7 Inschrijvingsprocedure 2024

Paragraaf

Vraag

Antwoord

7.2 Sectorale inschrijving

Als een zorgaanbieder zich inschrijft voor de sector GZ omdat cliënten voor meer dan 50% tot deze doelgroep behoren geldt dan het richtlijntariefpercentage van de VG of GGZ? En welk NHC/NIC percentage is dan van toepassing op GGZ W1 en W2?

Zoals in paragraaf 7.2 sectorale inschrijving valt te lezen schrijft u voor 1 sector in, met de bijbehorende inkoopmethodiek en inclusief de bijbehorende op- en afslagen.

7.2 Sectorale inschrijving

"Een zorgaanbieder kan slechts voor één sector inschrijven. Hij schrijft in voor de sector die hij op basis van zijn beleidsvisie als zijn kernactiviteit beschouwt." Op dit moment hebben wij als zorgaanbieder een contract met CZ voor zowel de GZ als GGZ doelgroep en beiden worden beschouwd als de kernactiviteit. Klopt onze aanname dat we dan zelf mogen kiezen tussen GZ of GGZ? Klopt onze aanname dat het tariefpercentage van de gekozen sector geldt voor het gehele contract?

De zorgaanbieder mag inderdaad kiezen. Hierbij dient wel historie, zorgzwaarte, zzp-mix en de verdeling van de aantallen cliënten over de sectoren meegenomen te worden. Wij willen benadrukken dat een overstap naar een andere sector een grotere impact heeft dan enkel het tarief. Denk hierbij ook aan regionale samenwerkingen, transitiemiddelen en inkoopeisen. De tariefsystematiek en het inkoopbeleid van de sector waarvoor is ingeschreven is geldend.

7.2 Sectorale inschrijving

dienen sectorvreemde zorgprofielen vooraf gemeld te worden bij het zorgkantoor?

Ja, dat klopt.

7.3 Procedure inschrijving

Zorgaanbieder gaat er vanuit dat onder het tweede bolletje GGZ wordt bedoeld in plaats van V&V. Zorgaanbieder verzoekt tot aanpassing van de tekst.

Dat klopt, dit wordt aangepast

7.3 Procedure inschrijving

Op pagina 41 staat 'Zorgaanbieders die op 15 oktober 2022 niet beschikken over een daartoe strekkend en werkend VECOZO-certificaat, ontvangen geen overeenkomst voor 2023' moet dit niet zijn '15 oktober 2023' en 'overeenkomst 2024'?

Dat klopt, dit wordt aangepast.

7.4 Voorbehouden, bezwaren en uitsluitingen

CZ stelt, in afwijking van de meeste andere zorgkantoren, een zeer korte termijn voor het aanhangig maken van een kort geding. Deze termijn acht zorgaanbieder disproportioneel. Zij kan immers niet eens de nota van inlichtingen afwachten, die mogelijk eventuele bezwaren kan wegnemen. Bezwaren die zij in dit stadium reeds heeft, dient zij immers conform uw inkoopbeleid op uiterlijk 20 juni 2023 aan de orde te stellen middels het aanhangig maken van een kort geding. Bent u bereid deze termijn aan te passen naar (minimaal) twintig kalenderdagen na publicatie van de Nota van Inlichtingen?

"De rechtsmiddelclausule uit paragraaf 7.4 en de daarvan deel uitmakende vervaltermijn is gebaseerd op het rechtszekerheidsbeginsel. Bij de inkoopprocedure zijn de belangen van zorgaanbieders betrokken die aan de procedure deelnemen of overwegen dat te doen. Het is in aller belang dat degene die bezwaren heeft tegen een document dat bekend gemaakt is in het kader van de inkoopprocedure, tegen dat document kan opkomen als hij meent in zijn belangen te zijn getroffen. Om die reden bestaat de mogelijkheid tegen ieder document op te komen door binnen 20 dagen na bekendmaking ervan een schriftelijk bezwaar in te dienen. Het gevolg daarvan is dat de vervaltermijn geen effect heeft. Een schriftelijk bezwaar moet gemotiveerd zijn en kan worden ingediend op de door CZ zorgkantoor aangegeven wijze. Een bezwaar schorst de inkoopprocedure niet en verandert de inkoopprocedure ook niet op de door de bezwaarmaker gewenste wijze. Als een partij meent een spoedeisend belang te hebben bij een ingreep in de inkoopprocedure, dan zal die partij een kort geding moeten aanspannen. Ook dat moet binnen 20 dagen na bekendmaking van een document. De vraag is vervolgens hoe om te gaan met besluiten die een toelichting bevatten op een eerder bekend gemaakt document of die een eerder besluit wijzigen. Dit speelt in ieder geval bij de inkoopdocumenten en de daarop volgende nota van inlichtingen en/of een nota van wijziging. Indien een partij zich niet kan verenigen met het zorginkoopdocument, dient daartegen binnen 20 dagen na bekendmaking schriftelijk bezwaar te worden gemaakt. Wie dat nalaat, verliest de mogelijkheid zijn grieven tegen het inkoopdocument aan de orde te stellen. Of er op dat moment reden is een kort geding aan te spannen, dient de betrokken partij te beoordelen aan de hand van de eis van spoedeisend belang. Als met de nota van inlichtingen niet tegemoetgekomen wordt aan de bezwaren, zal ook tegen de nota van inlichtingen bezwaar moeten worden gemaakt. Omdat met het bezwaar tegen het zorginkoopdocument de vervaltermijn niet in werking is getreden, kunnen in dat bezwaar ook de grieven tegen het zorginkoopdocument aan de orde worden gesteld. Als de betrokken partij een spoedeisend belang heeft, kan hij in kort geding opkomen tegen de nota van inlichtingen en ook in die procedure zijn grieven tegen het zorginkoopdocument betrekken en daarmee het zorginkoopdocument. "

7.4 Voorbehouden, bezwaren en uitsluitingen

Klopt het dat de termijn voor het indienen van bezwaar en aanhangig maken van een kort geding (20 juni) valt voor de datum van de Nota van Inlichtingen? Oftewel, dat we al aan moeten geven dat we evt. een rechtzaak willen voeren, zonder dat we het antwoord op onze vragen hebben, of een reactie op een mogelijk bezwaar?

"De rechtsmiddelclausule uit paragraaf 7.4 en de daarvan deel uitmakende vervaltermijn is gebaseerd op het rechtszekerheidsbeginsel. Bij de inkoopprocedure zijn de belangen van zorgaanbieders betrokken die aan de procedure deelnemen of overwegen dat te doen. Het is in aller belang dat degene die bezwaren heeft tegen een document dat bekend gemaakt is in het kader van de inkoopprocedure, tegen dat document kan opkomen als hij meent in zijn belangen te zijn getroffen. Om die reden bestaat de mogelijkheid tegen ieder document op te komen door binnen 20 dagen na bekendmaking ervan een schriftelijk bezwaar in te dienen. Het gevolg daarvan is dat de vervaltermijn geen effect heeft. Een schriftelijk bezwaar moet gemotiveerd zijn en kan worden ingediend op de door CZ zorgkantoor aangegeven wijze. Een bezwaar schorst de inkoopprocedure niet en verandert de inkoopprocedure ook niet op de door de bezwaarmaker gewenste wijze. Als een partij meent een spoedeisend belang te hebben bij een ingreep in de inkoopprocedure, dan zal die partij een kort geding moeten aanspannen. Ook dat moet binnen 20 dagen na bekendmaking van een document. De vraag is vervolgens hoe om te gaan met besluiten die een toelichting bevatten op een eerder bekend gemaakt document of die een eerder besluit wijzigen. Dit speelt in ieder geval bij de inkoopdocumenten en de daarop volgende nota van inlichtingen en/of een nota van wijziging. Indien een partij zich niet kan verenigen met het zorginkoopdocument, dient daartegen binnen 20 dagen na bekendmaking schriftelijk bezwaar te worden gemaakt. Wie dat nalaat, verliest de mogelijkheid zijn grieven tegen het inkoopdocument aan de orde te stellen. Of er op dat moment reden is een kort geding aan te spannen, dient de betrokken partij te beoordelen aan de hand van de eis van spoedeisend belang. Als met de nota van inlichtingen niet tegemoetgekomen wordt aan de bezwaren, zal ook tegen de nota van inlichtingen bezwaar moeten worden gemaakt. Omdat met het bezwaar tegen het zorginkoopdocument de vervaltermijn niet in werking is getreden, kunnen in dat bezwaar ook de grieven tegen het zorginkoopdocument aan de orde worden gesteld. Als de betrokken partij een spoedeisend belang heeft, kan hij in kort geding opkomen tegen de nota van inlichtingen en ook in die procedure zijn grieven tegen het zorginkoopdocument betrekken en daarmee het zorginkoopdocument. "

Deel deze pagina: