel bij een recovery college op andere dimensies.
De komende periode gaan we onderzoeken hoe recovery colleges een rol kunnen spelen in de behoeften van cliënten met een Wlz-indicatie en monitoren hoe de inzet van recovery colleges kan bijdragen aan de toegankelijkheid en doelmatigheid van de zorg.

Regionale-, sector- en domeinoverstijgende samenwerking

Gezamenlijk zijn we verantwoordelijk voor de ondersteuning van cliënten met een Wlz-indicatie in onze regio’s. Om nu en in de toekomst voldoende zorg te kunnen bieden om in de ondersteuningsvraag te kunnen voorzien, is een veerkrachtig netwerk van organisaties nodig. Het Integraal Zorgakkoord schrijft regionale, sector- en domeinoverstijgende samenwerking voor als één van de voorwaarden om de zorg toekomstbestendig te houden. Nauwe samenwerking tussen zorgaanbieders, zowel binnen als buiten het eigen domein en sector zorgt voor aanvulling van, en aansluiting op, elkaars aanbod. Door in een regio samen verantwoordelijkheid te nemen zorgen zorgaanbieders, gemeenten, het zorgkantoor en betrokken partners voor het best passende aanbod. Regiobeelden zorgen voor een helder overzicht van vraag, aanbod en knelpunten in de ondersteuning aan cliënten. Wij bevorderen deze regionale, sector- en domeinoverstijgende samenwerking en verbinden, faciliteren en ondersteunen waar mogelijk zorgaanbieders om oplossingen te vinden voor knelpunten. We dagen aanbieders hierbij nadrukkelijk uit om de oplossingen niet alleen binnen het eigen domein of de eigen sector te zoeken, maar vooral de samenwerking te zoeken met zorgaanbieders uit andere sectoren, domeinen en regio’s om tot een sluitende keten te komen.

Bestuurlijke afspraken

Sinds de openstelling van de Wlz voor cliënten met een psychische stoornis is er sprake van een aanhoudend groter dan verwachte instroom. Deze hogere instroom zorgt ervoor dat de betaalbaarheid van zorg voor mensen met een GGZ-woonzorgprofiel onder druk staat. Om de druk op de betaalbaarheid te verminderen en om te zorgen dat cliënten een passend zorgaanbod krijgen hebben Valente, de Nederlandse ggz, ZN, VNG, MIND en VWS afgesproken zich in te spannen om de instroom in de Wlz te beperken. Dit is vastgelegd in de Bestuurlijke afspraken ‘Passende zorg en ondersteuning voor mensen met een psychische aandoening en een langdurige, intensieve zorgvraag’. In deze afspraken zijn verschillende korte en lange termijn maatregelen opgenomen. Eén van de drie kortetermijnmaatregelen betreft de opgave van de zorgkantoren, gemeenten en zorgaanbieders om per zorgkantoorregio te komen tot een regioaanpak om de best passende zorg en ondersteuning te bepalen voor mensen die behoefte hebben aan wonen met een GGZ indicatie. In de regionale overleggen gaan partijen, op basis van spiegelinformatie in het regiobeeld, met elkaar in gesprek op welke manier deze instroom verminderd kan worden. Deelname van zorgaanbieders aan deze regionale overleggen is dus cruciaal. We verwachten dat zorgaanbieders in 2024 actief aan de slag gaan met de uitvoering van het plan van aanpak dat in gezamenlijkheid in 2023 wordt opgesteld.

Met betrekking tot de andere twee kortermijn maatregelen, het afgeven van langer durende Wmo beschikkingen en de duiding van criteria die toegang verschaffen tot de Wlz, is een belangrijke rol weggelegd voor gemeenten en het CIZ.

Behandeling en wonen

Het uitgangspunt bij ondersteuning aan cliënten binnen de Wlz is herstel en stabiliteit. Integrale zorg is het uitgangspunt, waarbij alle vormen van zorg met elkaar samenhangen, waaronder ook behandeling, en waarbij herstel en stabiliteit de doelstellingen zijn. Wlz behandeling omvat vele vormen van behandeling, maar is altijd specifiek van aard en noodzakelijk in verband met de aandoening. De focus ligt vaak op actieve GGZ behandeling, waar dit slechts een onderdeel is van Wlz behandeling en niet de doorslag geeft voor de keuze voor wonen inclusief of exclusief behandeling.
Wanneer Wlz behandeling een onderdeel uitmaakt van de ondersteuning aan cliënten spreken we integrale bekostiging af, indien u zowel de woonzorg als de behandeling zelf levert. Ook kijken we hierbij samen naar de doelmatigheid van de keuze voor integrale bekostiging en wegen daarbij af wat de best passende optie is, met als basis integrale bekostiging als uitgangspunt. De afgelopen jaren zijn gesprekken gevoerd over de inzet van behandeling en integrale bekostiging. Deze gesprekken ronden we af in 2023, waarbij we afspraken maken met aanbieders over de gewenste beweging. Per 1-1-2024 is het uitgangspunt “integrale bekostiging”, tenzij schriftelijk anders overeengekomen met ons.

Dezelfde uitgangspunten van behandeling en wonen zijn óók van toepassing wanneer woonzorg en Wlz behandeling niet door dezelfde zorgaanbieder geleverd worden. Ook hiervoor geldt het uitgangspunt van integrale zorg en verwachten we doelmatige inzet van zorg en ondersteuning. Met deze aanbieders gaan we het gesprek aan over de keuzes voor en de doelmatigheid van de inzet van behandeling.

Innovatie

In aansluiting op de beweging ‘Zo digitaal als mogelijk’ willen wij in deze paragraaf in het bijzonder ingaan op het stimuleren en implementeren van (bewezen) arbeidsbesparende technologieën. Tijdens de coronapandemie zijn veel innovaties en creatieve oplossingen voor acute problemen ontwikkeld. Nieuwe technologieën zijn snel geïmplementeerd. Digitale zorg dient te worden gezien als volwaardig zorgaanbod dat de toegankelijkheid van de zorg kan borgen, nu en in de toekomst. Digitale zorg zorgt voor doelmatigere inzet van schaarse zorgprofessionals. Uiteraard dient hierin ook rekening gehouden te worden met de wensen en de mogelijkheden die de cliënt en zijn naasten hebben bij het gebruik van digitale toepassingen.

Wij gaan het komende jaar graag verder het gesprek aan met u om te verkennen waar de noodzaak ligt op gebied van innovatie. Voorbeelden van thema’s die hieronder kunnen vallen, zijn vermindering van werkdruk, verhoging van veiligheid cliënt en/of personeel, verbetering van zelfredzaamheid en eigen regie, verbetering van communicatie met de cliënt, of technologie die in het teken staat van leren en ontwikkelen. Zorgaanbieders die gezamenlijk werken aan vernieuwende innovaties willen we faciliteren, bijvoorbeeld door kennis te delen of door gezamenlijk te zoeken naar financieringsmogelijkheden.

Daarnaast brengen we bestaande innovaties die bij vooroplopende zorgaanbieders reeds geïmplementeerd zijn, bij andere zorgaanbieders onder de aandacht. Dit kan op regionaal niveau, maar ook bovenregionaal indien er sprake is van eenzelfde thema of overlap in doelgroep. De ‘Kennisbank digitale zorg’ bevat kennis en ervaring rondom digitale toepassingen in de zorg. De komende jaren wordt dit aanbod verder uitgebreid en werken we graag samen met zorgaanbieders en ontwikkelaars om de lijst verder uit te breiden. Het streven van de zorgkantoren is om op 1-1-2024 een bruikbare landelijke lijst te hebben met digitale toepassingen in de langdurige zorg, gespecificeerd naar inzetbaarheid per sector.

De implementatie en opschaling van relevante bewezen effectieve, arbeidsbesparende technologieën willen wij in de periode 2024 – 2026 verder stimuleren. Het uitgangspunt is dat de inzet van zorgtechnologie moet helpen om anders naar de cliënt te gaan kijken. De inzet moet naar verwachting een positief effect hebben op zowel cliënten als medewerkers. Uitgaande van dit principe willen wij stimuleren dat aanbieders de reeds bewezen technologieën zoveel mogelijk en bij voorkeur in samenwerking met andere zorgaanbieders implementeren. Zorgaanbieders die willen innoveren ondersteunen we waar mogelijk.

Verduurzaming

Verduurzamen is niet meer vrijblijvend. Om in de toekomst zorg voor onze cliënten te blijven leveren is verduurzaming van de zorg noodzakelijk. De grootste uitdaging voor de GGZ zorg vanuit de Green Deal zorg 3.0 is het verminderen van CO2-uitstoot en het verbeteren van de circulariteit. We spreken hierover met u in de verduurzamingsdialoog. In deze dialoog sluiten we aan bij het uitvoeringsplan duurzame zorg van de Nederlandse GGZ. In die dialoog komen onder meer uw visie op verduurzaming, de acties rondom verduurzaming en hoe verduurzaming in de organisatie is verankerd aan de orde. We ondersteunen bij het zoeken naar mogelijkheden en goede voorbeelden voor verbetering en verbinden zorgaanbieders op thema’s om elkaar te kunnen helpen in de verdere verduurzaming van de zorg. We gaan met u in gesprek over onder andere de volgende thema’s:  

1. Energie: Zorgaanbieders met vastgoed en meer dan 250 fte worden gevraagd een  CO2-routekaart op te stellen.  Wij bespreken met u welke acties u gaat ondernemen en we spreken over uw strategisch vastgoedplan.

2. Circulariteit: We focussen hierbij op goede initiatieven met de meeste impact om gebruik te verminderen, verspilling tegen te gaan of recycling te stimuleren. We verwachten onder ander dat zorgaanbieders hun afvalstromen in kaart brengen teneinde de hoeveelheid ongesorteerd restafval te verminderen.

3. Mobiliteitsplan: Zorgaanbieders met meer dan 100 fte worden gevraagd een mobiliteitsplan op te stellen voor het terugdringen van CO2. Dit heeft betrekking op vervoersbewegingen van medewerkers en mogelijk ook op cliënten en hun netwerk. 

Kwaliteit

Met een krimpende arbeidsmarkt en toenemende complexiteit in zorgvragen komt de beschikbaarheid en kwaliteit van de zorg onder druk te staan, voor zowel huidige als nieuwe cliënten. Het is noodzakelijk om anders te gaan werken en anders invulling te geven aan kwaliteit. De samenwerking tussen cliënt, mantelzorgers en zorgverleners is van groot belang. Het leren en verbeteren blijft actueel (ondersteunt door een werkend kwaliteitssysteem), zodat de zorg en ondersteuning aansluit bij de wensen en behoeften van de cliënten en van goede kwaliteit is. De ervaringen van cliënten, medewerkers en de ontwikkelingen in de maatschappelijke context worden benut om hierin mee te bewegen.

Door de uitdagingen waar we momenteel voor staan en die nog op ons af gaan komen is stabiliteit in zorg voor zowel cliënten als personeel een belangrijke pijler. We staan voor het behouden van het huidige kwaliteitsniveau. Daarnaast zijn de kwaliteitsuitgangspunten van de branches en beroepsgroepen leidend tot het kwaliteitskader voor de GGZ is uitgegeven. Vanuit de kwaliteitsuitgangspunten heeft leren en ontwikkelen de focus.

We hebben de dialoog op het thema kwaliteit structureel ingericht, waarbij van elkaar leren en samen verbeteren centraal staan. Hieruit blijkt dat zorgaanbieders in de basis goede kwaliteit van zorg leveren. Kwaliteit van leven en welbevinden staan centraal, waarbij zingeving kan bijdragen aan positief herstel en/of stabiliteit van de cliënt. Zowel cliëntenraden als zorgaanbieders leerden ons dat samenwerken in de zorg voor deze kwetsbare doelgroep nodig is om de kwaliteit, alsmede het vertrouwen in elkaar en in de zorg te behouden. Goede communicatie en afstemming onderling is nodig om beschikbaarheid, passende zorg en kwaliteit van zorg te behouden en onbegrip te voorkomen.

Om over bovengenoemde punten met elkaar in gesprek te gaan, en te blijven, continueren we de kwaliteitsdialogen en locatiebezoeken.

Goede bedrijfsvoering en goed werkgeverschap

Goede bedrijfsvoering en goed werkgeverschap dragen bij aan de bewegingen die gemaakt moeten worden om duurzaam aan de zorgvraag te blijven voldoen. Sociale- en organisatorische innovatie, behoud van medewerkers, leren en ontwikkelen ondersteunen deze bewegingen.

Bedrijfsvoering

De langdurige GGZ kent een breed scala aan cliënten en zorgaanbieders. We zien dat de verschillen in bedrijfsvoering tussen zorgaanbieders groot zijn. De komende periode willen we gebruiken om beter in beeld te krijgen welke factoren deze verschillen veroorzaken en hoe we gezamenlijk kunnen sturen op deze factoren, met als doel de zorg doelmatiger in te kopen en meer cliënten van zorg te kunnen voorzien. We zien bij een aantal zorgaanbieders structureel lagere kosten dan gemiddeld welke mogelijk bijdraagt aan de doelmatigheid. Graag krijgen wij inzicht in hoe de bedrijfsvoering is opgebouwd. Mogelijk fungeert uw bedrijfsvoering als goed voorbeeld en kunnen zorgaanbieders die de zorg op minder doelmatige wijze georganiseerd hebben en waar een besparing of verbetering mogelijk is hiervan leren.

Wachtlijsten, zorgbemiddeling en dossierhouderschap

Tot efficiënte bedrijfsvoering behoort ook het effectief beheren van wachtlijsten en het effectief uitvoeren van het zorgbemiddelingsproces, inclusief de rol van dossierhouder en/of coördinator zorg thuis. Om de bedrijfsvoering hierin te verbeteren, is het essentieel om onderliggende uitvoeringsprocessen te optimaliseren zodat een cliënt sneller en efficiënter naar de juiste zorg en ondersteuning wordt begeleid. We hebben hierover in het voorjaar van 2023 (regionale) bijeenkomsten georganiseerd met zorgbemiddelaars/zorgadviseurs en onafhankelijk cliëntondersteuners. Uit deze bijeenkomsten hebben we de volgende input opgehaald:

  • Terugdringen van schaduwwachtlijsten en beter bijhouden van de wachtlijstregistratie.

  • Kennis van de regionale sociale kaart bij zorgbemiddelaars/zorgadviseurs en onafhankelijke cliëntondersteuners vergroten, zodat zij beter weten welk zorgaanbod er beschikbaar is bij welke zorgaanbieder(s) in de regio.

  • Maken van regionale afspraken met zorgbemiddelaars/zorgadviseurs over het 1e aanspreekpunt voor een cliënt: wie onderhoudt het contact met een cliënt op de wachtlijst als blijkt dat die bij meerdere aanbieders op de (schaduw)wachtlijst staat. Door samen met de cliënt één centraal aanspreekpunt vast te leggen, kan de administratieve last voor zorgaanbieders omlaag omdat slechts één zorgaanbieder de cliënt over de wachtlijststatus informeert en de clientsituatie in de thuissituatie monitort. Bovendien weet de cliënt beter bij welke partij een vraag neergelegd kan worden.

  • Opzetten van een periodieke regionale overlegstructuur van zorgbemiddelaars/zorgadviseurs om elkaar sneller/beter te vinden (rondom wachtlijstproblematiek), onderling af te stemmen en van elkaar te leren. Onafhankelijk clientondersteuners worden hier ook voor uitgenodigd.

We gaan samen aan de slag om dit proces verder te optimaliseren.

Goed werkgeverschap

We zien een noodzaak tot goed werkgeverschap waarin het binden en boeien van medewerkers van groot belang is. Er is een beweging nodig bij de zorgaanbieder in het doelmatig inzetten van zorgmedewerkers en behandeldiensten. Dit kan onder andere door anders te werken, anders op te leiden en beter passende contracten om mensen te behouden. Uitgaande van de landelijke ZN Visie verwachten wij dat u nu al werkt volgens de uitgangspunten van Positieve gezondheid en goed werkgeverschap, dat u domein overstijgend werkt voor zover wet- en regelgeving dat toestaat en de positie van de klant en medewerkers meeneemt in planvorming met aandacht voor cultuursensitieve, cultuurspecifieke aspecten in de zorg.

Door personeelstekorten is er een flinke toename van personeel niet in loondienst (PNIL) in de zorg. Zij hebben vaak minder specifieke cliëntkennis en organisatie specifieke kennis waardoor zij minder goed kunnen handelen naar de visie en begeleidingsmethode van de zorgorganisatie. Tevens krijgen cliënten hierdoor vaak te maken met veel wisselende gezichten. Wij vragen u om hiervoor aandacht te hebben in de regio en tot creatieve oplossingen te komen.

Informatie over het zorgaanbod

We zijn verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van keuze-informatie over het zorgaanbod in onze regio’s voor mensen met een Wlz-indicatie of andere geïnteresseerden. We gebruiken hiervoor de online Zorgatlas (https://www.zorgatlaswlz.nl (new window). Zodra we overeenstemming hebben bereikt over de productieafspraak, toetst u of de keuze-informatie in de Zorgatlas juist, compleet en actueel is. Het actualiseren van gegevens is een continu proces. Zijn er in het lopende jaar wijzigingen in het gecontracteerde zorgaanbod of in locatiegegevens, dan past u de informatie in de beheeromgeving van de Zorgatlas hierop aan. Voor het gebruik van de beheeromgeving is een handleiding beschikbaar.

Nieuw gecontracteerde zorgaanbieders zorgen er ook voor dat juiste, complete en actuele informatie over het zorgaanbod beschikbaar is in de Zorgatlas. Iedere zorgaanbieder die voor 2024 is gecontracteerd, heeft uiterlijk 1 december 2023 zijn gegevens gevuld, gecontroleerd en/of geactualiseerd. Dit proces blijft in 2024 bestaan tenzij landelijke ontwikkelingen om een andere invulling vragen.

Digitale gegevensuitwisseling

Zowel bij de uitwerking van de beweging ‘Zo digitaal als mogelijk’ als bij de implementatie van bewezen effectieve arbeidsbesparende technologieën is het van belang dat de te gebruiken technieken en infrastructuur voor elektronische gegevensuitwisseling voor de lange termijn goed geborgd zijn. Onze ambitie is dat elektronische gegevensuitwisseling de standaard is in de zorg ten behoeve van goede en veilige zorg. Wij zullen deze ontwikkeling en realisatie de komende jaren dan ook blijven stimuleren. Elektronische gegevensuitwisseling draagt bij aan goede en veilige zorg voor de cliënt, verlicht de werkdruk van zorgverleners en is een essentiële randvoorwaarde om de transformatie naar passende (hybride) zorg te maken. Om optimaal gebruik te maken van cliëntgegevens moeten deze goed beschikbaar, bereikbaar en voor primair en secundair gebruik herbruikbaar zijn voor andere zorgverleners in het netwerk van de cliënt en de cliënt zelf via een Persoonlijke Gezondheidsomgeving.

Voor zorgaanbieders uit de langdurige zorg zijn de volgende landelijke programma’s van belang:

  • Binnen het Informatieberaad Zorg is eOverdracht: digitale uitwisseling van de verpleegkundige overdracht tussen verpleegkundigen en verzorgenden in verschillende sectoren;

  • Medicatieoverdracht: uitwisseling van medicatiegegevens volgens de MP9-standaard, zodat voor iedere cliënt een actueel medicatieoverzicht beschikbaar komt;

  • MedMij: beschikbaar stellen van gegevens voor de cliënt, via een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO);

  • De basisgegevensset langdurige zorg (BgLZ) vormt een samenvatting van de belangrijkste gegevens over een cliënt en wordt ook beschikbaar gesteld aan en gedeeld met andere zorgaanbieders en de cliënt zelf;

  • Mitz: om toestemmingen van de client voor uitwisseling van gegevens te registreren, wordt aangesloten op de online toestemmingsvoorziening Mitz.

  • Ketenpartijen in de verpleeghuiszorg werken samen in het programma KIK-V: Keteninformatie Kwaliteit Verpleeghuiszorg. Doel is het stroomlijnen van de uitwisseling van kwaliteitsinformatie, het beter afstemmen van nieuwe uitvragen en het meer hergebruiken van informatie. De komende periode wordt bekeken of KIK-V ook kan worden ingezet bij de GZ en GGZ.

  • Actieprogramma iWlz: Via het Actieprogramma iWlz wordt het huidige estafettemodel vervangen door een netwerkmodel. In het netwerkmodel wordt gewerkt met bronregisters. De komende jaren worden meerdere registers ontwikkeld en in gebruik genomen door de ketenpartijen zoals het indicatieregister voor het CIZ, het bemiddelingsregister voor de zorgkantoren en het zorgleveringsregister voor de zorgaanbieders. Dit gebeurt gefaseerd.

Deel deze pagina: