4 Bewegingen die nodig zijn om de visie te realiseren

Paragraaf

Vraag

Antwoord

4.1 Ons beleid op de kanslijnen.

Het uitgangspunt “voldoende sociale huurwoningen” is een mooie ambitie als die ruimte er zou zijn in Nederland. Hoe ziet CZ dat hiertoe mogelijkheden ontstaan, gezien de wooncrisis die er in Nederland is? De zorgaanbieder is niet in staat om dergelijke woningen te realiseren, maar krijgt van CZ wel de opdracht om cliënten niet meer in zorg te nemen op basis van verblijf, en krijgt ook een straf wanneer dit wel gebeurt middels een korting op de NHC/NIC tarieven. Is het zorgkantoor bereid deze strafkorting te laten vervallen?

Zorgaanbieders krijgen een jaar extra tijd om de beweging naar de extramurale zorg voor de VG3 en VG4 te organiseren en te realiseren. Dit hebben wij besloten naar aanleiding van de vragen die zijn gesteld over ons beleid en de bezwaren dat wij te weinig tijd zouden hebben gegeven om deze aanpassing uit te voeren. Meer informatie leest u in de Nota van Inlichtingen.

4.1 Ons beleid op de kanslijnen.

Zorgzwaartepakketten afschalen waar het kan, binnen of buiten de Wlz: wat wordt hiermee bedoeld?

Het kan voorkomen dat de zorgvraag van een cliënt minder wordt dan het zorgprofiel waarvoor hij is geïndiceerd. De zorginzet kan dan worden aangepast, waarbij het kan voorkomen dat een cliënt zelfstandig wil gaan wonen, geen zorg vanuit de Wlz meer nodig heeft en ambulante zorg vanuit de Wmo ontvangt. Meer toelichting over deze kanslijn leest u in het landelijk akkoord VGN- ZN en op de website van VGN.

4.1 Ons beleid op de kanslijnen.

Zorgaanbieders dienen min. 2 kanslijnen uit te werken. Met het grootste samenwerkende zorgkantoor en de andere zorgkantoren hebben we afgesproken dat één zorgkantoor in de lead is en dat andere de mogelijkheid hebben aan te haken bij de verantwoording en monitoring. Kan CZ Kruis zich hierin vinden?

Dit is een instellingsspecifieke vraag. Hierover kunt u contact opnemen met uw zorginkoper.

4.1 Ons beleid op de kanslijnen.

Op welke wijze worden afspraken gemaakt tussen de zorgaanbieder en zorgkantoor op het gebied van de kanslijnen? Is er voor het voldoen aan de kanslijnen een extra prijsopslag te verkrijgen om uit te stijgen boven het richttariefpercentage?

De kanslijnen maken onderdeel uit van een landelijke akkoord tussen VGZ en ZN en zijn voor alle zorgaanbieders verplicht. Het heeft dan ook geen toegevoegde waarde om op dit punt te differentiëren tussen zorgaanbieders. We hebben er dan ook niet voor gekozen om dit mee te nemen als extra prijsopslag.

4.1 Ons beleid op de kanslijnen.

CZ ziet als ambitie afschalen waar het kan, binnen of buiten de Wlz, iedere client zo zelfstandig mogelijk, iedere cliënt een eigen voordeur èn betaalbaar wonen. Hoe ziet CZ dit in de bestaande woonvormen, waar gemeenschappelijke ruimten zijn? Indien cliënten dan huur moeten gaan betalen, dan ontstaan er financiële problemen, omdat er in die situatie onvoldoende financiële dekking is (zowel voor de aanbieder, als voor de cliënt) voor de kosten van gezamenlijke ruimten.

Wij begrijpen dat deze omslag ingewikkeld is en vraagt om creativiteit. Wij vragen van de zorgaanbieder om te zoeken naar oplossingen en daar waar er knelpunten ontstaan dit te signaleren bij uw zorginkoper. U kunt dit ook melden bij de landelijke overleggen in het kader van de uitwerking van kanslijn 4. Wij trekken hier graag samen in op om hier landelijk aandacht voor te vragen.

4.1 Ons beleid op de kanslijnen.

In het verleden is sprake geweest van een kort geding vanuit zorgaanbieder(s) in relatie tot zorginkoopbeleid Wlz 2021-2023 van zorgkantoren. Hieruit is het landelijke akkoord ZN en VGN (kanslijnen) voortgekomen. Mede om dergelijke procedures ten opzichte van elkaar in de toekomst te voorkomen. Hierin is nadrukkelijk de gezamenlijkheid gezocht met het oog op de gezamenlijke maatschappelijke opgave in het kader van toekomstbestendigheid. Mede als het gaat om betaalbaarheid van (Gehandicapten)zorg. Zorgaanbieder steunt dan ook het opnemen van deze referentie (naar kanslijnen) als belangrijk onderdeel van het zorginkoopkader. Echter, hoe kan het zijn dat zorgkantoren in diens nieuwe tariefsystematiek vooruitlopen op de inhoudelijk vereiste voortgang (m.b.t. kanslijnen) zoals gezamenlijk gesteld is door ZN en VGN in het kader van toekomstbestendigheid? Immers in 2023 worden de resultaatafspraken gemaakt voor kanslijnen door zorgkantoren met zorgaanbieders.

De kanslijnen beschrijven een inhoudelijke beweging die nodig is om de Gehandicaptenzorg toekomstbestendig te maken. Hierover worden resultaatafspraken gemaakt. Deze resultaatafspraken hebben geen directe koppeling met de tariefsystematiek. Deze inhoudelijke lijnen scheppen de randvoorwaarden om te komen tot een betaalbare Gehandicaptenzorg. De tariefsystematiek versnelt de bewegingen die ook beoogd worden in de kanslijnen en biedt mogelijkheden om maatwerk te voorzien voor de complexe zorg (passende zorg), daar waar nodig. Eveneens biedt het de mogelijkheid om eventuele doelmatigheid te verzilveren en hiermee meer cliënten of meer complexe zorg te financieren.

4.2 Zorg thuis als het kan

Wat wordt in onderstaande zin bedoeld met Groepswonen en hoe wordt dit dan vorm gegeven ? Valt hieronder bijvoorbeeld ook een klassieke groepswoning met een gezamenlijke voordeur. Bij groepswonen zien we vrijwel geen inhoudelijke belemmeringen om de zorg voor cliënten met een VG3 of een VG4 met een MPT of VPT in te zetten.

Dit bedoelen we inderdaad met groepswonen. Dat kan ook een groepswoning zijn met een gezamenlijke voordeur.

4.2 Zorg thuis als het kan

Bij de aanpassing waarbij korting toegepast wordt op het NHC/NIC component voor cliënten in verblijf vragen wij ons af of er concrete acties te verwachten zijn om hierin in gezamenlijkheid te particperen? Hoe trekken zorgaanbieders en CZ zorgkantoor hierin samen op? Denk hierbij aan communicatie richting cliënten, keuzevrijheid en rechten. Hoe worden bestaande cliënten geïnformeerd over deze verandering van beleid?

Wij dragen in gesprekken met cliënten, cliëntenraden, ervaringsdeskundigen uit dat wij meer zien dat cliënten zelfstandig kunnen wonen en eigen huur kunnen betalen. Wij realiseren ons dat dit niet voor alle cliënten weggelegd zal zijn, maar wel voor meer cliënten dan nu het geval is. Cliënten krijgen meer regie en vrijheid en sommige zijn bereid daar meer voor te betalen. Wij maken een publieksversie van ons inkoopbeleid waarin wij deze beweging naar meer zelfstandig wonen ook benoemen.

4.2 Zorg thuis als het kan

Er wordt gesteld dat: Bij groepswonen zien we vrijwel geen inhoudelijke belemmeringen om de zorg voor cliënten met een VG3 of een VG4 met een MPT of VPT in te zetten. Dit betekent dat een zorgorganisatie ook een verhuurbedrijf wordt. En een aparte huuradministratie moet gaan inrichten. Hoe ziet het zorgkantoor dit uitgangspunt voor zich? Welke best practices zijn daarvan bekend?

Wij begrijpen dat deze omslag ingewikkeld is en vraagt om creativiteit. Wij vragen van de zorgaanbieder om samen in de regio te zoeken naar oplossingen en het overleg aan te gaan met collega zorgaanbieders, woningbouwcorporaties en/of gemeenten. Best practices kunnen aan de orde komen bij de verdere uitwerking van kanslijn 4 van het landelijke akkoord VGN-ZN.

4.2 Zorg thuis als het kan

Wat is leidend in het zo lang mogelijk thuis wonen, de wens van de cliënt (keuzevrijheid) en/of de betaalbaarheid? 

Om de zorg in de toekomst betaalbaar te houden zijn veranderingen nodig. Daarnaast zijn wij van mening dat de mogelijkheden van zelfstandig wonen nog te weinig met de cliënt (en ouders) wordt besproken. Dus zowel in het belang van de betaalbaarheid als de wensen en mogelijkheden van de cliënt zelf dient besproken en verkend te worden wat de mogelijkheden zijn om de zorg op extramurale wijze in te zetten. Cliënten mogen hiertoe niet gedwongen worden.

4.2 Zorg thuis als het kan

“Bij groepswonen zijn vrijwel geen inhoudelijke belemmeringen om de zorg voor cliënten met een VG3 of VG4 met een MPT of VPT in te zetten”. De aanbieder vindt deze zinsnede te algemeen verwoord. Heeft het zorgkantoor een betere duiding van hetgeen bedoeld wordt met “vrijwel geen inhoudelijke belemmeringen”?

Hiermee is bedoeld dat als een VPT of MPT in dezelfde context kan worden geboden als groepswonen, wij geen inhoudelijke reden zien om de zorg niet extramuraal te financieren. Een inhoudelijke reden kan zijn dat er groepswonen nodig is om bepaalde vaardigheden te leren om zelfstandig achter een eigen voordeur te gaan wonen.

4.2 Zorg thuis als het kan

CZ geeft aan dat er signalen zijn dat cliënten vragen om aanbod op het gebied van logeren, VPT en DTV. Is dit nader te specificeren naar regio en volume?

Deze signalen zijn is in het regiobeeld van uw regio opgenomen. Deze zijn onlangs gepubliceerd en zijn raad te plegen op de website van CZ zorgkantoor. Heeft u hierover nog specifieke vragen, dan kunt u contact opnemen met uw zorginkoper.

4.2 Zorg thuis als het kan

Doelmatigheid. Is de leveringsvorm leidend, is huisvesting leidend of cliënt? Als er voor VG3 en VG4 geen VPT plek is, en er is wel intramuraal plek. Is leveringsvorm dan leidend aan passende zorg? Moeten we selectie aan de voordeur doen obv hoge of lage indicatie? Wat is visie en insteek van zorgkantoor.

De zorgvraag en de wens van de cliënt is in principe leidend. Wij verwachten van zorgaanbieders dat ze de wensen en de mogelijkheden met de cliënt (en vertegenwoordigers) bespreken. Wij doen verder geen uitspraken wat leidend moet zijn. In iedere cliëntsituatie moet bekeken worden welk zorgaanbod en welke leveringsvorm het best passend is. Wij keuren een selectie aan de voordeur op basis van hoge of lage indicatie af.

4.2 Zorg thuis als het kan

Het volgende uitgangspunt wordt genoemd. Voor de cliënten met een zorgprofiel VG3 en VG4 gaan we ervan uit dat zorgverlening mogelijk is in een thuisomgeving ofwel met een VPT of MPT. Alleen bij uitzondering kan de zorg verzilverd worden in een ZZP. Hoe verhoudt dit zich tot de keuzevrijheid die cliënten hierin hebben?

De wens en de keuzevrijheid van de cliënt blijft centraal staan. Uitgangspunt is dat iedere cliënt passende zorg ontvangt die de cliënt redelijkerwijs mag verwachten binnen de Wlz aanspraak. Wij verwachten van de zorgaanbieder dat hij met de cliënt (en zijn netwerk) de wensen en de mogelijkheden van de cliënt bespreekt om te bezien of zelfstandig wonen tot de mogelijkheden behoort.

4.2 Zorg thuis als het kan

In het zorginkoopdocument is op blz. 15 een verwijzing opgenomen naar het handboek VPT. Deze link werkt echter niet. Waar kunnen wij dit handboek vinden?

https://www.cz-zorgkantoor.nl/-/media/zorgkantoor/documenten/handboek-volledig-pakket-thuis.pdf?revid=050b5c5a-5a2f-47e4-8f47-3d6ebd4cdc46

4.2 Zorg thuis als het kan

De cliënt wordt in zijn wettelijke keuzevrijheid beperkt doordat ervan wordt uitgegaan dat VG3 en VG4 wordt verzilverd middels VPT en MPT. Cliënt heeft immers het recht om te kiezen hoe desbetreffende diens indicatie verzilverd. Dit recht kunnen zorgaanbieders niet afnemen. Doch binnen de huidige systematiek is het bijvoorbeeld onaantrekkelijk voor cliënten om zelfstandig (betaalbaar) te wonen. Hoe denkt het zorgkantoor aan de wettelijke rechten van cliënten te voldoen (vanuit het perspectief m.b.t. keuzevrijheid)?

De keuzevrijheid van de cliënt wordt door ons beleid niet beperkt. Wij vragen van zorgaanbieders dan zij met cliënten (en hun netwerk) in overleg treden over de mogelijkheden die er zijn om de aanspraak op zorg te verzilveren. Wij verwachten van zorgaanbieders dat zij zich daarbij mede laten leiden door het belang van een doelmatig gebruik van de middelen die bestemd zijn voor de uitvoering van de Wlz. Wij begrijpen dat deze omslag ingewikkeld is en vraagt om creativiteit om op zoek te gaan naar passende oplossingen zoals in gesprek met woningbouwcorporaties, gemeentes of investeerders. Eveneens kan het gesprek gevoerd worden met cliënten om de mogelijkheden te verkennen om de huidige woonvorm via een andere leveringsvorm te financieren. Ook in de landelijke visie en in het landelijk akkoord VGN-ZN is opgenomen dat er een beweging gemaakt moet worden om de zorg te extramuraliseren.

4.2 Zorg thuis als het kan

CZ gaat ervan uit dat cliënten met een 3 en 4 VG bijna altijd mogelijk is middels MPT/VPT. Hoe past dit met de profielbeschrijving van het ZZP?

Bij iedere profielbeschrijving is het mogelijk om te kiezen voor de leveringsvormen ZZP, VPT, DTV, MPT of Pgb. Juist bij de relatief lichtere zorgprofielen zoals VG3 en VG4 mag verwacht worden dat scheiden van wonen en zorg/zelfstandig wonen in een VPT of MPT kan worden verzilverd.

4.2 Zorg thuis als het kan

U schrijft dat u bij groepswonen vrijwel geen inhoudelijke belemmeringen ziet om de zorg voor cliënten met een VG3 of een VG4 met een MPT of VPT in te zetten. Hoe ziet CZ dit voor zich aangezien bij groepswonen meestal niet kan worden voldaan aan de voorwaarden van een zelfstandige woning die verhuurd mag worden, waar huurtoeslag voor aangevraagd kan worden?

Wij begrijpen dat deze omslag ingewikkeld is en vraagt om creativiteit. Wij vragen van de zorgaanbieder om te zoeken naar oplossingen en daar waar er knelpunten ontstaan dit te signaleren bij uw zorginkoper. U kunt dit ook melden bij de landelijke overleggen in het kader van de uitwerking van kanslijn 4. Wij trekken hier graag samen in op om hier landelijk aandacht voor te vragen.

4.2 Zorg thuis als het kan

Er staat: "Voor de cliënten met een zorgprofiel VG3 en VG4 gaan we ervan uit dat zorgverlening mogelijk is in een thuisomgeving ofwel met een VPT of MPT. Alleen bij uitzondering kan de zorg verzilverd worden in een ZZP." Hoe gaat dit in de praktijk eruit zien? Moeten wij voor alle instroom VG3 en VG4 eerst afstemming hebben met het zorgkantoor of inzet via ZZP is toegestaan?

Wij verwachten dat u met de cliënten (en ouders) het gesprek aangaat over de wensen en de mogelijkheden en vervolgens bekijkt wat dit betekent voor de bestaande of nieuwe zorginzet. Als inzet middels VPT of MPT om goede redenen niet mogelijk is, dan kan de zorg middels een ZZP worden ingezet. HIervoor is geen toestemming van het zorgkantoor nodig.

4.2 Zorg thuis als het kan

Als de lagere ZZP’s zorg in een meer zelfstandige omgeving krijgen, zegt CZ dat er meer ruimte komt voor de intensievere zorgvraag. Beseft CZ dat de huidige woonvoorzieningen voor cliënten met een VG3-4 mogelijk niet geschikt zijn voor cliënten met een intensievere zorgvraag, dat deze woningen meestal ook niet geschikt te maken zijn voor deze doelgroep, en indien dat wel het geval is, dat er extra kosten zullen zijn om deze woningen geschikt te maken? Op welke manier is CZ bereid hieraan bij te dragen?

Wij realiseren ons dat de vrijgekomen woningen mogelijk niet voor cliënten met een intensievere zorgvraag geschikt zijn. Wij realiseren ons ook dat het aanpassen van de woningen mogelijk geld kost. Dit kan worden gefinancierd uit het reguliere budget dat de zorgaanbieder hiervoor beschikbaar heeft. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

4.2 Zorg thuis als het kan

Is afbouw van intramurale plekken mogelijk indien deze worden vervangen door bijvoorbeeld VPT-plekken? Of is handhaving van het aantal intramurale plekken wenselijk?

Dit is mogelijk. Wij vragen u deze plannen met uw zorginkoper te bespreken.

4.2 Zorg thuis als het kan

Betreft verhouding VPT en intramuraal. Er is geen verhouding opgenomen in het inkoopbeleid. Wat betreft de bestaande populatie roept dit vragen op. Wat vindt het zorgkantoor een realistische verhouding? Hoe kijkt het zorgkantoor naar cliënten overnemen of herplaatsen indien van toepassing om de (on)haalbaarheid voor zorgaanbieders en/of cliënten te ondervangen?

In het inkoopbeleid is een norm opgenomen voor de zorgprofielen VG3 en VG4 waarbij van de zorgaanbieder verwacht wordt dat deze daarnaartoe groeit. Ook is hierbij opgenomen hoe deze norm is bepaald. Om meer inzicht te krijgen in een realistische verhouding voor andere zorgprofielen verwijzen wij ook naar de regiobeelden die zijn gepubliceerd op onze website. Hierbij willen we benadrukken dat deze verhoudingen ook dynamisch zijn en kunnen veranderen in de toekomst. Wij vinden het een goede ontwikkeling als zorgaanbieders in samenwerking kijken of ze cliënten kunnen overnemen of herplaatsen, vanzelfsprekend in overleg met de cliënt.

4.2 Zorg thuis als het kan

Wat maakt dat u denkt dat groepswonen noodzakelijk is om vaardigheden voor het wonen achter een eigen voordeur aan te leren?

Groepswonen is niet noodzakelijk om vaardigheden voor wonen achter een eigen deur aan te leren. Het kan voor een doelgroep wel de best passende methode zijn om vaardigheden voor zelfstandig wonen aan te leren. Denk hierbij ook leren van elkaar etc. De aanbieder beoordeelt of groepswonen daarvoor noodzakelijk is of niet.

4.2 Zorg thuis als het kan

Hoe ziet u de uitsluitingscriteria (wanneer is zorg thuis niet verantwoord) in relatie tot 1. de beweging naar meer inzet van MPT / VPT en 2. de inzet van technologie waardoor zorg anders georganiseerd en risico's verminderd kunnen worden en 3. het bieden van een nieuwe kans aan clienten van wie de omstandigheden of ontwikkeling inmiddels is gewijzigd.

De zogenoemde uitsluitingscriteria zijn niet voor alle cliënten van toepassing. Dit moet per cliënt in relatie tot de zorgvraag, de wensen en mogelijkheden worden bekeken.

4.3 Complexe zorg

U geeft aan dat zorgaanbieders zich kunnen melden voor 1 september inzake complexe zorg. Kunt u aangeven of er al voorwaarden bekend zijn of middelen beschikbaar. Zo ja welke voorwaarden en middelen zijn dat? Verder we vernemen we graag op welke wijze het proces wordt ingestoken.

Wij maken geen middelen of voorwaarden bekend. Wij wachten af welkr zorgaanbieders zich melden en met welke voorstellen en zullen op basis daarvan een plan van aanpak opstellen. We willen hierbij zoveel mogelijk in goed overleg met zorgaanbieders tot oplossingen komen en vooraf niet te veel in beleid en voorwaarden vastleggen.

4.3 Complexe zorg

Moeten we maatwerk (4.3) zien als onderdeel van inkoopplan of apart. Omdat aanmelddatum bijvoorkeur 1 september 2023 is.

Het maatwerk voor de complexe zorg is een onderdeel van het inkoopbeleid. We willen zorgaanbieders en onszelf de tijd geven om plannen in te dienen en samen te kijken hoe we hier zowel inhoudelijk als financieel het beste invulling aan kunnen geven. De financiering hiervan hoeft dus niet aleen betrekking te hebben op het jaar 2024, maar kan ook betrekking hebben op de jaren 2025 en 2026.

4.3 Complexe zorg

Wat is de relatie tussen de maatwerkafspraken complexe zorg en de extra middelen 7VG. Kunnen deze afspraken met elkaar worden gestapeld?

Er is geen relatie tussen de maatwerkafspraken complexe zorg en de extra middelen van de VG7. Het ophogen van het VG7 tarief kent andere voorwaarden. Dit is als nieuw beleid op genomen in de Nota van Inlichtingen.

4.3 Complexe zorg

Hoe zien eventuele maatwerkafspraken voor complexe zorg eruit? Kan hier een lumpsumbedrag worden afgesproken of wordt gewerkt met een opslag op de zorgtarieven voor de meest complexe doelgroepen?

Dit is afhankelijk van het type maatwerkafspraak en de kosten die daarvoor nodig zijn.

4.3 Complexe zorg

We gaan er vanuit dat aanmelding voor complexe zorg voor 1 september onder voorbehoud is zolang voorwaarden en middelen nog niet bekend zijn. Is dit juist?

Dit is niet juist. Wij maken geen voorwaarden of middelen bekend. Wij wachten af welke zorgaanbieders zich melden en met welke voorstellen en zullen op basis daarvan een plan van aanpak opstellen. We willen hierbij zoveel mogelijk in goed overleg met zorgaanbieders tot oplossingen komen en vooraf niet te veel in beleid en voorwaarden vastleggen.

4.3 Complexe zorg

In de Nota van Inlichtingen wordt het aanvullend inkoopbeleid m.b.t. de VG7 gepubliceerd. Het huidige tijdspad van CZ biedt geen mogelijkheid tot het stellen van vragen over dit aanvullende beleid. Wij verzoeken het zorgkantoor hiervoor een tweede inlichtingenronde te organiseren. En tevens aanbieders de mogelijkheid te bieden tegen het aanvullend inkoopbeleid bezwaar te maken.

In de Nota van Inlichtingen dat het zorgkantoor eveneens op 7 juli publiceert leest u aanvullend beleid over het tariefpercentage VG7. Het is mogelijk daar vragen over te stellen.

4.3 Complexe zorg

U schrijft dat het bij ‘complexe zorgvragen’ gaat om zorg waarvoor het moeilijk is de zorg (tijdig) en op passende wijze in te vullen. Kunt u dit toelichten en drie voorbeelden geven van deze complexe zorgvragen?

Drie voorbeelden worden genoemd in de opsomming na deze zin: We denken hierbij aan cliënten, waarvoor geen oplossing is gevonden via de reguliere Taskforce, die moeten doorstromen vanuit een intensieve behandelsetting of crisisbed, waarvoor onze zorgbemiddelaars geen passende oplossing hebben, die bij VWS bekend zijn en/of waarover afstemming plaats vindt met VWS.

4.4 Innovatie

Technische innovaties: Hoe helpt het zorgkantoor de zorgaanbieder bij generieke technologische innovaties die helpend zijn in de uitdagingen van krappe arbeidsmarkt?

Het zorgkantoor kan helpen door bijvoorbeeld met zorgaanbieders in gesprek te gaan, de goede voorbeelden op te halen en te delen of (regio)bijeenkomsten te organiseren.

4.4 Innovatie

Bewezen innovaties vanuit de VG zijn geen automatisme dat deze ook op zelfde wijze toepasbaar zijn binnen de zorg voor visueel verstandelijk beperkten. In hoeverre stelt het zorgkantoor budget ter beschikking de toepasbaarheid door te vertalen naar de zorg de zorgaanbieder biedt?

Hiervoor stellen wij geen extra budget beschikbaar.

4.4 Innovatie

CZ roept zorgaanbieders op om actief kennis te delen rondom innovatie. Is het mogelijk dat CZ hier de regie in pakt en/of onderdeel maakt van het regioplan? 

Het is mogelijk dat wij hierin de regie pakken. Dat hebben wij bij de inzet van de sociale robots ook gedaan. Dit kan per initiatief en per regio verschillend zijn.

4.4 Innovatie

In deze paragraaf 4.4 maakt u op pagina 17 in de beschijving van de ambitie van CZ een concrete verwijzing naar kanslijn 2. Kunt u deze concrete verwijzing naar de kanslijn ook toevoegen voor de ambities in de paragrafen 4.1 tm 4.3

De uitwerking van de ambities per kanslijn in paragraaf 4.1. spreken voor zich. Paragraaf 4.2. is gekoppeld aan de kanslijn 4. Paragraaf 4.3 hangt niet echt samen met een kanslijn, maar vinden we wel erg belangrijk, omdat we op dit punt veel knelpunten ervaren.

4.4 Innovatie

U schrijft over innovatie en het stoppen met pilots en testen als deze al voldoende hebben plaatsgevonden. U noemt als voorbeeld de HUME. Wij nemen als aanbieder deel aan het project en zetten de sok op verschillende woonvoorzieningen in. De pilot is nog niet afgesloten, de bevindingen zijn nog niet gedeeld. Toch noemt u deze innovatie al één die nu direct doorgevoerd kan worden. Kunt u dit toelichten?

De pilot voor de Hume is inderdaad nog niet afgerond en de innovatie nog niet bewezen. Na afronding van de pilot volgt de implementatiefase voor die zorgaanbieders die ook willen gaan werken met de Hume. We zullen de tekst in de Nota van Inlichtingen aanpassen.

4.4 Innovatie

Het zorgkantoor stelt te richten op implementatie en opschaling van belovende effectieve innovaties door zorgaanbieders (zie ook kanslijn 2). Voor zorgaanbieder is het van belang voorafgaand aan een inschrijving te weten waar het zich aan conformeert (waaronder in het kader van innovatie). Wat verstaat CZ onder bewezen innovaties? Wordt een lijst hiervan voorafgaand aan inschrijving gepubliceerd? Zo niet, waarom niet?

Het Kenniscentrum digitale zorg bevat kennis en ervaring rondom digitale toepassingen in de zorg. De komende jaren wordt dit aanbod verder uitgebreid en werken we graag samen met zorgaanbieders en ontwikkelaars om de lijst verder uit te breiden. Het streven van de zorgkantoren is om op 1-1-2024 een bruikbare landelijke lijst te hebben met digitale toepassingen in de langdurige zorg, gespecificeerd naar inzetbaarheid per sector.

Deel deze pagina: