3.3 Speerpunten

Naast de bewegingen zien we ook een aantal speerpunten die belangrijk zijn voor de langdurige GGZ. Deze speerpunten krijgen in de looptijd van dit inkoopdocument extra aandacht en vormen thema’s voor gesprekken. We zien diverse manieren om onze rol in het kader van deze speerpunten in te vullen. Dit reikt van agenderen en bewust maken, tot ondersteunen, aanjagen en verbinden.

Herstelgericht werken en stabiliteit

Herstelgericht werken en stabiliteit zijn speerpunten in ons inkoopbeleid. Cliënten met langdurige psychiatrische problematiek houden binnen hun eigen mogelijkheden perspectief en worden waar nodig ondersteund om een waardig leven te leiden.

Een goed voorbeeld hiervan is een aanpassing in leefstijl waarbij de cliënt positieve ervaringen opdoet en hierdoor werkt aan herstel en stabiliteit. Andere voorbeelden zijn een zinvolle daginvulling en de inzet van zinvolle bezigheden ondersteunend aan herstel, zingeving en participatie. Soms is de motivatie van cliënten om daadwerkelijk de daginvulling vorm te geven is een knelpunt. Desondanks onderstrepen cliëntenraadsleden het belang van een zinvolle invulling van de dag bij herstel, stabiliteit, zingeving en participatie.

Cliënten in de Wlz zijn aangewezen op 24-uurs toezicht of zorg in de nabijheid. Cliënten leren omgaan met de beperkingen van alledag is hierbij een belangrijk uitgangspunt waarbij herstel en/of stabiliteit het doel zijn. We verwachten van zorgaanbieders dat zij deze doelen als belangrijkste focus zien binnen de zorg voor cliënten in de Wlz.

Recovery college

Een recovery college of herstelacademie helpt mensen om vanuit de eigen kracht te leren omgaan met kwetsbaarheden waardoor ze meer grip krijgen op hun eigen leven. Kenmerkend is de manier waarop ervaringsdeskundigen de deelnemers ondersteunen en de omgeving waarin dit gebeurt.

De gedachte van het leren omgaan met de ziekte of beperking past goed bij het gedachtegoed van de Wlz, waarbij genezing naar de achtergrond is verschoven en juist het herstel naar een optimaal niveau van zelfstandigheid prevaleert. Waar bij herstelgericht werken de focus vanuit zorg en ondersteuning is aangebracht, ligt herstel bij een recovery college op andere dimensies.

De komende periode gaan we onderzoeken hoe recovery colleges een rol kunnen spelen in de behoeften van cliënten met een Wlz-indicatie en monitoren hoe de inzet van recovery colleges kan bijdragen aan de toegankelijkheid en doelmatigheid van de zorg.

Regionale-, sector- en domeinoverstijgende samenwerking

Gezamenlijk zijn we verantwoordelijk voor de ondersteuning van cliënten met een Wlz-indicatie in onze regio’s. Om nu en in de toekomst voldoende zorg te kunnen bieden om in de ondersteuningsvraag te kunnen voorzien, is een veerkrachtig netwerk van organisaties nodig. Het Integraal Zorgakkoord schrijft regionale, sector- en domeinoverstijgende samenwerking voor als één van de voorwaarden om de zorg toekomstbestendig te houden.

Nauwe samenwerking tussen zorgaanbieders, zowel binnen als buiten het eigen domein en sector zorgt voor aanvulling van, en aansluiting op, elkaars aanbod. Door in een regio samen verantwoordelijkheid te nemen zorgen zorgaanbieders, gemeenten, het zorgkantoor en betrokken partners voor het best passende aanbod. Regiobeelden zorgen voor een helder overzicht van vraag, aanbod en knelpunten in de ondersteuning aan cliënten. Wij bevorderen deze regionale, sector- en domeinoverstijgende samenwerking en verbinden, faciliteren en ondersteunen waar mogelijk zorgaanbieders om oplossingen te vinden voor knelpunten. We dagen aanbieders hierbij nadrukkelijk uit om de oplossingen niet alleen binnen het eigen domein of de eigen sector te zoeken, maar vooral de samenwerking te zoeken met zorgaanbieders uit andere sectoren, domeinen en regio’s om tot een sluitende keten te komen.

Bestuurlijke afspraken

Sinds de openstelling van de Wlz voor cliënten met een psychische stoornis is er sprake van een aanhoudend groter dan verwachte instroom. Deze hogere instroom zorgt ervoor dat de betaalbaarheid van zorg voor mensen met een GGZ-woonzorgprofiel onder druk staat. Om de druk op de betaalbaarheid te verminderen en om te zorgen dat cliënten een passend zorgaanbod krijgen hebben Valente, de Nederlandse ggz, ZN, VNG, MIND en VWS afgesproken zich in te spannen om de instroom in de Wlz te beperken. Dit is vastgelegd in de Bestuurlijke afspraken ‘Passende zorg en ondersteuning voor mensen met een psychische aandoening en een langdurige, intensieve zorgvraag’. In deze afspraken zijn verschillende korte en lange termijn maatregelen opgenomen. Eén van de drie kortetermijnmaatregelen betreft de opgave van de zorgkantoren, gemeenten en zorgaanbieders om per zorgkantoorregio te komen tot een regioaanpak om de best passende zorg en ondersteuning te bepalen voor mensen die behoefte hebben aan wonen met een GGZ indicatie. In de regionale overleggen gaan partijen, op basis van spiegelinformatie in het regiobeeld, met elkaar in gesprek op welke manier deze instroom verminderd kan worden. Deelname van zorgaanbieders aan deze regionale overleggen is dus cruciaal. We verwachten dat zorgaanbieders actief aan de slag gaan met de uitvoering van het plan van aanpak rondom het beperken van de instroom.

Met betrekking tot de andere twee kortermijn maatregelen, het afgeven van langer durende Wmo beschikkingen en de duiding van criteria die toegang verschaffen tot de Wlz, is een belangrijke rol weggelegd voor gemeenten en het CIZ.

Behandeling en wonen

Het uitgangspunt bij ondersteuning aan cliënten binnen de Wlz is herstel en stabiliteit. Integrale zorg is het uitgangspunt, waarbij alle vormen van zorg met elkaar samenhangen, waaronder ook behandeling, en waarbij herstel en stabiliteit de doelstellingen zijn. Wlz behandeling omvat vele vormen van behandeling, maar is altijd specifiek van aard en noodzakelijk in verband met de aandoening.

Zorgkantoren gaan ten behoeve van het jaar 2025 met de zorginstellingen die GGZ-W leveren het gesprek aan over het “overgangsrecht”. Door middel van het zorginkoop-gesprek willen de zorgkantoren zicht krijgen op de interpretatie en de toepassing van dit overgangsrecht. In goed overleg worden waar mogelijk en wenselijk door zorgkantoren regionaal afspraken gemaakt met zorginstellingen over de GGZ-W inclusief behandeling, vooruitlopend op een landelijke duiding van het overgangsrecht. Zorgkantoren gaan ervanuit dat er ten behoeve van zorginkoop 2026 er een landelijke uniforme consensus is rondom de duiding van dit overgangsrecht.

Innovatie

In aansluiting op de beweging ‘Zo digitaal als mogelijk’ willen wij in deze paragraaf in het bijzonder ingaan op het stimuleren en implementeren van (bewezen) arbeidsbesparende technologieën. Tijdens de coronapandemie zijn veel innovaties en creatieve oplossingen voor acute problemen ontwikkeld. Nieuwe technologieën zijn snel geïmplementeerd. Digitale zorg dient te worden gezien als volwaardig zorgaanbod dat de toegankelijkheid van de zorg kan borgen, nu en in de toekomst. Digitale zorg zorgt voor doelmatigere inzet van schaarse zorgprofessionals. Uiteraard dient hierin ook rekening gehouden te worden met de wensen en de mogelijkheden die de cliënt en zijn naasten hebben bij het gebruik van digitale toepassingen.

Wij gaan het komende jaar graag verder het gesprek aan met u om te verkennen waar de noodzaak ligt op gebied van innovatie. Voorbeelden van thema’s die hieronder kunnen vallen, zijn vermindering van werkdruk, verhoging van veiligheid cliënt en/of personeel, verbetering van zelfredzaamheid en eigen regie, verbetering van communicatie met de cliënt, of technologie die in het teken staat van leren en ontwikkelen. Zorgaanbieders die gezamenlijk werken aan vernieuwende innovaties willen we faciliteren, bijvoorbeeld door kennis te delen of door gezamenlijk te zoeken naar financieringsmogelijkheden.

Daarnaast brengen we bestaande innovaties die bij vooroplopende zorgaanbieders reeds geïmplementeerd zijn, bij andere zorgaanbieders onder de aandacht. Dit kan op regionaal niveau, maar ook bovenregionaal indien er sprake is van eenzelfde thema of overlap in doelgroep. Digizo.nu bevat kennis en ervaring rondom digitale toepassingen in de zorg. De komende jaren wordt dit aanbod verder uitgebreid en werken we graag samen met zorgaanbieders en ontwikkelaars om de lijst verder uit te breiden. Het streven van de zorgkantoren is om een bruikbare landelijke lijst te hebben met digitale toepassingen in de langdurige zorg, gespecificeerd naar inzetbaarheid per sector.

De implementatie en opschaling van relevante bewezen effectieve, arbeidsbesparende technologieën willen wij in de periode 2024 – 2026 verder stimuleren. Het uitgangspunt is dat de inzet van zorgtechnologie moet helpen om anders naar de cliënt te gaan kijken. De inzet moet naar verwachting een positief effect hebben op zowel cliënten als medewerkers. Uitgaande van dit principe willen wij stimuleren dat aanbieders de reeds bewezen technologieën zoveel mogelijk en bij voorkeur in samenwerking met andere zorgaanbieders implementeren. Zorgaanbieders die willen innoveren ondersteunen we waar mogelijk.

Verduurzaming

Zorgverzekeraars en zorgkantoren hebben onderstaande tekst over verduurzaming en CSRD gezamenlijk in ZN verband opgesteld.

De zorgsector is verantwoordelijk voor 7% van de CO2-uitstoot, 13% van het grondstofverbruik en 4% van het afval in Nederland (RIVM, 2022). Dat heeft ernstige gevolgen voor onze leefomgeving en gezondheid[1]. Als zorgkantoren vinden we het van groot belang om – naast onze eigen verduurzaming – een bijdrage te leveren aan de verduurzaming van het gehele zorglandschap (Zvw- en Wlz-breed). Daarom zetten we samen met zorgaanbieders in op de versnelling van de verduurzaming van de zorgsector en monitoring daarvan.

We doen dit op basis van de afspraken die in Nederland gemaakt zijn in de Green Deal Duurzame Zorg 3.0 (GDDZ 3.0). De GDDZ 3.0 is op 4 november 2022 door zorgbranches[2], kennisinstituten, ministeries, de Patiëntenfederatie Nederland en Zorgverzekeraars Nederland getekend. De kaders van de Green Deal zijn het Rijksbrede beleid en (internationale) wetgeving, waaronder 55% CO2-reductie in 2030, 50% minder gebruik van primaire abiotische grondstoffen in 2030 en de Ketenaanpak Medicijnresten uit Water. Meer informatie hierover is te vinden in de GDDZ 3.0[3].

Om samen met zorgaanbieders in te zetten op de versnelling van de verduurzaming van de zorgsector, verwachten we van zorgaanbieders dat zij:

  • Zich committeren aan de doelen van de GDDZ 3.0 die op 4 november 2022 tussen zorgpartijen is overeengekomen voor de periode tot en met 2026. Wij bedoelen met commitment dat de zich committerende zorgaanbieder zich in beleid en handelen aantoonbaar en uitlegbaar richt op het realiseren van de doelstellingen van de GDDZ3.0;

  • Duurzaamheid verankeren in hun strategie. Van kleinere zorgaanbieders verwachten we aandacht voor duurzaamheid in plannen en ontwikkelingen;

  • In geval zij verplicht zijn een jaarverslag te maken, maar niet CSRD-plichtig zijn, in het jaarverslag ook rapporteren over de duurzaamheidsprestaties van hun organisatie (voor zo ver beschikbaar) en hoe die zich verhouden tot doelen en ambities van de organisatie;

  • Conform GDDZ3.0 (art. 4.2.e.) een mobiliteitsplan hebben opgesteld gericht op het terugdringen van de CO2-emissie t.g.v. vervoersbewegingen van medewerkers (alleen zorgaanbieders met meer dan 100 fte)[4].

We dragen bij aan inspiratie en handelingsperspectief voor zorgaanbieders door de verspreiding van groene voorbeelden in de zorgsector. Zie tabel groene initiatieven voor Groene Initiatieven die de wij daartoe hebben verzameld.

We verwachten van zorgaanbieders Wlz dat ze zich committeren aan de acties uit de uitvoeringsplannen van de GDDZ 3.0 van respectievelijk ActiZ[5], VGN[6] en de Nederlandse GGZ[7]. De zorgkantoren gaan met zorgaanbieders in gesprek. Zorgkantoren willen hierbij graag meedenken met zorgaanbieders om tot weloverwogen keuzes te komen. Daarbij focussen we op de volgende onderwerpen en sectorbrede doelstellingen uit o.a. de uitvoeringsplannen van de branches:

  • De voortgang in het verlagen van de CO2-uitstoot conform de CO2-routekaart van de instelling, gericht op het behalen van de doelstelling van een verlaging van de CO2-uitstoot met 30% in 2026 t.o.v. 2018;

  • Terugdringen voedselverspilling naar maximaal 20% in 2026

  • Transitie naar meer plantaardige eiwitten in de voeding voor patiënten/cliënten/ medewerkers gericht op verhouding 50/50 dierlijk/plantaardig in 2026

  • In kaart brengen van afvalstromen en het ongesorteerd restafval met minimaal 25% verminderen in 2026 (toewerkend naar maximaal 25% ongesorteerd restafval in 2030).

  • Inzet op terugdringen verspilling van incontinentiemateriaal en 5% minder gebruik van incontinentiemateriaal in 2026 t.o.v. 2018 door bijvoorbeeld in te zetten alternatieven zoals slim of wasbaar incontinentiemateriaal.

  • Terugdringen medicijnverspilling en medicijngebruik[8].

Waar mogelijk ondersteunen we zorgaanbieders met kennis en tools zoals voorbeelden van groene initiatieven die al bij enkele zorgaanbieders geïmplementeerd zijn, bewezen impact hebben op duurzaamheid en kostenbesparend of kostenneutraal zijn. Ondersteuning bij de verduurzaming van de organisatie is onder meer te vinden in de toolkit duurzaamheid van de branches.

CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive)

Een nieuwe ontwikkeling is de Europese CSRD die bedrijven en organisaties verplicht te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. Er dient gerapporteerd te worden over de impact van de eigen bedrijfsvoering, en over de impacts in de gehele keten van leveranciers en afnemers van de rapporterende organisatie. De Wlz uitvoerders maken onderdeel uit van een groep waartoe ook de zorgverzekeraar behoort. Zorgverzekeraars, zijn wettelijk verplicht om (in 2026) te rapporteren conform de CSRD-vereisten over het verzekeringsjaar 2025[9]. Dit betekent dat wij mogelijk informatie over de duurzaamheidsprestaties van onze leveranciers en zorgaanbieders nodig hebben. We verwachten dat zorgaanbieders de informatie aanleveren die wij van hen nodig hebben in kader van de CSRD-wetgeving. Wij stemmen de uitvraag onderling, en met de GDDZ3.0-partners, af. We beperken zo veel mogelijk de administratieve lasten die dit voor zorgaanbieders met zich meebrengt. Hoe dit er voor 2025 precies uit gaat zien, is op dit moment nog niet bekend. Zodra hierover meer duidelijk is, zullen wij u informeren (al dan niet via de brancheorganisaties). We spannen ons in om hierover zo snel mogelijk, en bij voorkeur voor 30 juni 2024, duidelijkheid te kunnen bieden.

Kwaliteit

Met een krimpende arbeidsmarkt en toenemende complexiteit in zorgvragen komt de beschikbaarheid en kwaliteit van de zorg onder druk te staan, voor zowel huidige als nieuwe cliënten. Het is noodzakelijk om anders te gaan werken en anders invulling te geven aan kwaliteit. De samenwerking tussen cliënt, mantelzorgers en zorgverleners is van groot belang. Het leren en verbeteren blijft actueel (ondersteunt door een werkend kwaliteitssysteem), zodat de zorg en ondersteuning aansluit bij de wensen en behoeften van de cliënten en van goede kwaliteit is. De ervaringen van cliënten, medewerkers en de ontwikkelingen in de maatschappelijke context worden benut om hierin mee te bewegen.

Door de uitdagingen waar we momenteel voor staan en die nog op ons af gaan komen is stabiliteit in zorg voor zowel cliënten als personeel een belangrijke pijler. We staan voor het behouden van het huidige kwaliteitsniveau. Daarnaast zijn de kwaliteitsuitgangspunten van de branches en beroepsgroepen leidend tot het kwaliteitskader voor de GGZ is uitgegeven. Vanuit de kwaliteitsuitgangspunten heeft leren en ontwikkelen de focus.

We hebben de dialoog op het thema kwaliteit structureel ingericht, waarbij van elkaar leren en samen verbeteren centraal staan. Hieruit blijkt dat zorgaanbieders in de basis goede kwaliteit van zorg leveren. Kwaliteit van leven en welbevinden staan centraal, waarbij zingeving kan bijdragen aan positief herstel en/of stabiliteit van de cliënt.

Zowel cliëntenraden als zorgaanbieders leerden ons dat samenwerken in de zorg voor deze kwetsbare doelgroep nodig is om de kwaliteit, alsmede het vertrouwen in elkaar en in de zorg te behouden. Goede communicatie en afstemming onderling is nodig om beschikbaarheid, passende zorg en kwaliteit van zorg te behouden en onbegrip te voorkomen.

Om over bovengenoemde punten met elkaar in gesprek te gaan, en te blijven, continueren we de kwaliteitsdialogen en locatiebezoeken.

Goede bedrijfsvoering en goed werkgeverschap

Goede bedrijfsvoering en goed werkgeverschap dragen bij aan de bewegingen die gemaakt moeten worden om duurzaam aan de zorgvraag te blijven voldoen. Sociale- en organisatorische innovatie, behoud van medewerkers, leren en ontwikkelen ondersteunen deze bewegingen.

Bedrijfsvoering

De langdurige GGZ kent een breed scala aan cliënten en zorgaanbieders. We zien dat de verschillen in bedrijfsvoering tussen zorgaanbieders groot zijn. De komende periode willen we gebruiken om beter in beeld te krijgen welke factoren deze verschillen veroorzaken en hoe we gezamenlijk kunnen sturen op deze factoren, met als doel de zorg doelmatiger in te kopen en meer cliënten van zorg te kunnen voorzien. We zien bij een aantal zorgaanbieders structureel lagere kosten dan gemiddeld welke mogelijk bijdraagt aan de doelmatigheid. Graag krijgen wij inzicht in hoe de bedrijfsvoering is opgebouwd. Mogelijk fungeert uw bedrijfsvoering als goed voorbeeld en kunnen zorgaanbieders die de zorg op minder doelmatige wijze georganiseerd hebben en waar een besparing of verbetering mogelijk is hiervan leren.

Wachtlijsten, zorgbemiddeling en dossierhouderschap

Tot efficiënte bedrijfsvoering behoort ook het effectief beheren van wachtlijsten en het effectief uitvoeren van het zorgbemiddelingsproces, inclusief de rol van dossierhouder en/of coördinator zorg thuis. Om de bedrijfsvoering hierin te verbeteren, is het essentieel om onderliggende uitvoeringsprocessen te optimaliseren zodat een cliënt sneller en efficiënter naar de juiste zorg en ondersteuning wordt begeleid. We hebben hierover in het voorjaar van 2023 (regionale) bijeenkomsten georganiseerd met zorgbemiddelaars/zorgadviseurs en onafhankelijk cliëntondersteuners. Uit deze bijeenkomsten hebben we de volgende input opgehaald:

  • Terugdringen van schaduwwachtlijsten en beter bijhouden van de wachtlijstregistratie.

  • Kennis van de regionale sociale kaart bij zorgbemiddelaars/zorgadviseurs en onafhankelijke cliëntondersteuners vergroten, zodat zij beter weten welk zorgaanbod er beschikbaar is bij welke zorgaanbieder(s) in de regio.

  • Maken van regionale afspraken met zorgbemiddelaars/zorgadviseurs over het 1e aanspreekpunt voor een cliënt: Wie onderhoudt het contact met een cliënt op de wachtlijst als blijkt dat die bij meerdere aanbieders op de (schaduw)wachtlijst staat. Door samen met de cliënt één centraal aanspreekpunt vast te leggen, kan de administratieve last voor zorgaanbieders omlaag omdat slechts één zorgaanbieder de cliënt over de wachtlijststatus informeert en de clientsituatie in de thuissituatie monitort. Bovendien weet de cliënt beter bij welke partij een vraag neergelegd kan worden.

  • Opzetten van een periodieke regionale overlegstructuur van zorgbemiddelaars/zorgadviseurs om elkaar sneller/ beter te vinden (rondom wachtlijstproblematiek), onderling af te stemmen en van elkaar te leren. Onafhankelijk clientondersteuners worden hier ook voor uitgenodigd.

We gaan samen aan de slag om dit proces verder te optimaliseren.

Goed werkgeverschap

We zien een noodzaak tot goed werkgeverschap waarin het binden en boeien van medewerkers van groot belang is. Er is een beweging nodig bij de zorgaanbieder in het doelmatig inzetten van zorgmedewerkers en behandeldiensten. Dit kan onder andere door anders te werken, anders op te leiden en beter passende contracten om mensen te behouden. Uitgaande van de landelijke ZN Visie verwachten wij dat u nu al werkt volgens de uitgangspunten van Positieve gezondheid en goed werkgeverschap, dat u domein overstijgend werkt voor zover wet- en regelgeving dat toestaat en de positie van de klant en medewerkers meeneemt in planvorming met aandacht voor cultuursensitieve, cultuurspecifieke aspecten in de zorg.

Door personeelstekorten is er een flinke toename van personeel niet in loondienst (PNIL) in de zorg. Zij hebben vaak minder specifieke cliëntkennis en organisatie specifieke kennis waardoor zij minder goed kunnen handelen naar de visie en begeleidingsmethode van de zorgorganisatie. Tevens krijgen cliënten hierdoor vaak te maken met veel wisselende gezichten. Wij vragen u om hiervoor aandacht te hebben in de regio en tot creatieve oplossingen te komen.

Informatie over het zorgaanbod

We zijn, net zoals alle andere zorgkantoren, verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van keuze-informatie over het gecontracteerde Wlz-zorgaanbod in onze zorgkantoorregio’s en gebruiken hiervoor de online Zorgatlas.

Dit is een landelijke keuzetool van alle zorgkantoren. Zodra we met u overeenstemming hebben bereikt over de productieafspraak, toetst u of de keuze- informatie in de Zorgatlas (nog) juist en volledig is. Het actualiseren van gegevens in de beheeromgeving van de Zorgatlas is een continu proces. Zijn er in een lopend jaar wijzigingen in het gecontracteerde zorgaanbod of in locatiegegevens, dan past u de informatie inde omgeving hierop aan. Nieuw gecontracteerde zorgaanbieders zorgen er ook voor dat actuele informatie over het Wlz-zorgaanbod beschikbaar is in de Zorgatlas. Voor het gebruik van de beheeromgeving is een handleiding beschikbaar. Iedere zorgaanbieder die voor 2025 wordt gecontracteerd, heeft uiterlijk 1 december 2024 zijn gegevens gevuld, gecontroleerd en/of geactualiseerd.

Digitale gegevensuitwisseling

Zowel bij de uitwerking van de beweging ‘Zo digitaal als mogelijk’ als bij de implementatie van bewezen effectieve arbeidsbesparende technologieën is het van belang dat de te gebruiken technieken en infrastructuur voor elektronische gegevensuitwisseling voor de lange termijn goed geborgd zijn. Onze ambitie is dat elektronische gegevensuitwisseling de standaard is in de zorg ten behoeve van goede en veilige zorg. Wij zullen deze ontwikkeling en realisatie de komende jaren dan ook blijven stimuleren. Elektronische gegevensuitwisseling draagt bij aan goede en veilige zorg voor de cliënt, verlicht de werkdruk van zorgverleners en is een essentiële randvoorwaarde om de transformatie naar passende (hybride) zorg te maken. Om optimaal gebruik te maken van cliëntgegevens moeten deze goed beschikbaar, bereikbaar en voor primair en secundair gebruik herbruikbaar zijn voor andere zorgverleners in het netwerk van de cliënt en de cliënt zelf via een Persoonlijke Gezondheidsomgeving.

Voor zorgaanbieders uit de langdurige zorg zijn de volgende landelijke programma’s van belang:

  • Binnen het Informatieberaad Zorg is eOverdracht: digitale uitwisseling van de verpleegkundige overdracht tussen verpleegkundigen en verzorgenden in verschillende sectoren;

  • Medicatieoverdracht: uitwisseling van medicatiegegevens volgens de MP9-standaard, zodat voor iedere cliënt een actueel medicatieoverzicht beschikbaar komt;

  • MedMij: beschikbaar stellen van gegevens voor de cliënt, via een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO);

  • De basisgegevensset langdurige zorg (BgLZ) vormt een samenvatting van de belangrijkste gegevens over een cliënt en wordt ook beschikbaar gesteld aan en gedeeld met andere zorgaanbieders en de cliënt zelf;

  • Mitz: om toestemmingen van de client voor uitwisseling van gegevens te registreren, wordt aangesloten op de online toestemmingsvoorziening Mitz.

  • Ketenpartijen in de verpleeghuiszorg werken samen in het programma KIK-V: Keteninformatie Kwaliteit Verpleeghuiszorg. Doel is het stroomlijnen van de uitwisseling van kwaliteitsinformatie, het beter afstemmen van nieuwe uitvragen en het meer hergebruiken van informatie. De komende periode wordt bekeken of KIK-V ook kan worden ingezet bij de GZ en GGZ.

  • Actieprogramma iWlz: Via het Actieprogramma iWlz wordt het huidige estafettemodel vervangen door een netwerkmodel. In het netwerkmodel wordt gewerkt met bronregisters. De komende jaren worden meerdere registers ontwikkeld en in gebruik genomen door de ketenpartijen zoals het indicatieregister voor het CIZ, het bemiddelingsregister voor de zorgkantoren en het zorgleveringsregister voor de zorgaanbieders. Dit gebeurt gefaseerd.

Op de website van ZN leest u meer over de ambities zorginkoop digitalisering en gegevensuitwisseling 2025.

Deel deze pagina: