5 Uitwerking zorginkoopbeleid 2024-2026

Vragen en antwoorden over de hardheidsclausule vindt u in het document ZN Nota van Inlichtingen vraag en antwoord (new window).

Paragraaf

Vraag

Antwoord

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Hoe rechtvaardigt u eventuele verschillen in de tariefstelling tussen  ZZP ZG-Aud3 5 en ZZP VG7, gelet op de overeenkomsten tussen beide ZZP’s?

Specifiek voor de VG7 doelgroep hebben afgelopen jaar landelijk meerdere onderzoeken gelopen. Mede hierdoor heeft VWS voor 2023 en 2024 €40 miljoen extra per jaar beschikbaar gesteld, specifiek voor de VG7 doelgroep. Dit is te lezen in de Voorjaarsnota 2023. De doelgroep ZZP ZG AUD 3 staat los van de doelgroep ZZP VG7 en is niet meegenomen in deze onderzoeken naar de VG7 doelgroep.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Door verlaging van de NHC/NIC worden middelen beschikbaar gesteld voor het organiseren en financieren van de complexe zorg. Het budget blijft hiermee voor de sector behouden. Het wordt alleen op een andere manier verdeeld. Kunnen aanbieders een overzicht ontvangen op totaalniveau van de middelen die zijn vrijgespeeld en het bedrag dat vervolgens weer over de aanbieders is uitgezet voor complexe zorg?

Dit overzicht kunnen wij niet geven, omdat wij geen financiële gegevens mogen delen van andere zorgaanbieders. Daarnaast weten wij nog niet wat wij aan complexe zorg uitgeven, omdat dit afhankellijk is van de initiatieven die zorgaanbieders nog in gaan dienen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

In het inkoopbeleid wordt de NHC vergoeding voor VG3 en VG4 verlaagd tot 80%. In hoeverre is dit in strijd met de rechtmatigheid om van geïndiceerde ZZP de NHC te korten daar waar duidelijk is dat de client in een intramurale setting dient te verblijven?

Dit is niet onrechtmatig, omdat zorgkantoren de ruimte hebben om lagere tarieven af te spreken dan de NZa maximum tarieven. Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen de aanspraak van een verzekerde en de financiering van zorg. Er is geen sprake van een verplichting die wij opleggen voor de individuele cliënt. Uitgangspunt is dat iedere cliënt passende zorg ontvangt die de cliënt redelijkerwijs mag verwachten binnen de Wlz aanspraak. Wij verwachten van de zorgaanbieders dat zij met cliënten (en hun netwerk) de wensen en de mogelijkheden bespreken en zo een bijdrage leveren aan een doelmatige besteding van de beschikbare middelen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Het tariefpercentage van 100% voor de VPT/DTV en Logeer prestaties geldt niet voor de vervoerskosten gerelateerd tot de prestatie. Gezien bovenregionale rol van de zorgaanbieder komen clienten veelal niet uit directe omgeving. Vervoerskosten zijn niet dekkend en leiden soms juist naar afname van logeren. Is ZK bereid deze tarieven wel tot 100% te verhogen als maatwerk?

Dit is een instellingsspecifieke vraag. Hierover kunt u contact opnemen met uw zorginkoper.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

In hoofdstuk 3 beschrijft u om voor bestaande clienten de mogelijkheid voor scheiden wonen/zorg te onderzoeken. In hoofdstuk 5.1.2b. hanteert u een norm zonder onderbouwing of onderzoek. Begrijpt de aanbieder het goed dat deze norm en/of het tarief van 80% niet geldt voor huidige woonachtige clienten met een ZZP 3 en 4? Zo niet, kunt u toelichten wat u dan bedoelt met het onderzoeken van de mogelijkheden?

Dit begrijpt u niet goed. De korting van 80% geldt voor alle cliënten met een ZZP 3 of ZZP 4 VG. Het onderzoeken van de mogelijkheden van extramuralisering kan voor alle cliënten gelden. Het toepassen van de norm geldt alleen voor VG3 en VG4, omdat wij vinden dat voor deze doelgroep de mogelijkheid voor scheiden van wonen en zorg groter zijn.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Waar kunnen de geldende tarieven per zorgprestatie gevonden worden?

Deze vindt u op de website van de NZa. De NZa maximumtarieven voor het jaar 2024 worden op 1 juli 2023 door de NZa gepubliceerd.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Toezegging dat NHC/NIC voor overige ZZP (5 t/m 8) 100% is voor de jaren 2024 t/m 2026. Hoe hard is die toezegging?

Deze toezegging is in pincipe hard, voor zover de contracteerruimte dat toelaat.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Welke denkrichting heeft u voor hoe de tarifering voor 2025 en 2026 eruit komen te zien?

De tariefsystematiek is voor de jaren 2024, 2025 en 2026 van toepassing en in het inkoopdocument beschreven. Dit zal niet wijzigen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

indien clienten verzocht worden om over te stappen naar VPT constructie en men heeft de wens om dit binnen de eigen woning te blijven wonen, moet de zorgaanbieder dan de verhuurder worden?

Dat is één van de mogelijkheden. Het is aan de zorgaanbieder om passende oplossingen te verkennen en realiseren.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Welk tarief gaat u hanteren voor ZZP ZG-Aud3, mede gelet op de gelijkenissen tussen dit ZZP en ZZP VG7?

Zorgkantoren hanteren voor het ZZP ZG AUD 3 tarief het regionale tariefpercentage dat volgens onze tariefsystematiek voor de betreffende zorgaanbieder van toepassing is. Deze doelgroep is door VWS niet genoemd als doelgroep waarvoor de extra € 40 miljoen voor 2023 en 2024 beschikbaar is gesteld.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Begrijpen wij het goed dat de cliënt met een ZZP 3 en 4 ook in 2024 de keus heeft om te kiezen tussen VPT of ZIN, maar dat die keuzevrijheid bij zorgaanbieders leidt tot afslag van de NHC component, zodat deze daarmee in de positie wordt gesteld de keuzevrijheid van de client op bedrijfsmatige gronden te (moeten) beinvloeden en de wens van de client niet langer centraal te kunnen stellen?

Dat begrijpt u niet goed. De wens en de keuzevrijheid van de cliënt blijft centraal staan. Wij verwachten van de zorgaanbieders dat hij met de cliënt (en zijn netwerk) de wensen en de mogelijkheden van de cliënt bespreekt om te bezien of zelfstandig wonen tot de mogelijkheden behoort.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Begrijpt aanbieder het goed dat bij lage historische kosten, bijvoorbeeld als dat komt door laag ziekteverzuim, geen vacatures, goed vastgoed beheer, geen PNIL het gesprek kan leiden tot een tariefpercentage van 95,7% i.c. sterke basiszorg? Zo niet kunt u toelichten wat u bedoelt?

Dat begrijpt u goed. In goed overleg willen we bespreken op welke wijze we het maatschappelijk geld zo goed mogelijk kunnen benutten. Dat kan betekenen dat aanbieders die het goed op orde hebben met een lager tarief toe kunnen. Dit geeft ons de ruimte om meer mensen van hetzelfde budget in zorg te nemen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Kunt u er mee akkoord gaan dat als een client met een ZZP 3 of 4 kiest voor ZIN wij de korting op de NHC mogen verhalen op de client? Het is immers zijn of haar keus. Zo niet, kunt u toelichten waarom niet?

Daar kunnen wij niet mee akkoord gaan. Instellingen die intramurale zorg bieden moeten alle elementen die tot de verzekerde aanspraak horen uit hun eigen budget financieren. De zorgaanbieders mogen geen extra bijdrage, anders dan door het CAK opgelegd aan de cliënt vragen. Overigens is een VPT ook ZIN (zorg in natura).

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Afslag van 20% voor NHC/NIC bij de VG3 en 4. We snappen de opgaaf om te extramuraliseren, geef een positieve prikkel. Dit is niet per 2024 te realiseren.

Zorgaanbieders krijgen een jaar extra tijd om de beweging naar de extramurale zorg voor de VG3 en VG4 te organiseren en te realiseren. Dit hebben wij besloten naar aanleiding van de vragen die zijn gesteld over ons beleid en de bezwaren dat wij te weinig tijd hebben gegeven om deze aanpassing uit te voeren. Meer informatie leest u in de Nota van Inlichtingen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Vanuit Cliëntenraden is veel weerstand tegen verdere implementatie van scheiden wonen en zorg, met name vanuit de financiële onzekerheid voor cliënten (oplopende huur/energie etc.) en de extra regelzaken die dit kost voor ouders/verwanten. Hoe is dit meegewogen in het inkoopbeleid? Kunnen cliënten worden gedwongen zelf te gaan huren om de norm zoals beschreven in het inkoopbeleid te realiseren?

Cliënten kunnen niet gedwongen worden om zelf te gaan huren. Wij verwachten van zorgaanbieders dat zij met cliënten en ouders in gesprek gaan over de wensen en mogelijkheden van zelfstandig wonen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

CZ hanteert het basistariefpercentage van 95,7% (m.u.v. logeren, DTV en VPT en NHC) dat voor drie jaar (of zelfs vijf jaar) gaat gelden. CZ werkt niet met prijsopslagen waarmee een hoger basis tariefpercentage kan worden verkregen. Klopt het dat de hiermee vrijkomende middelen worden ingezet voor complexe zorg aanbod? Zo nee, waarvoor worden deze middelen ingezet?

De vrijvallende middelen worden ingezet om voor logeren, DTV, NHC een 100% tarief te kunnen betalen en om de oplossingen voor complexe zorg te kunnen financieren.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Er komt een korting op NHC/NIC component t/m VG4. Zorgorganisaties kunnen vanwege langdurige verplichtingen de kosten van vastgoed niet op korte termijn aanpassen en op basis van de nieuwe bekostigingssystematiek is dit niet financierbaar. Indien vastgoed niet meer gefinancierd kan worden voor deze bedragen, waar moeten organisaties op korte termijn cliënten naar verwijzen? Met andere woorden, hoe kijkt het zorgkantoor naar het cliëntperspectief van huidige cliënten als ofwel zorgorganisatie danwel cliënt voor betaalbaarheidsvraagstukken komen te staan? Een korting van 20% op het NHC/NIC component voor VG3 en VG4 treft immers ook bestaande cliënten. Indien het zorgkantoor dit ook bedoeld heeft, hoe denkt het zorgkantoor deze cliënten binnen enkele maanden te kunnen verhuizen naar een kostendekkende woonvorm in de huidige huizenmarkt? Indien het zorgkantoor hier geen oplossing voor heeft, bent u bereidt dit artikel te schrappen en zo niet, waarom niet?

De keuzevrijheid van de individuele cliënt is en blijft het uitgangspunt. Wij zien dat er in de praktijk meer mogelijkheden zijn om de zorg extramuraal aan te bieden en wij zien dat van die mogelijkheden onvoldoende gebruik gemaakt wordt. Wij vragen van zorgaanbieders een bijdrage te leveren aan de realisereing van doelstellingen die ook door zorgaanbieders zelf onderschreven worden. Wij verwachten van zorgaanbieders dat zij op zoek gaan naar passende oplossingen zoals; in gesprek met woningbouwcorporaties, gemeentes of investeerders. Eveneens kan het gesprek gevoerd worden met cliënten om de mogelijkheden te verkennen om de huidige woonvorm via een andere leveringsvorm te financieren. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

U zet doormiddel van ophoging tariefpercentages MPT en/of VPT in op ambulantisering. In de ouderenzorg begrijpen we deze beweging doordat ouderen veelal beschikking hebben over eigen opgebouwd vermogen. Maar de gehandicaptenzorg is een hele andere setting. Ambulantisering wordt als oplossing ingezet ondanks dat onvoldoende duidelijk is of er daadwerkelijk een financiële besparing optreed voor de samenleving. Wat verwacht u aan groei van MPT/VPT in de gehandicaptenzorg? Waar dienen uw klanten te gaan wonen in het licht van de te krappe woningmarkt en hun inkomenspositie? Welke rol neemt u hierin zelf om te voorzien in voldoende beschikbare huisvesting?

De individuele cliënt mag niet de dupe worden van deze korting. De huisvesting moet voor hem betaalbaar zijn en de cliënt mag niet verplicht worden te verhuizen. Wij hebben met deze maatregel beoogd ommet de lagere vergoeding voor de lichtere zorg, die ook in een andere setting zou kunnen worden geboden, een bijdrage te leveren aan de bekostiging van duurdere meer intensieve zorg. Hierbij verwachten wij van zorgaanbieders dat zij een bijdrage leveren aan passende oplossingen zoals, in gesprek met woningbouwcorporaties, gemeentes of investeerders. Eveneens kan het gesprek gevoerd worden met cliënten om de mogelijkheden te verkennen om de huidige woonvorm via een andere leveringsvorm te financieren. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

korting van 20% op NHC/NIC ZZP3 en ZZP4: hoe kan een aanbieder deze korting compenseren? er zijn langdurige contracten aangegeaan m.b.t. huur e.d. Deze kunnen niet tussentijds opgezegd worden.

De individuele cliënt mag niet de dupe worden van deze korting. De huisvesting moet voor de cliënt betaalbaar zijn en de cliënt mag niet verplicht worden te verhuizen. Wij hebben met deze maatregel beoogd om met de lagere vergoeding voor de lichtere zorg, die ook in een andere setting kan worden geboden, een bijdrage te leveren aan de bekostiging van duurdere meer intensieve zorg. Hierbij verwachten wij van zorgaanbieders dat zij een bijdrage leveren aan passende oplossingen zoals, in gesprek met woningbouwcorporaties, gemeentes of investeerders. Eveneens kan het gesprek gevoerd worden met cliënten om de mogelijkheden te verkennen om de huidige woonvorm via een andere leveringsvorm te financieren. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

De korting met 20% op de NHC/NIC heeft zeer forse financiële gevolgen voor bestaande huisvesting. Omzetting naar MPT/VPT zal in veel gevallen betekenen dat zorgaanbieders een lagere huur kunnen vragen dan de werkelijke kosten van huisvesting, om het voor de cliënt betaalbaar te houden. Waarom wordt niet gewerkt met een beperkter kortingespercentage dan 20%?

De individuele cliënt mag niet de dupe worden van deze korting. De huisvesting moet voor de cliën betaalbaar zijn en de cliënt mag niet verplicht worden te verhuizen. Wij hebben met deze maatregel beoogd ommet de lagere vergoeding voor de lichtere zorg, die ook in een andere setting zou kunnen worden geboden, een bijdrage te leveren aan de bekostiging van duurdere meer intensieve zorg. Hierbij verwachten wij van zorgaanbieders dat zij een bijdrage leveren aan passende oplossingen zoals, in gesprek met woningbouwcorporaties, gemeentes of investeerders. Eveneens kan het gesprek gevoerd worden met cliënten om de mogelijkheden te verkennen om de huidige woonvorm via een andere leveringsvorm te financieren. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

CZ hanteert voor ZZP VG3 en VG4 in 2024, 2025 en 2026 een korting op de NHC van tenminste 20%. Hiermee wil CZ stimuleren dat deze cliënten zorg krijgen via andere leveringsvormen dan verblijf.Hoe gaat CZ om met de situatie dat er nauwelijks betaal bare huurwoningen beschikbaar zijn?

De individuele cliënt mag niet de dupe worden van deze korting. De huisvesting moet voor hem betaalbaar zijn en de cliënt mag niet verplicht worden te verhuizen. Wij hebben met deze maatregel beoogd om met de lagere vergoeding voor de lichtere zorg, die ook in een andere setting zou kunnen worden geboden, een bijdrage te leveren aan de bekostiging van duurdere meer intensieve zorg. Hierbij verwachten wij van zorgaanbieders dat zij een bijdrage leveren aan passende oplossingen zoals, in gesprek met woningbouwcorporaties, gemeentes of investeerders. Eveneens kan het gesprek gevoerd worden met cliënten om de mogelijkheden te verkennen om de huidige woonvorm via een andere leveringsvorm te financieren. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

CZ hanteert voor de jaren 2025 en 2026 een norm voor de verhouding tussen intramurale en extramurale zorgverlening voor VG3 en VG4. Hiermee wil CZ stimuleren dat deze cliënten zorg krijgen via andere leveringsvormen dan verblijf. De mogelijkheid om cliënten extramurale zorg te bieden is ook afhankelijk van de beschikbaarheid van de hierbij passende huisvesting. Kunt u aangeven op waarop uw verwachting gebaseerd is dat voor de aandelen extramurale zorg voldoende huisvestigingsmogelijkheden beschikbaar zijn in 2025 en 2026 en hoe staat u tegenover het feit dat cliënten om deze reden zouden moeten verhuizen?

De individuele cliënt mag niet de dupe worden van deze korting. De huisvesting moet voor de cliënt betaalbaar zijn en de cliënt mag niet verplicht worden te verhuizen. Wij hebben met deze maatregel beoogd om met de lagere vergoeding voor de lichtere zorg, die ook in een andere setting zou kunnen worden geboden, een bijdrage te leveren aan de bekostiging van duurdere meer intensieve zorg. Hierbij verwachten wij van zorgaanbieders dat zij een bijdrage leveren aan passende oplossingen zoals, in gesprek met woningbouwcorporaties, gemeentes of investeerders. Eveneens kan het gesprek gevoerd worden met cliënten om de mogelijkheden te verkennen om de huidige woonvorm via een andere leveringsvorm te financieren. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Wij begrijpen de transitiewens naar VPT maar veel cliënten kiezen voor ZIN vanwege het niet kunnen opbrengen van de woonlasten. Is er flankerend beleid om dit te ondervangen? ZO niet, kunt u toelichten hoe u het voor de client financieel aantrekkelijk maakt om voor VPT te kiezen?

De cliënt kan een beroep doen op bijv. de huurtoeslag of de zorgtoeslag. Zie hiervoor ook de handreikingen in het handboek VPT. Er zijn goede voorbeelden van initiatieven waarbij het vastgoed zo energiezuining mogelijk worden gerealiseerd, waardoor de kosten voor de cliënt lager worden. Het is belangrijk te benadrukken dat de cliënt bij een VPT meer eigen regie en meer zelfstandigheid ervaart. Sommige cliënten vinden het dan niet erg dat de zorg en het wonen daardoor wat duurder wordt. Dit mag echter niet verplicht worden.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

De voetnoot op blz. 21 ontbreekt. Waar wordt naar verwezen?

De voetnoot luidt: Dit zijn nieuwe zorgaanbieders, aanbieders met een historisch lager tarief, historisch lagere kosten of aanbieders die geen actieve bijdrage leveren aan een regionale opgave, zoals opgenomen in het regiobeeld

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Hoe tellen samenwerkingsverbanden mee in bepaling van de norm, verhouding intra- en extramurale zorg? stel dat we een samenwerkingsverband aangaan waarbij een VPT door 2 aanbieders wordt verzorgd. Telt deze productie dan alleen voor de aanbieder die de zorg schrijft? wat betekend dit voor de keuzevrijheid van de client?

De verhouding intra- en extramurale zorg wordt bepaald op basis van de cliënten die in zorg zijn. Een cliënt met leveringsvorm verblijf of VPT telt alleen mee in de leveringsvorm verblijf of VPT, ongeacht eventueel aanvullende declaraties in andere leveringsvormen. Aangezien de VPT-prestatie maar door één zorgaanbieder geleverd kan worden, telt deze inderdaad enkel mee bij de zorgaanbieder die de zorg declareert. Dit belet niet de keuzevrijheid van de cliënt.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

U schrijft in de visie met betrekking tot innovatie dat zorgkantoren een overzicht gaan genereren van thema’s met bijbehorende bewezen innovaties. Op dit moment bestaan er verschillende ‘overzichten’ in de sector, bijvoorbeeld vanuit Vilans en vanuit het Kenniscentrum Digitale Zorg. Kunt u toelichten op welke wijze en wanneer u helderheid gaat verschaffen over het overzicht dat zorgkantoren gaan genereren?

Het Kenniscentrum digitale zorg bevat kennis en ervaring rondom digitale toepassingen in de zorg. De komende jaren wordt dit aanbod verder uitgebreid en werken we graag samen met zorgaanbieders en ontwikkelaars om de lijst verder uit te breiden. Het streven van de zorgkantoren is om op 1-1-2024 een bruikbare landelijke lijst te hebben met digitale toepassingen in de langdurige zorg, gespecificeerd naar inzetbaarheid per sector.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Kunt u toelichten hoe u reële tariefpercentages heeft kunnen vaststellen als de tarieven van de NZa nog niet bekend zijn?

De NZa is verantwoordelijk voor de jaarlijkse vaststelling van kostendekkende tarieven. Kostenontwikkelingen worden hierin middels indexatie verwerkt. Doordat het richttariefpercentage wordt afgezet tegen de NZa maximumtarieven volgen we de landelijke indexatie. Indien zorgaanbieders bezwaren hebben tegen de hoogte/wijze van indexering van de NZa maximumtarieven, is het raadzaam dit onder de aandacht te brengen bij de NZa.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Hoeveel geld heeft u gereserveerd voor de bekostiging van de hardheidclausule?

Wij hebben hiervoor geen aparte middelen gereserveerd. Dit wordt gefinancierd uit de beschikbare contracteerruimte.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Het NHC/NIC tarief van de ZZP VG3+4 en GGZ1+2 wordt verlaagd van 100% naar 80% van het Nza tarief. Waarom wordt dit direct ingevoerd per 2024? Deze forse tariefdaling kan niet op dergelijke korte termijn worden gerealiseerd bij de zorgaanbieders, immers de kosten kunnen niet zo snel naar beneden worden bijgesteld (bijv huurcontracten met langere looptijd) en er is krapte op de woningmarkt wat de doorstroom van cliënten bemoeilijkt.

Zorgaanbieders krijgen een jaar extra tijd om de beweging naar de extramurale zorg voor de VG3 en VG4 te organiseren en te realiseren. Dit hebben wij besloten naar aanleiding van de vragen die zijn gesteld over ons beleid en de bezwaren dat wij te weinig tijd hebben gegeven om deze aanpassing uit te voeren. Meer informatie leest u in de Nota van Inlichtingen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Heeft u onderzoek gedaan naar reële tarieven bij de vaststelling van de verschillende opslagen en tariefpercentages (zie o.a. de tabel op pagina 19 van het CZ Zorginkoopdocument)? Zo ja, kunt u dit onderzoek delen?

De percentages die wij genoemd hebben, zijn het uitgangspunt voor een aanbod dat wij doen. Wij kiezen voor maatwerk en differentiatie zodat kan worden gestuurd op het behalen van de in de inkoopvisie gestelde doelen en het realiseren van de gewenste beweging in de regio.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Hoe rechtvaardigt u eventuele verschillen in de tariefstelling tussen ZZP ZG VIS 5 en ZZP VG7, gelet op de overeenkomsten tussen beide ZZP’s?

Specifiek voor de VG7 doelgroep hebben afgelopen jaar landelijk meerdere onderzoeken gelopen. Mede hierdoor heeft VWS voor 2023 en 2024 €40 miljoen extra per jaar beschikbaar gesteld, specifiek voor de VG7 doelgroep. Dit is te lezen in de Voorjaarsnota 2023. De doelgroep ZZP ZG VIS 5 staat los van de doelgroep ZZP VG7 en is niet meegenomen in deze onderzoeken naar de VG7 doelgroep.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Welke zorgzwaartepakketten kwalificeren als ‘complexe zorg’ (zie o.a. de tabel op pagina 19 van het CZ Zorginkoopdocument)?

De complexe zorg is niet specifiek gekoppeld aan zorgzwaartepakketen, hoewel het meestal om VG7 zal gaan. In paragraaf 4.3 wordt toegelicht wat wij onder complexe zorg verstaan.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Het NHC/NIC tarief van de ZZP VG3+4 en GGZ1+2 wordt verlaagd van 100% naar 80% van het Nza tarief. Deze tariefkorting is onmogelijk en onuitvoerbaar. Vanuit de Nza worden ook tariefkortingen voor de NHC voorbereid dus een korting van CZ zou dubbelop zijn.

De bepaling van de hoogte van de NZa- maximumtarieven v.w.b. het onderdeel NHC/NIC component is niet de verantwoordelijkheid van het zorgkantoor, maar die van de NZa. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Waarom heeft u niet, net zoals Zilveren Kruis, in de tariefstelling (meer) gedifferentieerd naar specifieke zorgprestaties? Bent u bereid dat alsnog te doen, en zo niet, waarom niet?

Zorgkantoren hebben gezamenlijk een transparant tariefmodel opgesteld voor de onderbouwing van de tarieven. In het eigen inkoopbeleid werken de zorgkantoren de tariefsystematiek verder uit. Dat geeft ruimte voor maatwerk en differentiatie zodat kan worden gestuurd op het behalen van de in de inkoopvisie gestelde doelen en het realiseren van de gewenste beweging in de regio. Dit leidt tot een verschil in tariefsystematiek per zorgkantoor. Wij zijn niet bereid om de tariefsystematiek van zorgkantoor ZIlveren Kruis over te nemen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Het NHC/NIC tarief van de ZZP VG3+4 en GGZ1+2 wordt verlaagd van 100% naar 80% van het Nza tarief. Hoe is de 80% bepaald en berekend? Het uitgangspunt moet zijn dat kostendekkende tarieven worden afgesproken. Een tariefkorting van 20% resulteert in niet kostendekkende tarieven.

Uitgangspunt is dat iedere cliënt passende zorg ontvangt die de cliënt redelijkerwijs mag verwachten binnen de Wlz aanspraak. De huisvesting moet betaalbaar zijn en de cliënt mag niet verplicht worden te verhuizen. Wij hebben met deze maatregel beoogd om met de lagere vergoeding voor lichtere zorg die ook in een andere setting zou kunnen worden geboden, een bijdrage te leveren aan de bekostiging van duurdere, meer intensieve zorg. Hierbij verwachten wij van zorgaanbieders dat zij een bijdrage leveren aan passende oplossingen zoals, in gesprek met woningbouwcorporaties, gemeentes of investeerders. Eveneens kan het gesprek gevoerd worden met cliënten om de mogelijkheden te verkennen om de huidige woonvorm via een andere leveringsvorm te financieren. Met deze maatregel stimuleren wij de beweging naar extramuralisering en verdelen wij het budget op een andere manier. We maken geld bij de lichtere vormen van zorg vrij om extramuralisering in de vorm van VPT, logeren en DTV met 100% te kunnen betalen en om oplossingen voor complexe zorg te stimuleren en te financieren. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

CZ hanteert een tariefsystematiek voor 2024-2026. Hierbij is voor sommige onderdelen aangegeven dat de opslag alleen voor 2024-2025 geldt. In 2025 leidt het kostenonderzoek van de NZa tot nieuwe tarieven. Op basis daarvan moeten de reële tariefpercentages opnieuw vastgesteld worden. Hoe verhoudt de meerjarige bekostigingssystematiek zich volgens u tot deze wijziging en de verplichting om reële tarieven te hanteren?

De opslagen waar u op doelt zijn bedoeld om de extramurale zorg te stimuleren en staan los van het kostenonderzoek van de NZa dat mogelijk tot nieuwe tarieven leidt in het jaar 2025. Doordat het tariefpercentage wordt afgezet tegen de maximum NZa tarieven en de NZa de maximumtarieven jaarlijks corrigeert voor kostenontwikkelingen en eventuele andere zaken, volgt het tarief automatisch de kostenontwikkelingen in de zorg, in lijn met het beleid van de NZa.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Welk tariefpercentage gaat u hanteren voor ZZP ZG VIS 5, mede gelet op de gelijkenissen tussen dit ZZP en ZZP VG7?

Zorgkantoren hanteren voor het ZZP ZG VIS 5 tarief het regionale tariefpercentage dat volgens onze tariefsystematiek voor de betreffende zorgaanbieder van toepassing is. Deze doelgroep is door VWS niet genoemd als doelgroep waarvoor de extra € 40 miljoen voor 2023 en 2024 beschikbaar is gesteld.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

CZ hanteert voor de jaren 2025 en 2026 een norm voor de verhouding tussen intramurale en extramurale zorgverlening voor VG3 en VG4. Hiermee wil CZ stimuleren dat deze cliënten zorg krijgen via andere leveringsvormen dan verblijf. Cliënten hebben op basis van de Wlz keuzevrijheid in de leveringsvorm waarin zij hun zorgprofiel willen ontvangen. Dit geldt ook voor cliënten met VG3 en VG4. Als cliënten kiezen voor intramurale zorg , dan kan dat grote (financiële) consequenties hebben voor de gecontracteerde aanbieders. Hoe heeft het zorgkantoor rekening gehouden met cliënten met indicatie VG 3 en VG4 die intramurale zorg willen ontvangen? Is het zorgkantoor bereid voor al deze jaren van de genoemde norm af te zien? Zo nee, waarom niet?

Wij zijn niet bereid van deze korting af te zien. Het is een korting op het budget van de zorgaanbieder, waarmee wij de relatief lichtere zorg minder financieren en daarbij de zorgcomponent buiten beschouwing laten. Het is aan de zorgaanbieder passende maatregelen te nemen met de keuzevrijheid van de cliënt als uitgangspunt. Wij vinden dat we iets moeten doen om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden. Ons beleid van de afgelopen jaren om VPT, DTV en logeren tegen 100% te vergoeden heeft onvoldoende effect gehad.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

CZ stelt een korting van 2% voor aanbieders die geen actieve bijdrage leveren aan de regioplannen. Het zorgkantoor heeft de plicht om tarieven te bieden die in een redelijke verhouding staan tot de te verlenen zorg. Het zorgkantoor moeten controleerbaar onderbouwen dat de tarieven reëel zijn. Op welke manier onderbouwt u dat een inkooppercentage van 93,7% nog leidt tot redelijke tarieven?

Willen wij de langdurige zorg in stand houden, dan is de inzet en betrokkenheid van alle partijen noodzakelijk. Een aanbieder die ervoor kiest geen regionale inspanning te leveren, doet afbreuk aan de saamhorigheid die gevraagd is. Wij stimuleren de betrokkenheid en participatie door verschil te maken tussen aanbieders die zich inspannen voor de regio en een bijdrage leveren aan regionale knelpunten en zorgaanbieders die dat niet doen. In algemene zin is de vraag niet te beantwoorden omdat de inzet voor de regio ook bepaald wordt door de positie van de zorgaanbieder in de regio en de mogelijkheden die er zijn.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Welk tarief gaat u hanteren voor ZZP ZG VIS 5, mede gelet op de gelijkenissen tussen dit ZZP en ZZP VG7?

Zorgkantoren hanteren voor het ZZP ZG VIS 5 tarief het regionale tariefpercentage dat volgens onze tariefsystematiek voor de betreffende zorgaanbieder van toepassing is. Deze doelgroep is door VWS niet genoemd als doelgroep waarvoor de extra 40 miljoen beschikbaar is gesteld.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

CZ hanteert voor alle ZZP VG3 en VG4 in 2024, 2025 en 2026 een korting op de NHC van tenminste 20%. Hiermee wil CZ stimuleren dat deze cliënten zorg krijgen via andere leveringsvormen dan verblijf. De consequentie van deze maatregel is dat hierdoor minder budget beschikbaar is voor de verduurzaamheidsverplichtingen die zorgaanbieders hebben. Ten behoeve van het kunnen uitvoeren van deze verduurzaamheidsverplichting vragen wij het zorgkantoor deze maatregel ongedaan te maken. Is het zorgkantoor hiertoe bereid en zo nee waarom niet?

Zorgaanbieders krijgen een jaar extra tijd om de beweging naar de extramurale zorg voor de VG3 en VG4 te organiseren en te realiseren. Dit hebben wij besloten naar aanleiding van de vragen die zijn gesteld over ons beleid en de bezwaren dat wij te weinig tijd hebben gegeven om deze aanpassing uit te voeren. Meer informatie leest u in de Nota van Inlichtingen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Wij hebben geen VG7 clienten binnen de regio. dit betekend indien de korting op de ZZP3 en ZZP4 doorgaan, wij gekort gaan worden in de regio. Indien we gekort gaan worden heeft dit onder andere consequenties voor de kwaliteit van de zorgverlening of de inet van medewerkers. Hoe kunnen wij dit verantwoorden of uitleggen naar onze clienten? Daarnaast wordt deze keuze niet gemaakt in andere regio's of door andere zorgkantoren. Dit betekend dus ook dat de postcode, of je woonplaats, van invloed kan zijn voor mogelijkheden binnen het zorgaanbod. Is dit volgens u wenselijk?

Er is naar onze mening geen sprake van verschil in het zorgaanbod tussen regio's, omdat cliënten de vrijheid behouden om in overleg met de zorgaanbieder te kiezen voor de leveringsvorm en de inzet van de zorg die het beste past. Ook in de landelijke visie en in het landelijk akkoord VGN-ZN is opgenomen dat er een beweging gemaakt moet worden om de zorg te extramuraliseren. Die ambitie kan alleen verwerkelijkt worden met inachtneming van de wettelijke kaders.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

De korting met 20% op de NHC/NIC heeft ook aanzienlijke gevolgen voor de impairmenttoets die zorgaanbieders jaarlijks moeten uitvoeren. De aanpassing met 20% kan ertoe leiden dat aanbieders forse afwaarderingen (bijzondere waardeverminderingen) op hun vastgoed moeten doen. Deze zullen lopen via het exploitatieresultaat van aanbieders dat al fors onder druk staat. aanbieders gaan mogelijk negatieve resultaten schrijven, waardoor ze onder extra toezicht van banken staan en daardoor hogere rentelasten moeten betalen gezien het toegenomen risicoprofiel. Is het zorgkantoor zich bewust dat er mogelijk forse afwaarderingen moeten plaatsvinden bij zorgaanbieders die hen in fiancieële problemen kan brengen?

Wij zien geen directe relatie tussen het tariefsvoorstel voor de NHC/NIC en de impairmenttoets. Het is aan de zorgaanbieder om de bedrijfsvoering zo te organiseren dat er een juiste balans ontstaat tussen de vastgoed/ zorgexploitatie. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor de organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

CZ is het enige zorgkantoor dat het richttarief op 93,7% (is -2% van het landelijke richttarief) stelt als geen actieve bijdrage wordt geleverd aan regioplannen. Dit wordt bij inschrijving getoetst middels een inschrijvingsverklaring. De toetsing die pas plaatsvindt na inschrijving geeft onzekerheid over welk percentage zal worden toegekend. U schrijft dat als er verschil van inzicht bestaat over de gegeven antwoorden, nader overleg hierover plaats vindt. Heeft de aanbieder de mogelijkheid om in bezwaar te gaan wanneer nader overleg niet tot overeenstemming leidt? Zo nee, welke mogelijkheid heeft de zorgaanbieder dan om het voorgenomen besluit te laten toetsen?

Wij streven ernaar om in goed overleg tot een gezamenlijk standpunt te komen. Als wij een ander standpunt innemen, dan zullen wij dat gemotiveerd terugkoppelen. De zorgaanbieder kan conform paragraaf 7.4.van het regionale inkoopdocument een bezwaarprocedure starten.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Kunt u een onderbouwing geven waaruit blijkt dat een lager tarief nog steeds een reëel tarief is als zorgaanbieders zich minder inspannen voor de regio en daardoor 93,7% van het NZa-tarief krijgen?

Willen wij de langdurige zorg in stand houden, dan is de inzet en betrokkenheid van alle partijen noodzakelijk. Een aanbieder die ervoor kiest geen regionale inspanning te leveren, doet afbreuk aan de saamhorigheid die gevraagd is. Wij stimuleren de betrokkenheid en participatie door verschil te maken tussen aanbieders die zich inspannen voor de regio en een bijdrage leveren aan regionale knelpunten en zorgaanbieders die dat niet doen. In algemene zin is de vraag niet te beantwoorden omdat de inzet voor de regio ook bepaald wordt door de positie van de zorgaanbieder in de regio en de mogelijkheden die er zijn.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

De NHC/NIC vergoeding in 2025 en 2026 is afhankelijk van het al dan niet behalen ven een norm extramuraal. Wij maken hier ernstig bezwaar tegen. Indien een aanbieder op dit moment ver van deze norm zit is het bijna onmogelijk de gestelde norm te behalen. Daarnaast kunnen er redenen zijn dat van de norm afgeweken zou moeten worden. Wij verzoekeu u deze maatregel ongedaan te maken of te verzachten. Gaat u hiermee akkoord? Zo nee, waarom niet?

Wij gaan hier niet mee akkoord. Om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden vragen wij van alle betrokkenen een bijdrage, omdat we alleen gezamenlijk de langdurige zorg in stand kunnen houden. Ons beleid van de afgelopen jaren om VPT, DTV en logeren tegen 100% te vergoeden heeft onvoldoende effect gehad. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

CZ hanteert voor ZZP VG3 en VG4 in 2024, 2025 en 2026 een korting op de NHC van tenminste 20%. Hiermee wil CZ stimuleren dat deze cliënten zorg krijgen via andere leveringsvormen dan verblijf. Cliënten hebben op basis van de Wlz keuzevrijheid in de leveringsvorm waarin zij hun zorgprofiel willen ontvangen. Dit geldt ook voor cliënten met VG3 en VG4. Als cliënten kiezen voor intramurale zorg , dan kan dat grote (financiële) consequenties hebben voor de gecontracteerde aanbieders. Hoe heeft het zorgkantoor rekening gehouden met cliënten met indicatie VG 3 en VG4 die intramurale zorg willen ontvangen? Is het zorgkantoor bereid van deze korting af te zien? Zo nee, waarom niet?

Wij zijn niet bereid van deze korting af te zien. Het is een korting op het budget van de zorgaanbieder, waarmee wij de relatief lichtere zorg minder financieren en daarbij de zorgcomponent buiten beschouwing laten. Het is aan de zorgaanbieder passende maatregelen te nemen met de keuzevrijheid van de cliënt als uitgangspunt. We vinden dat we iets moeten doen om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden. Ons beleid van de afgelopen jaren om VPT, DTV en logeren tegen 100% te vergoeden heeft onvoldoende effect gehad. Zorgaanbieders krijgen een jaar extra tijd om de beweging naar de extramurale zorg voor de VG3 en VG4 te organiseren en te realiseren. Dit hebben wij besloten naar aanleiding van de vragen die zijn gesteld over ons beleid en de bezwaren dat wij te weinig tijd hebben gegeven om deze aanpassing uit te voeren. Meer informatie leest u in de Nota van Inlichtingen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Het NHC/NIC tarief van de ZZP VG3+4 en GGZ1+2 wordt verlaagd van 100% naar 80% van het Nza tarief. De aanname van het zorgkantoor is dat deze zorgprofielen zich goed lenen om op een andere manier dan intramuraal vorm te krijgen. Waar is de aanname op gebaseerd? In het inkoopdocument staat dat CZ zich baseert op "gesprekken met zorgaanbieders" maar dat lijkt ons geen degelijke onderzoeksmethode die passend zou zijn bij een dergelijk forse tariefkorting.

Over het algemeen zijn dit cliënten met een lichtere zorgvraag. Wanneer wij naar onze analyses kijken zien we dat het merendeel van de cliënten met een zorgprofiel VG3 of VG4 haar zorg reeds zonder verblijf verzilverd. Uiteraard hoeft dit niet voor álle cliënten met een VG3 en VG 4 zorgprofiel te gelden. Het is belangrijk dat u de mogelijkheden met de cliënt (en vertegenwoordigers) onderzoekt.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Het NHC/NIC tarief van de ZZP VG3+4 en GGZ1+2 wordt verlaagd van 100% naar 80% van het Nza tarief. De aanname is dat deze cliënten ook voldoende zouden hebben aan VPT/MPT. Indien een deel van deze cliënten inderdaad zouden doorstromen naar VPT/MPT dan zouden daarmee de gemiddelde kosten per cliënt dalen, wat gunstig is voor de WLZ budgetuitnutting. Maar, voor het resterende deel van de cliënten met een ZZP wordt dan alsnog de NHC tariefkorting van 20% toegepast. Dit is onterecht en dubbelop.

Met deze maatregel stimuleren wij de beweging naar extramuralisering en verdelen wij het budget op een andere manier. Wij hebben met deze maatregel beoogd om met de lagere vergoeding voor lichtere zorg die ook in een andere setting kan worden geboden, een bijdrage te leveren aan de bekostiging van duurdere, meer intensieve zorg Het is aan de zorgaanbieder om passende zorg te (blijven) verlenen aan de cliënten die bij haar in zorg zijn. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Wij constateren dat het zorgkantoor geen duidelijkheid geeft over het tarief voor VG7. Naar onze mening is dat in strijd met het transparantiebeginsel. Wij behouden ons het recht voor om hierover in een later stadium nog vragen te stellen. Bent u het daarmee eens? Zo nee, waarom niet?

In de Nota van Inlichtingen dat het zorgkantoor eveneens op 7 juli publiceert leest u aanvullend beleid over het tariefpercentage VG7. Het is mogelijk daar vragen over te stellen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

“Het inkooppercentage van de NHC/NIC component blijft voor de jaren 2024, 2025 en 2026 100%. Uitzondering is de NHC/NIC voor de ZZP’s VG 3 en 4.” Is het hiermee de generieke NHC korting van de baan?

CZ zorgkantoor zal voor de jaren 2024,2025 en 2026 geen generieke korting toepassen op de NHC/NIC van de zorgprofielen niet zijnde VG3 en VG4.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Tariefpercentage NHC/NIC is voor 2024-2026 vastgesteld op 100% NZa max (m.u.v. VG3 en VG4 ZZP's). In hoeverre is hierin al rekening is gehouden met de herijking (tariefdaling) van de NHC/NIC per 2024?

Hier kan geen rekening mee worden gehouden,omdat wij geen hoger tarief dan het door de NZa vastgestelde tarief mogen vergoeden.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Het percentage NHC/NIC van 3VG/4VG worden verlaagd naar 80% (en mogelijk in 2025/2026 naar 70%). Wat is de onderbouwing van het percentage van 80%?

Zorgkantoren hebben gezamenlijk een transparant tariefmodel opgesteld voor de onderbouwing van de tarieven. In het eigen inkoopbeleid werken de zorgkantoren de tariefsystematiek verder uit. Dat geeft ruimte voor maatwerk en differentiatie zodat kan worden gestuurd op het behalen van de in de inkoopvisie gestelde doelen en het realiseren van de gewenste beweging in de regio. Wij hebben ervoor gekozen om te korten op de NHC/NIC. Hierdoor blijft de zorgcomponent in tact. Voor deze twee doelgroepen zien wij de mogelijkheden om de zorg in een extramurale setting te bieden. Wij zien dat ons in voorgaande jaren gevoerd beleid, onvoldoende effect heeft gehad. Met het oog op de noodzaak veranderingen tot stand te brengen die mogelijk zijn hebben we ervoor gekozen het beleid met dit element uit te breiden.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Wat is de reden dat CZ als enige zorgkantoor afwijkt van het NHC percentage ten opzichte van andere zorgkantoren?

Zorgkantoren hebben gezamenlijk een transparant tariefmodel opgesteld voor de onderbouwing van de tarieven. In het eigen inkoopbeleid werken de zorgkantoren de tariefsystematiek verder uit. Dat geeft ruimte voor maatwerk en differentiatie zodat kan worden gestuurd op het behalen van de in de inkoopvisie gestelde doelen en het realiseren van de gewenste beweging in de regio. Wij hebben ervoor gekozen om te korten op de NHC/NIC i.p.v. op het ZZP tarief om de gewenste bewegingen te stimuleren. Hierdoor blijft de zorgcomponent in tact. Voor deze twee doelgroepen zien wij de mogelijkheden om de zorg in een extramurale setting te bieden. Wij zien dit echter nog onvoldoende terug. Daarom hebben we voor dit beleid gekozen om deze beweging te stimuleren.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Kunt u aangeven wat de kosten voor een zorgaanbieder zijn (in uren en euro's) om een regionale inspanning te leveren ten opzichte van de lagere opbrengst voor een zorgaanbieder bij een tariefsdaling van 2%? Is deze verhouding proportioneel?

Willen wij de langdurige zorg in stand houden, dan is de inzet en betrokkenheid van alle partijen noodzakelijk. Een aanbieder die ervoor kiest geen regionale inspanning te leveren, doet afbreuk aan de saamhorigheid die gevraagd is. Wij stimuleren de betrokkenheid en participatie door verschil te maken tussen aanbieders die zich inspannen voor de regio en een bijdrage leveren aan regionale knelpunten en zorgaanbieders die dat niet doen.

In algemene zin is de vraag niet te beantwoorden omdat de inzet voor de regio ook bepaald wordt door de positie van de zorgaanbieder in de regio en de mogelijkheden die er zijn.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Waarom wordt geen percentage van 100% gehanteerd voor MPT? In principe is MPT-zorg nog goedkoper dan VPT waar wel een percentage van 100% wordt gehanteerd. Het feit dat er geen hiaat in het aanbod van MPT wordt ervaren doet ons inziens hier niets aan af.

Wij zijn wel van mening dat er voldoende aanbod van MPT is en dat stimuleren hiervan met een tariefpercentage van 100% niet nodig is.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Veel cliënten moeten kiezen voor ZIN op basis van financiele gronden (het niet kunnen opbrengen van de woonlasten.) Is CZ zorgkantoren zich bewust van de krapte op de woningmarkt en de gestegen energiekosten en de bovengenoemde gevolgen daarvan voor burgers?

Wij zijn ons hiervan bewust. Toch zijn er veranderingen nodig om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

CZ hanteert voor alle ZZP VG3 en VG4 in 2024, 2025 en 2026 een korting op de NHC van tenminste 20%. Hiermee wil CZ stimuleren dat deze cliënten zorg krijgen via andere leveringsvormen dan verblijf. Wanneer deze maatregel forse negatieve consequenties heeft voor de huisvestingsexploitatie is het zorgkantoor dan bereid om deze maatregel ongedaan te maken?

Zorgaanbieders krijgen een jaar extra tijd om de beweging naar de extramurale zorg voor de VG3 en VG4 te organiseren en te realiseren. Dit hebben wij besloten naar aanleiding van de vragen die zijn gesteld over ons beleid en de bezwaren dat wij te weinig tijd hebben gegeven om deze aanpassing uit te voeren. Meer informatie leest u in de Nota van Inlichtingen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Er wordt een korting voorgesteld op de NHC/NIC van 3VG/4VG met 20%. Hoe wordt omgegaan met de tariefcodes (Z431,Z432,Z433 en Z441,Z442 en Z443) waarin ook een NHC voor dagbesteding en/of behandeling is opgenomen. Wordt alleen over het woongedeelte van de NHC een korrting van 20% toegepast, zodat niet ook een korting wordt toegepast van 20% op de beschikbare NHC en NIC van dagbesteding en behandeling? Bent u het ermee eens dat de korting, mocht deze worden doorgevoerd, alleen betrekking kan hebben op de wooncomponent van de NHC/NIC en niet ook op de component dagbesteding en behandeling?

Wij zijn het ermee eens dat deze korting enkel wordt toegepast op het woongedeelte, dus alleen de ZZP-prestaties VG3 en VG4.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Kunt u er mee akkoord gaan dat bij het gesprek over een structureel lager kostenniveau ook de solvabiliteit en weerstandsvermogen van de instelling wordt meegenomen/gewogen, zo niet, kunt u toelichten waarom niet?

Wij zijn bereid om dit mee te nemen in het gesprek.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

In welke mate en op welke vlakken verschillen de tariefsystematiek en de administratievereisten in de WLZ van die van de Jeugdwet?

Wij kunnen hier geen antwoord op geven. Wij hebben geen kennis van de tariefsystematiek en de administratieve vereisten van de Jeugdwet.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Het zorgkantoor stelt een norm vast voor de verhouding tussen intra- en extramurale zorg voor VG en VG4 en mocht hier niet aan worden voldaan dan volgt een verdere korting op de NHC/NIC in 2025 en 2026. Als zorgaanbieder hebben wij net als het zorgkantoor geen of slechts beperkt invloed op de verzilveringskeuze van de client. Wij vinden het onredelijk dat de keuze van de client negatieve consequenties kan hebben op de NHC/NIC inkomsten. Is het zorgkantoor bereid om af te zien van verdere korting op de NHC/ NIC in 2025 en 2026? En zo nee waarom niet?

Wij zien dat er met respect voor de keuzevrijheid van de verzekerde meer mogelijkheden zijn om recht te doen aan de aanspraken van een verzekerde. Wij zien ook dat de maatregelen die wij in voorgaande jaren hebben getroffen om een beweging te stimuleren, onvoldoende effect hebben gehad. Willen wij de langdurige zorg in stand houden, dan is er meer nodig. Wij vragen van zorgaanbieders een grotere inspanning om met cliënten te zoeken naar een invulling van hun aanspraak die recht doet aan de indicatie, maar die ook doelmatig is. Ook in de landelijke visie en in het landelijk akkoord VGN-ZN is opgenomen dat er een beweging gemaakt moet worden om de zorg te extramuraliseren.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Invoering van de korting op de NHC van VG ZZP 3 en 4, uitsluitend voor nieuw te plaatsen clienten, had gezien de sectorbrede consensus rondom de kanslijnen kunnen rekenen op een breder draagvlak en betere uitvoerbaarheid. Wat is uw visie hierop?

Wij vinden dat ook met cliënten die reeds in zorg zijn het gesprek gevoerd kan worden om te bespreken of er wensen en mogelijkheden zijn om zelfstandig te wonen. De keuzevrijheid van de cliënt dient daarbij gerespecteerd te worden maar wij zien voldoende mogelijkheden (zoals ook blijkt uit de praktijk) om in overleg een andere optie uitvoerbaar te maken.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Begrijpt aanbieder het goed dat de cliënt met een ZZP 3 en 4 ook in 2024 de keus heeft om te kiezen tussen VPT of ZIN. Zo niet kunt u toelichten waarom niet?

Wij verwachten dat de zorgaanbieder met cliënt en ouders (netwerk) bespreekt wat de mogelijkheden zijn van een VPT. Als er goede argumenten zijn, waarom de zorginzet middels een VPT niet kan, dan kan dat ook d.m.v. een ZZP.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Stelt het zorgkantoor dat een aanbieder met historisch lage kosten geen sterke basiszorg levert? Zo niet kunt u toelichten wat u bedoelt?

Wij stellen dit niet. Het leveren van goede basiszorg hoeft niet direct gerelateerd te zijn aan de hoogte van het tarief. Het kan zijn dat de betreffende aanbieder lagere kosten heeft omdat deze bijvoorbeeld een lagere overhead heeft of geen bijdrage levert aan regionale trajecten.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

De inzet van een VPT/MPT is op geleide van verschillende grondslagen en doelgroepen, in meer of in mindere mate mogelijk. Uw inkoopbeleid houdt geen rekening met deze verschillen. Dit betekent dat het voor sommige aanbieders in mindere mate mogelijk is om VPT/MPT in te zetten dan voor andere aanbieders terwijl afspraken over bijvoorbeeld tariefpercentages geen rekening houden met dit verschil. Dit gaat in tegen het gelijkheidsbeginsel. De percentages zouden specifieker gericht moeten zijn op de specfieke grondslagen en doelgroepen. Graag zien wij de percentages en bijbehorende voorwaarden in deze lijn aangepast. Kunt u hierop bevestigen?

Wij kunnen hierop niet bevestigen. We hebben reeds onderscheid gemaakt naar zorgprofiel. Een verdere specificering is niet mogelijk en onwenselijk. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Hoe ziet het zorgkantoor de toegepaste korting op het NHC/NIC component in relatie tot het bieden van reële tarieven welke ook gelden voor de intramurale zorg van de VG 3 en de VG4 ?

Wij kiezen voor maatwerk en differentiatie zodat kan worden gestuurd op het behalen van de in de inkoopvisie gestelde doelen en het realiseren van de gewenste beweging in de regio. Met deze maatregel stimuleren wij de beweging naar extramuralisering en verdelen wij het budget op een andere manier. We maken geld bij de lichtere vormen van zorg vrij om extramuralisering in de vorm van VPT, logeren en DTV met 100% te kunnen betalen en om oplossingen voor complexe zorg te stimuleren en te financieren.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

U verlaagt het NHC/NIC percentage voor ZZP VG 3 en VG 4 als onderdeel van het integraal tarief naar 80%. Wij maken hier ernstig bezwaar tegen. De maximale NHC vergoeding in 2024 wordt al 8% lager en de maximale NIC vergoeding 2,5%. Een afslag van 20% op deze lagere vergoeding zal grote gevolgen hebben voor de kwaliteit van de huisvesting, dit mede gezien de fors toegenomen bouwkosten. Ik verzoek u dringend deze maatregel ongedaan te maken dan wel fors te verzachten. Gaat u hiermee akkoord? Zo nee, waarom niet?

Zorgaanbieders krijgen een jaar extra tijd om de beweging naar de extramurale zorg voor de VG3 en VG4 te organiseren en te realiseren. Dit hebben wij besloten naar aanleiding van de vragen die zijn gesteld over ons beleid en de bezwaren dat wij te weinig tijd hebben gegeven om deze aanpassing uit te voeren. Meer informatie leest u in de Nota van Inlichtingen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

voor 2024 en 2025 wordt 100% van de NZA tarieven vergoed voor logeren, VPT en DTV. is dit een tijdelijke actie? dit is van belang om keuzes te maken voor de lange termijn. Continuiteit is belangrijk, ook in de tarieven!

We hebben dit beleid al sinds 2022 ingezet en voor de komende twee jaar gecontinueerd. Dit is naar onze mening geen tijdelijk beleid.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Het inkooppercentage van de NHC/NIC component blijft voor de jaren 2024, 2025 en 2026 100%. Desondanks komt er wel een korting van deze tarieven. We zien dat de bouw- en onderhoudskosten sterk gestegen zijn en daarnaast gaan huren omhoog. Ook wordt in zorginkoop document aangegeven dat investeringen in duurzaamheid verplicht zijn vanuit dezelfde kosten. Dit terwijl de NHC onvoldoende kostendekkend is voor de bouw- en onderhoud. Hoe verwacht het zorgkantoor dat wij hiermee invulling kunnen geven aan de opgave op het gebied van huisvesting, inclusief duurzaamheidsopdracht.

Voor de ZZP-prestaties VG3 en VG4 geldt geen tariefpercentage voor de NHC van 100% in 2024, 2025 en 2026. De bepaling van de hoogte van de NZa- maximumtarieven v.w.b. het onderdeel NHC/NIC component zijn niet de verantwoordelijkheid van het zorgkantoor. Het is aan de zorgaanbieder om te komen tot een dekkende exploitatie. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Korting NHC: probleem met afschrijving van investeringen. Bouwen op dit tarief sowieso onmogelijk; dit moet dus uit tarieven zorggelden zijn. Om huidige vastgoed op orde te houden zijn de tarieven al te laag. Er wordt gebouwd voor 40 jaar. Kunt u NHC niet aanpassen danwel korting in NvI publiceren? Indien NHC wordt verlaagd heeft dat effecten op passend verblijf. Bent u bereid hiervoor te compenseren? Is dit dan nog een reëel tarief? Hoe onderbouwt u dat een korting op NHC nog steeds leidt tot een reeel tarief voor vastgoed? Hoe verhoudt zich dat tot de investeringen die in het verleden zijn gedaan?

Voor alle zorgprofielen anders dan de VG3 en VG4 betalen wij 100% van de NHC-component. Op de zorgprofielen VG3 en VG4 beogen we een beweging in gang te zetten die bijdraagt aan extramuralisering. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

U verlaagt het NHC percentage voor de ZZP 3 en 4 naar 80%. Kunt u toelichten hoe u aan dit percentage bent gekomen.

Uitgangspunt is dat iedere cliënt passende zorg ontvangt die de cliënt redelijkerwijs mag verwachten binnen de Wlz aanspraak. Met deze maatregel stimuleren wij de beweging naar extramuralisering en verdelen wij het budget op een andere manier. We maken geld bij de lichtere vormen van zorg vrij om extramuralisering in de vorm van VPT, logeren en DTV met 100% te kunnen betalen en om oplossingen voor complexe zorg te stimuleren en te financieren. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Tijdsduur (tot 2026) om gewenste verhouding intra muraal en extramuraal te bewerkstellingen is kort. zeker gezien de personeelskrapte en keuzes die clienten de afgelopen jaren hebben gemaakt. Waar is deze 2 jaren op gebaseerd?

Wij hebben gekozen voor deze tijdsduur omdat de stimuleringsmaatregelen die wij afgelopen jaren hebben gehanteerd, zoals bijvoorbeeld een 100% VPT tarief niet tot voldoende resultaat hebben geleid. We moeten met ons inkoopbeleid echt een verandering teweeg brengen om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Wij begrijpen dat deze omslag ingewikkeld is en vraagt om creativiteit. Wij vragen van de zorgaanbieder om te zoeken naar oplossingen en daar waar er knelpunten ontstaan dit te signaleren bij uw zorginkoper. Wij trekken hier graag samen in op om hier landelijk aandacht voor te vragen. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Is met de korting van 20% op het NHC het tarief nog reeel (kostendekkend)? Is hier een onderbouwing van bekend?

Uitgangspunt is dat iedere cliënt passende zorg ontvangt die de cliënt redelijkerwijs mag verwachten binnen de Wlz aanspraak. De huisvesting moet betaalbaar zijn en de cliënt mag niet verplicht worden te verhuizen. Wij hebben met deze maatregel beoogd om met de lagere vergoeding voor lichtere zorg, die ook in een andere setting geboden zou kunnen worden, een bijdrage te leveren aan de bekostiging van duurdere, meer intensieve zorg. Hierbij verwachten wij van zorgaanbieders dat zij een bijdrage leveren aan passende oplossingen zoals, in gesprek met woningbouwcorporaties, gemeentes of investeerders. Eveneens kan het gesprek gevoerd worden met cliënten om de mogelijkheden te verkennen om de huidige woonvorm via een andere leveringsvorm te financieren. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

De NHC is landelijk al gekort en er liggen opgaven ivm de Green Deal. Vraag: Hoe zijn onderstaande extra kortingen onderbouwd? Wij verlagen het NHC percentage voor ZZP VG3 en VG 4 als onderdeel van het integraal tarief naar 80%. Wij stellen een norm vast voor de verhouding tussen intra- en extramurale zorg voor de VG3 en VG4 en stimuleren zorgaanbieders naar deze norm te bewegen. Evt Tarief in 2025 75% 2026 70%

Uitgangspunt is dat iedere cliënt passende zorg ontvangt die de cliënt redelijkerwijs mag verwachten binnen de Wlz aanspraak. De huisvesting moet betaalbaar zijn en de cliënt mag niet verplicht worden te verhuizen. Wij hebben met deze maatregel beoogd om met de lagere vergoeding voor lichtere zorg, die ook in een andere setting geboden zou kunnen worden, een bijdrage te leveren aan de bekostiging van duurdere, meer intensieve zorg. Hierbij verwachten wij van zorgaanbieders dat zij een bijdrage leveren aan passende oplossingen zoals, in gesprek met woningbouwcorporaties, gemeentes of investeerders. Eveneens kan het gesprek gevoerd worden met cliënten om de mogelijkheden te verkennen om de huidige woonvorm via een andere leveringsvorm te financieren. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Op basis van een eerste doorrekening van de voorgenomen bezuiniging op de NHC voor VG ZZP 3 en 4, blijkt op nu al op een van onze locaties, dat de NHC inkomsten er niet langer toereikend gaan zijn om de huurlasten te dekken. Hoe staat het zorgkantoor er tegenover dat zorggelden gedeeltelijk aangewend gaan worden om woonlasten te dekken?

Uitgangspunt is dat iedere cliënt passende zorg ontvangt die de cliënt redelijkerwijs mag verwachten binnen de Wlz aanspraak. Het is aan de zorgaanbieder om passende zorg te verlenen aan de cliënten die bij haar in zorg zijn. Heeft de gehanteerde tariefsystematiek een voor uw organisatie onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg, dan is er in uitzonderlijke gevallen de mogelijkheid voor individuele aanbieders om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

U schrijft dat u ervan uitgaat dat clienten met een zorgprofiel VG3-4 zorgverlening in de thuis situatie oftewel met een MPT/VPT mogelijk is en dat er alleen bij uitzonderingen zorg verzilverd kan worden in ZZP: A: Is er onderzoek voorhanden waarop dit is gebaseerd? B: Geldt dit ook voor bestaande cliënten? En wat als een client dit niet accepteert?

Uit eigen onderzoek op basis van gegevens waarover wij als zorgkantoor beschikken zien wij dat het merendeel van de cliënten met een zorgprofiel VG3 of VG4 reeds zonder verblijf verzilvert. Uiteraard hoeft dit niet voor álle cliënten met een VG3 en VG4 zorgprofiel te gelden. Het is belangrijk dat u de mogelijkheden met de cliënt (en vertegenwoordigers) onderzoekt en bespreekt. Eveneens zijn er in het land reeds vele mooie voorbeelden. Wij verwijzen u ook naar het handboek VPT zoals opgenomen op onze website. Een cliënt kan niet gedwongen worden een bepaalde leveringsvorm te accepteren.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Zorgkantoren kunnen middels maatwerkafsprakken individuele afspraken maken met zorgaanbieders over onder andere tariefpercentages. Staat u er voor open om maatwerkafspraken over onder andere de VG7 te maken?

U leest in de Nota van Inlichtingen dat het tariefpercentage voor de VG7 wordt aangepast voor de jaren 2023 en 2024. Maatwerkafspraken zijn alleen mogelijk voor cliëntgroepen waarvoor het moeilijk is tijdig een passende oplossing te vinden.Over de wijze waarop, de voorwaarden en wat wij van zorgaanbieders verwachten leest u in paragraaf 4.3. van ons inkoopdocument.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Kunt u aangeven welke sturingsmogelijkheden de aanbieder heeft voor VPT naast het “goede gesprek met de client” ?

U kunt in dit gesprek de voordelen van het zelfstandig wonen bespreken, zie hiervoor de handreikingen in het handboek VPT. U kunt het gesprek aangaan met woningbouwcorproaties, de mogelijkheid van samenwerking en sociale huur onderzoeken. U kunt kijken welke mogelijkheden er zijn om anders om te gaan met het vastgoed. Zoals onze visie beschrijft: De zorg moet echt anders worden ingericht om in de toekomst de cliënten de zorg te kunnen blijven bieden.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Betreft normstelling intramurale en extramurale zorg voor VG3/VG4 voor jaren 2025, 2026 met basisjaar t-1. Dit laat ruimte voor interpretatieverschillen. Wat is het peiljaar? Neemt het CZ zorgkantoor ook de huidige situatie daarin mee? Hoe bepaalt CZ zorgkantoor de populatie?

Peilmoment is september van jaar t-1. Dit betreft dan de declaratiegegevens tot en met juli van jaar t-1. De populatie wordt bepaald aan de hand van de cliënten die in zorg zijn met een toewijzing voor het zorgprofiel VG3 of VG4.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Kunt u aangeven welke theoretische en praktische onderbouwing u heeft voor de visie dat de ZZP 3 en 4 zich goed lenen om geextramuraliseerd te worden.

Over het algemeen zijn dit cliënten met een lichtere zorgvraag. Wanneer wij naar onze analyses kijken zien wij dat het merendeel van de cliënten met een zorgprofiel VG3 of VG4 haar zorg reeds zonder verblijf verzilverd. Uiteraard hoeft dit niet voor álle cliënten met een VG3 en VG4 zorgprofiel te gelden. Het is belangrijk dat u de mogelijkheden met de cliënt (en vertegenwoordigers) onderzoekt).

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

In de overige bepalingen bij 5.1.2b staat: Om knelpunten gedurende het jaar samen te kunnen oplossen of de levering van bijzondere zorg te stimuleren, kan CZ zorgkantoor waar nodig extra afspraken maken. In het kader van transparantie en redelijkheid, kan CZ zorgkantoor aangeven op basis van welke criteria zij besluit of het nodig is deze extra afspraken te maken? En wat wordt in dit kader bedoeld met 'de levering van bijzondere zorg'?

Op voorhand is niet altijd duidelijk welke knelpunten gedurende het jaar zich zullen manifesteren en vragen om een oplossing. Dit vraagt daarom ook om flexibiliteit en mogelijkheden voor maatwerk om voor ieder knelpunt een passende oplossing te kunnen voorzien. Hierdoor is het niet mogelijk om vooraf definitief criteria vast te stellen. Als wij in gesprekken met aanbieders horen van een bijzonder goed initiatief waarvoor geen reguliere oplossing bestaat, dan bespreken wij dat intern en kunnen besluiten deze zorg te financieren.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

In het regiobeeld CZ Zuid Hollandse Eilanden wordt op pagina 24 aan de hand van locatiebezoeken het beeld gegeven dat alleen op de items 'huisvesting sluit aan bij behoefte' en 'huiselijke omgeving' het aantal aandachtspunten groter zijn dan het aantal goede voorbeelden. Hoe verklaart u op gronds daarvan, dat u in uw inkoopbeleid juist op de huisvestingscomponent voor mensen met een VG ZZP 3 en 4 kort?

Onze beleidskeuze richt zich op het beeld dat wij van alle zorgaanbieders in onze zes zorgkantoorregio' s hebben en daarmee op de uitvoering van de Wlz zoals die ons voor ogen staat. Wij zien de financiering en inhoudelijke invulling van passende woonomgeving als twee separate zaken. Onze keuze de NHC/NIC component niet meer volledig als vergoeding aan te bieden, steunt op de gedachte dat bij deze vormen van zorg de mogelijkheden voor extramuralisering het grootst zijn.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

In de tabel bij hoofstuk 5.1.2.b. wordt aangegeven dat de verhouding tussen ZZP en VPT/MPT bij de cliënten met een VG 3+4 de basis gaat worden voor de tariefkorting van de NHC/NIC. Dit is wat ons betreft een verkeerde methode, aangezien extramurale zorg indien mogelijk via de WMO wordt gefinancierd. Aangezien het aantal WMO cliënten niet meetelt in de rekenmethode van CZ is het verhoudingsgetal daarmee niet correct. Zorginstellingen worden dus in feite gestraft als geëxtramuraliseerde cliënten onder de WMO financiering komen te vallen.

Ons inkoopbeleid heeft alleen betrekking op cliënten met een Wlz-indicatie. Hiervoor geldt dat de extramurale zorg middels een MPT of VPT uit het Wlz budget wordt gefinancierd.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

CZ beschrijft (inkoopdocument, p. 20) dat zij in gesprek wil gaan met zorgaanbieders met historisch lage kosten. Kunt u bevestigen dat voor verlaging van het tariefpercentage tweezijdige instemming (dus van het zorgkantoor en de zorgaanbieder) nodig is? Zo niet, waarom meent u dat een eenzijdige aanpassing door het zorgkantoor voldoende transparant en proportioneel is? 

Nee, voor verlaging van het percentage is uiteindelijk niet ook de instemming van de zorgaanbieder vereist. Bij voorkeur komen zorgkantoor en zorgaanbieder in gezamenlijkheid tot een passende verlaging van het tariefpercentage. Indien dit niet lukt zal het zorgkantoor onderbouwd eenzijdig een lager percentage vaststellen en een mede daarop gebaseerd tariefvoorstel doen .

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Een voorwaarde voor het verkrijgen van het richttariefpercentage van 95,7% is het leveren van een actieve bijdrage aan de regioplannen. Op pagina 20 worden de criteria hiervoor gespecificeerd. De zorginkoper zal beoordelen aan de hand van de antwoorden in de inschrijvingsverklaring of de zorgaanbieder hieraan voldoet. Wanneer dient de zorgaanbieder hieraan te voldoen en als dit op het moment van inschrijving nog niet volledig het geval is, bent u bereid om zorgaanbieders een termijn de gelegenheid te geven om hier wel aan te kunnen voldoen?

In de bestuursverklaring kunt u aangeven of u op het moment van inschrijving aan de voorwaarden voldoet of dat u de de rest van 2023 en 2024 gaat voldoen aan de voorwaarden.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Men stelt dat een lager richtprijstarief wordt gehanteerd wanneer men niet voldoet aan de gestelde voorwaarden (niet actief deelnemen aan regionaal overleg; werkgroepen of projecten) conform het zorginkoopdocument. Wanneer men in 2023/ 2024 wel actief wil gaan deelnemen aan de werkgroepen of projecten, bestaat de mogelijkheid dan tot het richtprijstarief van 95,7% te komen?

Ja, deze mogelijkheid bestaat. De zorginkoper van de betreffende regio beoordeelt de gegeven antwoorden in de inschrijvingsverklaring. Als er verschil van inzicht bestaat over de gegeven antwoorden, neemt de inkoper met de betreffende zorgaanbieder contact op voor nader overleg hierover.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

In de normering wordt gesproken over een verdeling tussen intra- en extramurale zorg. Onder de extramurale zorgvorm MPT vallen diverse prestatiecodes. Mag de zorgaanbieder er vanuit gaan dat alle prestatiecodes zoals beschreven in de beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven modulaire zorg hieronder vallen?

Ja, de zorgaanbieder mag daarvan uitgaan behoudens de overige uitgangspunten zoals genoemd in "hoofdstuk 5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026".

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

In paragraaf 5.1.2 stelt u dat de middelen die vrijkomen in het kader van extramuralisering worden grotendeels beschikbaar gesteld om de complexe zorg te financieren. Hierbij gaat u uit van uw sectorvisie 2024 dat als er meer klanten in een thuisomgeving worden geholpen de gemiddeld kosten per klant lager worden. Wij denken dat deze stelling op basis van gemiddelden onjuist is. Kunt u uw stelling met een financiele berekening onderbouwen?

Ja, dat kunnen wij.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Begrijpt aanbieder het goed dat aanbieder financieel gekort wordt op de NHC als een huidige woonachtige client met een ZZP 3 en 4 voor ZIN blijft kiezen?

Ja, dat begrijpt u goed.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Er wordt een korting voorgesteld op de NHC/NIC van 3VG/4VG met 20%. Dit komt bovenop de reeds door de Nza afgekondigde korting op de NHC met 8%. De oplopende bouwkosten en rentekosten maken het al zeer moeilijk voor aanbieders om betaalbare huisvesting te realiseren. Is het zorgkantoor zich bewust van deze forse financiële impact?

Ja wij zijn ons bewust van deze financiële impact.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Wat is de peildatum voor de norm voor de verhouding tussen intra- en extramurale zorg (22%)?

In paragraaf 5.1.2. b staat dat voor het bepalen van de verhouding tussen intra- en extramurale zorg op peildatum januari 2023 wordt gebaseerd. Om te bepalen of de zorgaanbieder aan deze norm voldoet hanteren we peildatum septemeber van jaar t -1. Dit betreft dan de declaratiesgegevens van januari tot en met juli van jaar t-1.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Beschouwd het zorgkantoor specialistische behandeling in het aanbod van de aanbieder ook als “aanvullend aanbod” of als “maatwerkoplossing”? Zo nee, wat zijn dan de criteria voor aanvullend aanbod en maatwerkoplossingen voor complexe zorg?

In paragraaf 4.3 leest u welke cliëntengroepen tot de complexe zorg behoren en wat wij van zorgaanbieders verwachten. Specialistische behandeling kan een maatwerkoplossing zijn, maar hoeft niet. Dat is afhankelijk van het knelpunt t.a.v. het zorgaanbod en de voorwaarden t.a.v. de cliëntgroepen. U kunt hierover met ons verder van gedachte wisselen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

De innovatieopdracht is groot. De extra druk op de tarieven maakt de noodzaak van innovatie nog groter. De transitiemiddelen zijn geen structurele oplossing en ze zijn op regionaal niveau uitgeput. Hoe worden we als aanbieder gefaciliteerd om innovatie op de lange termijn vorm te geven?

In het tarief is een component opgenomen voor innovatie. Innovatie dient gefinancierd te worden vanuit de reguliere inkomsten en dient op termijn geen kostenverhogend effect te hebben.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

CZ Zorgkantoor stelt een norm vast voor de verhouding tussen intra- en extramurale zorg voor de VG3 en VG4 en stimuleren zorgaanbieders naar deze norm van 22% te bewegen. Hoe is dit percentage tot stand gekomen en wat is de visie hierachter? Gezien de krapte op de woningmarkt en de hoge woonlasten; hoe zien jullie hier de haalbaarheid van?

In het inkoopdocument bij paragraaf 5.1.2.b bij het kopje "Wij stellen een norm vast voor de verhouding tussen intra- en extramurale zorg voor de VG3 en VG4 en stimuleren zorgaanbieders naar deze norm te bewegen" staat beschreven hoe wij deze norm hebben berekend. Onze visie steunt mede op het uitgangspunt dat de (organisatie van) langdurige zorg moeten veranderen om de zorg in de toekomst voor iedereen betaalbaar en toegankelijk te houden. Wij realiseren ons dat het geen makkelijk opdracht zal zijn gelet op de woningmarkt, maar niets doen is geen optie. Extramuraliseren is ook 1 van de 5 kanslijnen opgenomen in het landelijk akkoord van VGN en ZN.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Wij constateren dat het zorgkantoor geen duidelijkheid geeft over het tarief voor VG7. Naar onze mening is dat in strijd met het transparantiebeginsel. Wij behouden ons het recht voor om hierover in een later stadium nog vragen te stellen. Bent u het daarmee eens? Zo nee, waarom niet?

In de Nota van Inlichtingen dat het zorgkantoor eveneens op 30 juni publiceert leest u aanvullend beleid over het tariefpercentage VG7. Het is mogelijk daar vragen over te stellen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Waarom kiest CZ in tegenstelling tot een aantal andere zorgkantoren ervoor in haar inkoopbeleid alleen negatieve prikkels (afslagen) bij zorgaanbieders neer te leggen en geen positieve prikkels te gebruiken (opslagen voor goed presterende zorgaanbieders met betrekking tot uitvoering van de kanslijnen.)?

Ieder zorgkantoor heeft de ruimte om een eigen regionaal beleid te ontwikkelen. Ons inkoopbeleid kent ook positieve prikkels en is gericht op de 100% tarieven voor logeren, DTV en VPT en maatwerkoplossingen voor de complexe zorg. Wij kiezen niet voor een opslag voor de uitvoering van de kanslijnen, omdat dit afgesproken is in een landelijk akkoord. Iedere zorgaanbieder moet aan tenminste 2 kanslijnen uitvoering geven. Het is daarmee niet onderscheidend om dit te belonen met een opslag.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Tav ZZP VG 3 en 4 worden NHC/NIC op 80% gesteld. Wij vinden dit een forse korting die op een relatief korte termijn wordt ingevoerd, terwijl VPT trajecten niet makkelijk op korte termijn zijn te realiseren, mede ook omdat huisvesting lokaal vaak een bottleneck is. Waarom is niet gekozen voor een afbouwtraject richting 80%?

Zorgaanbieders krijgen een jaar extra tijd om de beweging naar de extramurale zorg voor de VG3 en VG4 te organiseren en te realiseren. Dit hebben wij besloten naar aanleiding van de vragen die zijn gesteld over ons beleid en de bezwaren dat wij te weinig tijd hebben gegeven om deze aanpassing uit te voeren. Meer informatie leest u in de Nota van Inlichtingen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Een actieve bijdrage, meer dan wij in het verleden deden, zorgt voor extra inzet van schaarse middelen. In hoeverre beïnvloedt de extra inzet die gevraagd wordt de doelmatigheid (en besparing op overhead) op een negatieve wijze? Is de actieve bijdrage van alle zorgaanbieders dan wel doelmatig voor alle zorgaanbieders in het licht van de arbeidsmarktproblematiek ook bij overheadpersoneel?

Hierbij geldt dat de doelstelling niet de actieve bijdrage is, maar oplossingen voor knelpunten. De actieve bijdrage van alle zorgaanbieders om te voorzien in een oplossing is hiertoe een middel. Bij het vaststellen van oplossingsrichtingen is doelmatigheid een belangrijk element om mee te nemen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Het tariefpercentage voor logeren, VPT en DTV is voor de jaren 2024 en 2025 100%. Looptijd van het contract is echter t/m 2026 waardoor het voor de zorgaanbieder niet op voorhand duidelijk is wat het tariefpercentage voor 2026 wordt. Met welke reden heeft het zorgkantoor dit voorbehoud gemaakt?

Het zorgkantoor heeft dit voorbehoud gemaakt, omdat wij het beleid dat we in het jaar 2022 hebben ingezet in 2025 willen evalueren.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Het tariefpercentage voor logeren, VPT en DTV is voor de jaren 2024 en 2025 100%. Looptijd van het contract is echter t/m 2026 waardoor het voor de zorgaanbieder niet op voorhand duidelijk is wat het tariefpercentage voor 2026 wordt. Is CZ bereidt ook voor 2026 het tariefpercentage vast te zetten op 100%? Indien het antwoord nee is wat is daarvoor de onderbouwing?

Het zorgkantoor heeft dit voorbehoud gemaakt, omdat wij het beleid dat we in het jaar 2022 hebben ingezet in 2025 willen evalueren.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

U geeft aan dat het richttariefpercentage voor GZ 95,7% is. Nu leveren wij als zorgaanbieder met regelmaat sectorvreemde zorg (V&V en GGZ) onder het GZ contract dat wij met u als zorgkantoor hebben afgesloten. Welk tariefspercentage gaat gelden bij sectorvreemde levering?

Het richttariefpercentage is van toepassing van de dominante sector waarvoor u de zorg levert.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Het richttarief is 95,7% en een lager tarief vanaf 93,7%. Is er een mogelijkheid om een tarief af te spreken tussen de 95,7% en en 93,7%. Zo niet, kunt u toelichten waarom niet.

Het is mogelijk om een tariefpercentage af te spreken tussen de 93,7 en 95,7%. Dit staat niet goed vermeld in het inkoopdocument. Wij passen de tekst aan. Die vindt u in de Nota van Inlichtingen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Kunt u er mee akkoord gaan dat bij het gesprek over historisch lagere kosten ook de jaarrekeningen van voor het jaar 2021 worden betrokken, zo niet, kunt u toelichten waarom niet?

Het inkoopdocument beschrijft: We betrekken hierbij de jaarrekening 2021 en zo mogelijk ook de jaarrekening van het jaar 2022 of een conceptjaarrekening van dat jaar.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Wij begrijpen en delen de transitiewens naar VPT/MPT en ambieren extramuralisering. Toch zien we dat cliënten kiezen voor ZZP, ondanks de voorkeur voor VPT/MPT, doordat zij de hoge woonlasten niet kunnen bekostigen. Is er beleid/visie hoe dit ondervangen kan worden? Als dit er niet is, hoe kan het dan financieel aantrekkelijk worden om toch voor VPT/MPT te kiezen?

Er zijn mogelijkheden voor huurtoeslag, zorgtoeslag en/of om energiezuiniger te bouwen. Zie hiervoor ook het handboek VPT op onze website. Daarnaast willen wij benadrukken dat het niet alleen om de betaalbaarheid gaat. Cliënten ervaren bij een VPT of MPT meer eigen regie en meer zelfstandigheid. Er zijn cliënten (en vertegenwoordigers) die het er voor over hebben om daarvoor meer te betalen. Dit mag echter niet verplicht worden.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Wij stimuleren de beweging naar meer zorg thuis en meer complexe zorg. Voor de cliënten met een zorgprofiel VG3 en VG4 gaan we ervanuit dat zorgverlening mogelijk is in een thuisomgeving ofwel met een VPT of MPT. Alleen bij uitzondering kan de zorg verzilverd worden in een ZZP.Ook met cliënten die al in zorg zijn en de zorg intramuraal verzilveren wordt het gesprek gevoerd. Voor clienten VG clienten met enkel een Wajong uitkering en geen spaargeld, is zelf de woonlasten betalen niet haalbaar. De Wajong uitkering zelf is immers maar 75% (of soms zelfs 70%) van het minimum loon. Vraag: Wordt hier rekening mee gehouden?

Er zijn mogelijkheden voor huurtoeslag, zorgtoeslag en/of om energiezuiniger te bouwen. Zie hiervoor ook het handboek VPT op onze website. Daarnaast willen wij benadrukken dat het niet alleen om de betaalbaarheid gaat. Cliënten ervaren bij een VPT of MPT meer eigen regie en meer zelfstandigheid. Er zijn cliënten (en vertegenwoordigers) die het er voor over hebben om daarvoor meer te betalen. Dit mag echter niet verplicht worden.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Wordt er voor de normering gekeken naar het totale zorgaanbod van de aanbieder in beide regio’s of wordt dit per regio bekeken?

Er wordt gekeken naar het totale zorgaanbod (per NZa-nummer)

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

clienten die een passend aanbod wordt gedaan in andere regio, tellen deze mee in de norm intra en extramuraal?

Er wordt enkel gekeken naar de cliënten binnen de regio's van CZ zorgkantoor op het peilmoment zoals omschreven in "Hoofdstuk 5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026".

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Wat is uw visie op de ongelijkheid die gaat ontstaan tussen clienten die in uw regio's wonen en mensen die in andere zorgkantoorregio's wonen?

Er is naar onze mening geen sprake van rechtsongelijkheid, omdat cliënten de vrijheid behouden om in overleg met de zorgaanbieder te kiezen voor de leveringsvorm en de inzet van de zorg die het beste past. Ook in de landelijke visie en in het landelijk akkoord VGN-ZN is opgenomen dat er een beweging gemaakt moet worden om de zorg te extramuraliseren. Die ambitie kan alleen verwerkelijkt worden met inachtneming van de wettelijke kaders.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

CZ hanteert voor alle ZZP VG3 en VG4 in 2024, 2025 en 2026 een korting op de NHC van tenminste 20%. Hiermee wil CZ stimuleren dat deze cliënten zorg krijgen via andere leveringsvormen dan verblijf. Met deze maatregel beperkt u de mogelijkheden om huisvesting te realiseren voor VG3 en VG4 clienten die voor verblijf kiezen. Naar onze mening is hierdoor sprake van rechtsongelijkheid tussen clienten met een VG3 of VG4 indicatie ten opzichte van clienten met een andere indicatie. Kunt u uitleggen waarom u voor deze rechtsongelijkheid kiest.

Er is naar onze mening geen sprake van rechtsongelijkheid, omdat cliënten de keuzevrijheid behouden om in overleg met de zorgaanbieder te kiezen voor de leveringsvorm en de inzet van de zorg die het beste past. Ook in de landelijke visie en in het landelijk akkoord VGN-ZN is opgenomen dat er een beweging gemaakt moet worden om de zorg te extramuraliseren. Wij zijn van mening dat de keuzevrijheid van de cliënt en de vergoeding aan de zorgaanbieder verschillende onderwerpen zijn.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Hoe kijkt CZ zorgkantoor naar de grote regionale verschillen tussen de verschillende zorgkantoren en diens individuele beleid? Bijvoorbeeld het kortingspercentage m.b.t. VG3 en VG4 voor het NHC/NIC component. Immers de verschillen per zorgkantoor (over regio's heen) die niet zijn gebaseerd op regionale verschillen zijn ongewenst. Het leidt namelijk tot ongelijke zorg voor cliënten met dezelfde zorgvraag.

Er is naar onze mening geen sprake van ongelijke zorg voor cliënten met dezelfde zorgvraag. Ook in de landelijke visie en in het landelijk akkoord VGN-ZN is opgenomen dat er een beweging gemaakt moet worden om de zorg te extramuraliseren.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Kunt u toelichten waarom de verschillende specifieke tariefpercentages uit de tabel op pagina 19 van het CZ Zorginkoopdocument als reëel zijn aan te merken?

Zoals wij ook voorgaande jaren hebben verduidelijkt en in ons beleid hebben verwoord, is de afslag reëel omdat nieuwe zorgaanbieders vaak niet de volledige breedte van zorg binnen een afgesproken prestatie leveren en/of omdat de zorgzwaartemix binnen het ZZP lager is dan gemiddeld en/of omdat zij een andere positie in het zorglandschap innemen. De afslag is ook reëel voor zorgaanbieders met historisch lagere kosten, en zorgaanbieders die geen actieve bijdrage leveren aan de regio. Het tariefpercentage van 100% voor DTV, logeren en VPT hanteren wij al 2 jaar als stimulans om zorgaanbieders meer te bewegen meer gebruik te maken van mogelijkheden zorg ambulant te verlenen.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Alle andere zorgkantoren geven t.a.v. de NHC aan dat “het niet opportuun om hierop differentiatiebeleid te voeren. Met het vooruitzicht van een NZa-korting en noodzakelijke investeringen in kwaliteit en duurzaamheid van de huisvesting handhaven wij de 100%-vergoeding van de NHC”. Kunt u toelichten waarom u afwijkt van de landelijke visie?

Er is geen landelijke visie over de NHC-NIC. Zorgkantoren hebben gezamenlijk een transparant tariefmodel opgesteld voor de onderbouwing van de tarieven. In het eigen inkoopbeleid werken de zorgkantoren de tariefsystematiek verder uit. Dat geeft ruimte voor maatwerk en differentiatie zodat kan worden gestuurd op het behalen van de in de inkoopvisie gestelde doelen en het realiseren van de gewenste beweging in de regio. Wij hebben ervoor gekozen om te korten op de NHC/NIC i.p.v. op het ZZP tarief om de gewenste bewegingen te stimuleren. Hierdoor blijft de zorgcomponent in tact. Voor deze twee doelgroepen zien wij de mogelijkheden om de zorg in een extramurale setting te bieden. Wij zien dit echter nog onvoldoende terug. Daarom hebben voor dit beleid gekozen om deze beweging te stimuleren.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Lager tariefpercentage (93,7%) voor aanbieders die geen actieve bijdrage leveren aan regioplannen: wat betekent dit voor aanbieders die landelijk wel groot zijn maar in specifieke regio relatief klein en derhalve in mindere mate een bijdrage (kunnen) leveren aan die specifieke regio? Wordt hierin een genuanceerde overweging gemaakt? Zo nee, waarom niet?

Doelstelling van de regionale bijdrage is oplossingen tot stand brengen voor knelpunten in de regio. Als redelijkerwijs verwacht mag worden dat een organisatie daar een bijdrage aan kan leveren en dat niet doet kan een afslag toegepast worden. De beoordeling vindt van geval tot geval plaats. Er vindt dus een genuanceerder beoordeling plaats.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Onze organisatie werkt in totaal in 5 verschillende regio’s met ieder eigen regio-inspanningen die binnen de hele organisatie moeten worden geïmplementeerd. Soms strijden deze ideeën van regio’s met elkaar of zijn het verschillende oplossingen voor hetzelfde probleem. Is het volgens u passend om een afslag van 2% toe te kennen als er op landelijk niveau inspanningen worden gedaan om de uitdagingen in de zorg op te lossen, maar geen actieve bijdrage wordt gedaan in één regio van CZ? (Bijv. via de inzet van transformatiemiddelen leveren wij ook een bijdrage aan de transformatie) Zo ja, dan maken wij hier bezwaar tegen.

Doelstelling van de regionale bijdrage is om bij voorkeur in samenwerking oplossingen te realiseren voor speerpunten in een CZ Zorgkantoorregio. Als een organisatie ervoor kiest hieraan niet mee te werken, passen wij een afslag toe.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Toezegging dat tarieven VPT/DTV/Logeren voor jaren 2024 en 2025 100% blijven. Hoe hard is die toezegging? 

Deze toezegging is hard, voor zover de contracteerruimte toereikend is en blijft.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

U verlaagt het NHC/NIC percentage voor ZZP VG 3 en VG 4 als onderdeel van het integraal tarief naar 80%. Ik neem aan dat de NHC/NIC vergoeding voor ZZp Vg1 en 2 100% blijft. Klopt deze aanname?

Deze aanname klopt.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Hoe borgen we als aanbieder dat de cliënt centraal blijft staan, als er zoveel financiële druk ligt op de extramuralisering?

De zorg aan de cliënt blijft centraal staan en moet los gezien worden van de financiële druk. Wat belangrijk is dat het gesprek met cliënt (en vertegenwoordigers) gevoerd wordt om de mogelijkheden te verkennen. Dat gebeurt naar onze mening nog te weinig.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Zorgkantoor geeft aan dat de "besparing" op het NHC/NIC component gebruikt wordt voor de financiering van de complexe doelgroep. Zorgaanbieder leest in het document niet terug welke concrete plannen het zorgkantoor hiervoor heeft. Kan het zorgkantoor aangeven hoe deze besparing wordt geherfinancierd?

De plannen kunnen worden ingediend door de zorgaanbieders. De voorwaarden hiervoor leest u in paragraaf 4.3 van ons inkoopdocument. Wij kunnen nog niet concreet aangeven hoe de besparing wordt ingezet. Dit is afhankelijk van de voorstellen die ingediend worden voor de maatwerkoplossingen voor de complexe zorg.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Er is sprake van een mogelijkheid maatwerk tariefsafspraak voor complexe zorg. Geldt dit ook voor ZG VIS 5 alsmede voor ZG AUD 3?

De maatwerkafspraak is gekoppeld aan cliëntgroepen waarvoor het moeilijk is de zorg (tijdig) op passende wijze in te vullen. In paragraaf 4.3. staat verder uitgewerkt voor welke cliënten dit kan gelden. Als dit ook voor de cliënten van de ZG VIS 5 en ZG AUD 3 van toepassing is dan kunt u voorstel voor een oplossing voor passende zorg indienen. Wat wij van zorgaanbieders verwachten leest u ook in paragraaf 4.3.

5.1 Tariefsystematiek 2024 tot en met 2026

Voor het bepalen van de VIS tarieven zijn er twee instellingen geweest die de basis hebben gevormd voor deze kostprijs. Er is dus geen sprake van een gemiddelde kostprijs gebaseerd op een groot aantal partijen met een bijbehorende spreiding. Waarom denkt u dat wij met een tariefsafslag op onze kostprijs kunnen werken?

De tariefsystematiek bestaat uit drie delen: 1. De landelijke richttariefpercentages, 2. zorgkantoor-specifiek beleid voor regionale aanpassingen en 3. de hardheidclausule. Met deze systematiek verwachten wij tot passende tarieven te komen. Uitgangspunt voor de tariefsystematiek zijn de maximum Nza tarieven. Wie het niet eens is met de NZa tarieven, zou zich tot de NZa moeten wenden

5.2 Bepaling van het volume en de omzet

als huurwoningen niet voorhanden zijn, kunnen woningen van een zorgaanbieder klaar gemaakt worden voor VPT. Dit betekent aanpassingen van de woning. hoe worden deze kosten verrekend? staat de verhuurder onder verhuur toe door de zorgaanbieder? wie bepaalt dit en wat betekend dit voor rechten en plichten en verantwoordelijkheden? er wordt een tijdspad van 2 jaar genoemd. is dit reeel en waar is dit op gebaseerd?

Dat is een mogelijkheid. De overige vragen kunnen niet beantwoord worden omdat dit afhankelijk is van de zorgaanbieder specifieke situaties. Wij raden u aan om hierover het gesprek aan te gaan met onder andere uw zorginkoper, andere zorgaanbieders, uw verhuurder en andere relevante stakeholders.

5.2 Bepaling van het volume en de omzet

Initieel wordt een volumegarantie afgegeven van 95%. Hierdoor wordt een risico van 5% gelopen over de gerealiseerde productie. Mocht ten tijde van de clickmomenten niet voldoende contracteerruimte beschikbaar zijn, mogen aanbieders dan een cliëntenstop instellen om te voorkomen dat het kader wordt overschreden?

Zorgkantoren hebben een zorgplicht. Zorgkantoren en zorgaanbieders zijn er samen verantwoordelijk voor dat de zorg voor hun cliënten ook in de toekomst goed, betaalbaar en toegankelijk blijft. Als dit zich voor zou doen, gaan we hierover in overleg met de zorgaanbieders.

5.2 Bepaling van het volume en de omzet

is er een regievoerder in de wachtlijst voor zwaardere ZZP's? is er een meldpunt waarbij je de verwachtte uitstroom van lichtere ZZP's (extramuralisering) kunt melden zodat de zwaardere ZZP clienten dezelfde dag kunnen instromen?

Er is nog geen regievoerder in de wachtlijst voor de zwaardere ZZP's anders dan de regionale Taskforce waar de zorgvragen besproken worden waarvoor het moeilijk is een oplossing te vinden. In de regio kan met andere zorgaanbieders uw voorstel besproken worden om verder uit te werken. Het zorgkantoor heeft medewerkers complexe casuïstiek waar u via het algemene telefoonnummer of het mailadres van de afdeling zorgadvies contact mee kan opnemen.

5.2 Bepaling van het volume en de omzet

Bij de initiële productieafspraak wordt 95% van het volume gehanteerd. In hoeverre kan het zorgkantoor garanderen dat de afspraak naar 100% wordt bijgesteld bij gelijkblijvende productie?

Dit kunnen wij niet garanderen. Dit is afhankelijk van de uitnutting van de contracteerruimte en de keuzes van cliënten. Afgelopen jaren hebben laten zien dat deze cliëntkeuze niet tot hele grote wijzigingen tussen zorgaanbieders heeft geleid en wij het 100% volume hebben gefinanceerd.

5.3 Contracteerruimte 2024

De voetnoot op blz. 25 ontbreekt. Waar wordt naar verwezen?

De voetnoot luidt: Dit beleid geldt niet voor de vg1 en de vg2, omdat zorg thuis voor deze leveringsvoren geen Wlz-aanspraak is. Destijds bij de transitie van de AWBZ naar de Wlz, konden cliënten met een Wlz indicatie voor deze twee zorgprofielen de keuze maken om de zorg intramuraal te verzilveren of de zorg in extramurale vorm in de Wmo te verzilveren.

5.3 Contracteerruimte 2024

In de Visie (pagina 32) staat over verduurzaming ‘We focussen op de verduurzamingsinitiatieven met de meeste impact; de top 3-5 uit de uitvoeringsplannen van de branches (ActiZ, VGN en de Nederlandse ggz).’ Met deze passage gaan wij ervanuit dat zorgkantoren niet op andere thema’s dan de top 3-5 gaan stimuleren en/of verplichten. Kunt u dat bevestigen? Zo nee, waarom wijkt u af van de visie van ZN?

We volgen de landelijke afspraken en hebben geen aanvullende eisen opgenomen over verduurzaming.

5.4 Betaalbare zorg

zorgaanbieder voert actief beleid om de hogere ZZP'en af te schalen naar lagere ZZP'en bijvoorbeeld van 6 naar 4. Realiseert u het dat de client hier mogelijk niet aan mee gaat werken als er een risico is voor (te) hoge woonlasten als er gekozen moet worden voor een VPT

Afschalen van zorg is niet alleen van een hoger naar een lager ZZP, maar kan ook betekenen naar een meer zelfstandige vorm van wonen en zorg. De mogelijkheden kunnen met de cliënt besproken worden. Betaalbaarheid is daarbij een aandachtspunt. Cliënten mogen echter niet worden gedwongen tot een VPT of tot een verplichte verhuizing.

5.4 Betaalbare zorg

CZ verwacht van aanbieders dat ze continu de afweging maken of een ZZP incl. of excl. behandeling nodig is en vooral voor de lage ZZP’s verwachten dat dit niet altijd nodig is. Waar is dit op gebaseerd? 

Niet iedere Wlz cliënt heeft structureel behandelzorg nodig. Als een cliënt tijdelijk Wlz behandeling nodig heeft, vinden wij een ZZP exclusief behandeling met de mogelijkheid om behandeling d.m.v. MPT te declareren volstaan. Het is aan de zorgaanbieders hier op verantwoorde wijze invulling aan te geven.

5.4 Betaalbare zorg

Hoe kijkt u aan tegen de afname van aard, inhoud en omvang van aanspraken voor onze cliënten als zorg wordt omgezet naar verblijf exclusief behandeling (denk aan beperkter recht op paramedische zorg en tandheelkundige zorg)? 

De aanspraken blijven gelijk. Als de behandeling tijdelijk van aard is, is omzetting van een ZZP inclusief behandeling naar exclusief behandeling geen probleem en kan de behandeling als MPT worden gedeclareerd. Voor tandheelkundige zorg geldt dat dit bij een ZZP exclusief behandling uit de Zvw wordt vergoed.

5.4 Betaalbare zorg

Hoe kunt u garanderen dat de huisartsenzorg (geneeskundige zorg van algemeen medische aard) geleverd wordt via de Zorgverzekeringswet bij doorvoeren omzetting ZZP exclusief behandeling?

Dit kunnen wij gelet op het huisartsentekort helaas niet garanderen. Hierover zullen indien nodig samenwerkingsafspraken over gemaakt moeten worden in de regio. Dit is nodig gelet op zowel het tekort aan AVG-artsten als aan huisartsen.

5.4 Betaalbare zorg

Hoe garandeert u dat clienten met een zzp exclusief behandeling een huisartseninschrijving krijgen en dat zij toegang krijgen tot de huisartsenpost? 

Dit kunnen wij gelet op het huisartsentekort helaas niet garanderen. Hierover zullen indien nodig samenwerkingsafspraken over gemaakt moeten worden in de regio. Dit is nodig gelet op zowel het tekort aan AVG artsten als aan huisartsen.

5.4 Betaalbare zorg

Is het zorgkantoor het met ons eens dat clienten met een ZZP 3 en 4 die in het verleden om voor hen moverende redenen voor ZIN hebben gekozen niet te korten op de NHC als de wens van de client ook na heroverweging de wens voor ZIN blijft

Wij zien de korting los van de individuele aanspraak van de cliënt. Het is een korting op het budget van de zorgaanbieder, waarmee wij de relatief lichtere zorg minder financieren en daarbij de zorgcomponent buiten beschouwing laten. Het is aan de zorgaanbieder passende maatregelen te nemen. Wij doen geen afbreuk aan de wettelijke aanspraak van de cliënt, maar vragen zorgaanbieders wel om in overleg met cliënten te bezien welke mogelijkheden er zijn, mede gelet op de doelmatgheid van de te verlenen zorg.

5.4 Betaalbare zorg

Hoe kijkt u aan tegen het in woningen door elkaar heen lopen van twee modellen van medische zorg en behandeling? Hoe kijkt u aan tegen de toename van (medicatie)risico's en administratieve lasten als op woningniveau twee modellen van behandeling door elkaar heen lopen?

Wij weten dat dit al voorkomt bij veel zorgaanbieders. Daarom is het belangrijk dat er landelijk een belsuit wordt genomen hoe om te gaan met de functie behandeling. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om op efficiënte wijze om te gaan met zowel het huisartsen als het AVG tekort en indien nodig daar goede regionale afspraken over te maken.

5.4 Betaalbare zorg

Wij krijgen steeds vaker te maken met huisartspraktijken die cliënten niet meer opnemen omdat ze vol zitten. Dit kan belemmerend zijn om VPT cliënten in zorg te nemen. Herkent het zorgkantoor deze beweging en hoe kan het zorgkantoor ondersteunend zijn?

Wij herkennen dit. Wij kunnen hierover intern contact opnemen met onze collega zorginkopers van de huisartsenzorg en samen daarover met de zorgaanbieders bij voorkeur in de regio en de betreffende huisartsenpraktijken in overleg gaan om te bezien of we een oplossing kunnen vinden. Indien nodig betrekken we daar ook andere zorgverzekeraars bij.

5.4 Betaalbare zorg

CZ kan een doelmatigheidsafslag maken door ZZP exclusief behandeling af te spreken en waar mogelijk de behandeling via MPT in te zetten. Hoe maakt CZ die afweging? 

Wij vragen aan de zorgaanbieders om deze afweging te maken. Niet iedere Wlz cliënt heeft structureel behandelzorg nodig. Als een cliënt tijdelijk Wlz behandeling nodig heeft, vinden wij een ZZP exclusief behandeling met de mogelijkheid om behandeling d.m.v. MPT te declareren volstaan. Sommige behandelvormen, zoals de huisarts en de tandarts zijn dan Zvw of AV aanspraken.

5.4 Betaalbare zorg

Wat valt volgens u onder de behandelcomponent binnen de zzp's inclusief behandeling?

Wij volgen hierin de definitie van de aanspraak behandeling die opgenomen is in de Wlz en te vinden is in de Wlz zorgkompas op de website van het Zorginstituut.

5.4 Betaalbare zorg

U schrijft: "Wij verwachten dat zorgaanbieders continu de afweging maken of een ZZP inclusief behandeling wel nodig is om passende zorg te bieden." Begrijpen wij het goed dat het zorgkantoor verwacht dat wij deze afweging ook voor bestaande cliënten periodiek herhalen? Het zzp inclusief behandeling is voor de cliënt qua aanspraak en vergoedingen voordeliger dan exclusief behandeling. Cliënten zullen daarom niet zomaar willen overgaan van zzp inclusief behandeling naar exclusief. De ervaring leert ons dat het zorgkantoor in dergelijke situaties snel partij kiest voor de cliënt. Kunnen zorgaanbieders rekenen op steun van het zorgkantoor wanneer een cliënt (tegen diens wil) van zzp inclusief behandeling overgaat naar zzp exclusief behandeling?

Wij vinden dat we gezamenlijk verantwoordelijk zijn om op efficiënte wijze met de inzet van artsen en behandelaren om te gaan, gelet op de tekorten die er zijn. Niet iedere Wlz-cliënt heeft structureel behandelzorg nodig. Als een cliënt tijdelijk Wlz-behandeling nodig heeft, vinden wij een ZZP exclusief behandeling met de mogelijkheid om behandeling d.m.v. MPT te declareren volstaan. Sommige behandelvormen, zoals de huisarts en de tandarts zijn dan Zvw of AV aanspraken. Voor andere behandelvormen zoals paramedische behandeling, moet een behandelplan zijn waar een AVG aan gekoppeld is om aanspraak te kunnen maken op Wlz-behandeling. De inzet van de huisarts/tandarts/fysio mogen niet de reden zijn om incl. BH te declareren. Het kan bijvoorbeeld een cliëntkeuze zijn om de eigen huisarts en/of tandarts te behouden.

5.4 Betaalbare zorg

U geeft aan dat CZ met zorgaanbieders bespreekt in welke mate de inkoop van zorg met behandeling noodzakelijk is en wil hierbij een doelmatigheidsslag maken door ZZP's exclusief behandeling af te spreken. In hoeverre is dit rechtmatig en welke acties zet CZ zelf uit naar clienten om dit door zorgaanbieders uit te kunnen voeren?

Wij nemen dit mee in onze gesprekken met cliëntenraden, cliënten, ervaringsdeskundigen en met onafhankelijke cliëntondersteuners.

5.4 Betaalbare zorg

“CZ bespreekt met zorgaanbieders in welke mate de inkoop van ‘zorg met behandeling’ noodzakelijk is”. Pergamijn is een instelling die als plek in de keten de zorg met behandeling aanbiedt. In hoeverre wordt rekening gehouden met de behandelexpertise die geboden wordt die andere aanbieders niet (kunnen) bieden?

Wij houden in het gesprek rekening met behandelexpertise die andere zorgaanbieders niet bieden.

5.4 Betaalbare zorg

Hoe wilt u over deze wijzigingen, de afname van aanspraken en potentieel hoger beroep op eigen risico en eigen betalingen gaan communiceren met cliënten die via uw zorgkantoor invulling geven aan hun zorgindicatie? 

Wij dragen in gesprekken met cliënten, cliëntenraden, ervaringsdeskundigen uit dat wij meer mogelijkheden zien dat cliënten zelfstandig kunnen wonen en eigen huur kunnen betalen. Wij realiseren ons dat dit niet voor alle cliënten weggelegd zal zijn, maar wel voor meer cliënten dan nu het geval is. Cliënten krijgen meer regie en vrijheid en sommige zijn bereid daar meer voor te betalen. Wij maken een publieksversie van ons inkoopbeleid waarin wij deze beweging naar meer zelfstandig wonen ook benoemen.

5.4 Betaalbare zorg

CZ zorgkantoor stelt: Vooral voor de lagere ZZP’s verwachten we dat dit niet altijd nodig is. We kunnen een doelmatigheidsslag maken door bijvoorbeeld een ZZP exclusief behandeling af te spreken en waar nodig de inzet van behandeling via extramurale prestaties in te zetten. Wordt hier gedoeld op behandeling extramuraal via de Wlz? Of ook op de behandeling die via de Zvw betaald kan worden.

Wij bedoelen hiermee dat de behandeling in de vorm van een MPT extramuraal ingezet kan worden t.l.v. de Wlz, tenzij dit binnen wet- en regelgeving niet mogelijk is, zoals bij bijvoorbeeld de mondzorg. Dat is bij een ZZP exclusief behandeling een aanspraak Zvw of aanvullende verzekering.

5.4 Betaalbare zorg

Er wordt veel gesproken over de inzet van MPT/VPT. Visio heeft bovenregionale functie en clienten komen uit groter deelgebied rondom de woonlocatie. Mogelijkheden van MPT/VPT zijn hierdoor beperkt/lastig organiseerbaar. Hoe kijkt het zorgkantoor hier naar qua inspanningsverplichting?

We kunnen ons voorstellen dat het voor zorgaanbieder met een bovenregionale functie moeilijker is om de zorg in MPT/VPT te organiseren. Wellicht zijn er in samenwerking met andere zorgaanbieders waarin bijvoorbeeld expertise wordt uitgewisseld toch mogelijkheden om een creatieve vorm te bedenken. Bespreek dit eens met andere zorgaanbieder. Ook wij denken graag met u mee.

5.4 Betaalbare zorg

Criteria. Wat is uw flankerend beleid om ZZP exclusief behandeling te regelen on te realiseren dat alle zorgvormen die uit behandeling worden betaald via zorgverzekering worden geregeld? bv huisartsinschrijvingen te regelen?

Indien er knelpunten ontstaan gaan we regionaal gezamenlijk de gesprekken aan met stakeholders. CZ zorgkantoor heeft onder andere direct contact met de zorgverzekeraars.

5.4 Betaalbare zorg

U wilt inzetten op inkoop van zzp's exclusief behandeling. Hoe ziet u dit voor zich? Betreft dit omzetten van bestaande locaties met zzp's inclusief behandeling of betreft dit verblijfsplekken op nieuw te openen woonlocaties?

Nee, dit dit betref niet het omzetten van bestaande locaties. Als de behandeling tijdelijk van aard is, is omzetting van een ZZP inclusief behandeling naar exclusief behandeling geen probleem en kan de behandeling als MPT worden gedeclareerd. Voor tandheelkundige zorg geldt dat dit bij een ZZP exclusief behandeling uit de Zvw of AV (aanvullende verzekering) wordt vergoed. Deze afweging kan bij zowel nieuwe als bestaande cliënten worden gemaakt.

5.4 Betaalbare Zorg

Is de contracteerruimte beperkt, dan geven wij bij de herschikking voorrang aan VPT ten opzichte van ZZP. Op welke termijn en op welke manier worden zorgaanbieders en clienten geinformeerd over een herschikking?

Zorgaanbieders ontvangen maandelijks een terugkoppeling met daarin opgenomen de realisatiecijfers en productieafspraken. In "Bijlage 1 Betalingen over 2024" treft u aan op welke wijze de productieafspraken worden bijgesteld en welk tijdspad hiervoor geldt.

5.6 Regionaal beleid Transitiemiddelen 2024 - 2026

plannen tbv transitiemiddelen dienen gemaakt te worden aan de regionale tafel;hoe begeleid zorgkantoor deze sessies zodat kleinere (specialistische) zorgorganisaties in deze niet buiten boord dreigen te vallen.

Dit is afhankelijk van de regionale samenwerkingsstructuren en noodzaak tot sturing of begeleiding vanuit het zorgkantoor. Dit verschilt per regio en wordt ingevuld op basis van de regionale inzichten de de zorginkoper van desbetreffende regio heeft.

5.6 Regionaal beleid Transitiemiddelen 2024 - 2026

Is al bekend welke regionale knelpunten er zijn per regio, zodat samen met andere aanbieders een aanvraag kan ingediend voor transitiemiddelen op basis van deze regionale knelpunten?

Deze knelpunten zijn in het regionale overleg van zorgaanbieders en zorgkantoor met elkaar geïnventariseerd en vastgesteld. Deze zijn terug te vinden in het regiobeeld op onze website.

5.6 Regionaal beleid Transitiemiddelen 2024 - 2026

De voetnoot op blz. 27 ontbreekt. Waar wordt naar verwezen?

De voetnoot luidt: Het gaat hier om de kwantitatieve continuïteit, waarbij de zorg op een verantwoorde wijze geleverd moet kunnen worden.

5.6 Regionaal beleid Transitiemiddelen 2024 - 2026

Hard- en softwarekosten, licentiekosten, afschrijvingskosten en werving- en selectiekosten komen niet in aanmerking voor Transitiemiddelen 2024-2026. Deze kosten komen juist voor bij de innovatie rondom de inzet van techniek en ICT in de zorg. In lijn met onze kanttekening t.a.v. het richttarief de vraag in hoeverre het zorgkantoor bereid is om deze kosten separaat te vergoeden om de inzet van ICT en technologie te stimuleren?

De transitiemiddelen zijn bedoeld om een transitie van de zorg te realiseren. Belangrijk hierbij is dat naar oplossingen wordt gezocht die structureel financierbaar zijn en dus ook beschikbaar kunnen blijven na het vervallen van de transitiemiddelen. Hierom is gekozen om deze middelen niet te financieren vanuit transitiemiddelen, maar om zorgaanbieders zelf deze kosten te laten financieren. Dit vergroot de kans op een positieve business case, financierbaarheid vanuit reguliere zorginkomsten en draagt bij aan het commitment van de zorgaanbieder bij het project.

Deel deze pagina: