7 Inschrijvingsprocedure 2024

Paragraaf

Vraag

Antwoord

7.2 Sectorale inschrijving

"Een zorgaanbieder kan slechts voor één sector inschrijven. Hij schrijft in voor de sector die hij op basis van zijn beleidsvisie als zijn kernactiviteit beschouwt." Op dit moment heeft zorganbieder een contract met CZ voor zowel de GZ als GGZ doelgroep en beiden worden beschouwd als de kernactiviteit. Klopt onze aanname dat we dan zelf mogen kiezen tussen GZ of GGZ? Klopt onze aanname dat het tariefpercentage van de gekozen sector geldt voor het gehele contract?

De zorgaanbieder mag inderdaad kiezen. Hierbij dient wel historie, zorgzwaarte, ZZP-mix en de verdeling van de aantallen cliënten over de sectoren meegenomen te worden. Wij willen benadrukken dat een overstap naar een andere sector een grotere impact heeft dan enkel het tarief. Denk hierbij ook aan regionale samenwerkingen, transitiemiddelen en inkoopeisen. De tariefsystematiek en het inkoopbeleid van de sector waarvoor is ingeschreven zijn geldend.

7.4 Voorbehouden, bezwaren en uitsluitingen

Een relevant onderdeel van het inkoopproces is het gesprek met de zorgaanbieder over het tarief. Welke bezwaarmogelijkheden heeft de aanbieder bij eventueel voor haar onwenselijke uitkomsten van het tariefpercentage

Dit leest u in het inkoopdocument in paragraaf 6.1 onder de tabel met het tijdpad en in paragraaf 7.4.

7.4 Voorbehouden, bezwaren en uitsluitingen

CZ stelt, in afwijking van de meeste andere zorgkantoren, een zeer korte termijn voor het aanhangig maken van een kort geding. Deze termijn acht zorgaanbieder disproportioneel. Zij kan immers niet eens de nota van inlichtingen afwachten, die mogelijk eventuele bezwaren kan wegnemen. Bezwaren die zij in dit stadium reeds heeft, dient zij immers conform uw inkoopbeleid op uiterlijk 20 juni 2023 aan de orde te stellen middels het aanhangig maken van een kort geding. Bent u bereid deze termijn aan te passen naar (minimaal) twintig kalenderdagen na publicatie van de Nota van Inlichtingen?

De rechtsmiddelclausule uit paragraaf 7.4 en de daarvan deel uitmakende vervaltermijn is gebaseerd op het rechtszekerheidsbeginsel. Bij de inkoopprocedure zijn de belangen van zorgaanbieders betrokken die aan de procedure deelnemen of overwegen dat te doen. Het is in aller belang dat degene, die bezwaren heeft tegen een document dat bekend gemaakt is in het kader van de inkoopprocedure, tegen dat document kan opkomen als hij meent in zijn belangen te zijn getroffen. Om die reden bestaat de mogelijkheid tegen ieder document op te komen door binnen 20 dagen na bekendmaking ervan een schriftelijk bezwaar in te dienen. Het gevolg daarvan is dat de vervaltermijn geen effect heeft. Een schriftelijk bezwaar moet gemotiveerd zijn en kan worden ingediend op de door CZ zorgkantoor aangegeven wijze. Een bezwaar schorst de inkoopprocedure niet en verandert de inkoopprocedure ook niet op de door de bezwaarmaker gewenste wijze. Als een partij meent een spoedeisend belang te hebben bij een ingreep in de inkoopprocedure, dan zal die partij een kort geding moeten aanspannen. Ook dat moet binnen 20 dagen na bekendmaking van een document. De vraag is vervolgens hoe om te gaan met besluiten die een toelichting bevatten op een eerder bekend gemaakt document of die een eerder besluit wijzigen. Dit speelt in ieder geval bij de inkoopdocumenten en de daarop volgende nota van inlichtingen en/of een nota van wijziging. Indien een partij zich niet kan verenigen met het zorginkoopdocument, dient daartegen binnen 20 dagen na bekendmaking schriftelijk bezwaar te worden gemaakt. Wie dat nalaat, verliest de mogelijkheid zijn grieven tegen het inkoopdocument aan de orde te stellen. Of er op dat moment reden is een kort geding aan te spannen, dient de betrokken partij te beoordelen aan de hand van de eis van spoedeisend belang. Als met de nota van inlichtingen niet tegemoetgekomen wordt aan de bezwaren, zal ook tegen de nota van inlichtingen bezwaar moeten worden gemaakt. Omdat met het bezwaar tegen het zorginkoopdocument de vervaltermijn niet in werking is getreden, kunnen in dat bezwaar ook de grieven tegen het zorginkoopdocument aan de orde worden gesteld. Als de betrokken partij een spoedeisend belang heeft, kan hij in kort geding opkomen tegen de nota van inlichtingen en ook in die procedure zijn grieven tegen het zorginkoopdocument betrekken en daarmee het zorginkoopdocument.

7.4 Voorbehouden, bezwaren en uitsluitingen

Zorgaanbieder acht het disproportioneel dat zij reeds voor publicatie van de nota van inlichtingen bezwaar moet indienen op straffe van verval van recht. Zij kent immers de beantwoording van haar vragen nog niet, terwijl deze antwoorden eventuele bezwaren ook kunnen wegnemen. Zorgaanbieder verzoekt u derhalve de bezwaartermijn te verlengen tot (ten minste) 20 kalenderdagen na publicatie van de (laatste) Nota van Inlichtingen, waarbij zorgaanbieder eerst de uitkomst van de bezwaarprocedure kan afwachten alvorens zij een kort geding aanhangig dient te maken. Indien u hiermee niet akkoord gaat, kunt u toelichten waarom niet?

De rechtsmiddelclausule uit paragraaf 7.4 en de daarvan deel uitmakende vervaltermijn is gebaseerd op het rechtszekerheidsbeginsel. Bij de inkoopprocedure zijn de belangen van zorgaanbieders betrokken die aan de procedure deelnemen of overwegen dat te doen. Het is in aller belang dat degene die bezwaren heeft tegen een document dat bekend gemaakt is in het kader van de inkoopprocedure, tegen dat document kan opkomen als hij meent in zijn belangen te zijn getroffen. Om die reden bestaat de mogelijkheid tegen ieder document op te komen door binnen 20 dagen na bekendmaking ervan een schriftelijk bezwaar in te dienen. Het gevolg daarvan is dat de vervaltermijn geen effect heeft. Een schriftelijk bezwaar moet gemotiveerd zijn en kan worden ingediend op de door CZ zorgkantoor aangegeven wijze. Een bezwaar schorst de inkoopprocedure niet en verandert de inkoopprocedure ook niet op de door de bezwaarmaker gewenste wijze. Als een partij meent een spoedeisend belang te hebben bij een ingreep in de inkoopprocedure, dan zal die partij een kort geding moeten aanspannen. Ook dat moet binnen 20 dagen na bekendmaking van een document. De vraag is vervolgens hoe om te gaan met besluiten die een toelichting bevatten op een eerder bekend gemaakt document of die een eerder besluit wijzigen. Dit speelt in ieder geval bij de inkoopdocumenten en de daarop volgende nota van inlichtingen en/of een nota van wijziging. Indien een partij zich niet kan verenigen met het zorginkoopdocument, dient daartegen binnen 20 dagen na bekendmaking schriftelijk bezwaar te worden gemaakt. Wie dat nalaat, verliest de mogelijkheid zijn grieven tegen het inkoopdocument aan de orde te stellen. Of er op dat moment reden is een kort geding aan te spannen, dient de betrokken partij te beoordelen aan de hand van de eis van spoedeisend belang. Als met de nota van inlichtingen niet tegemoetgekomen wordt aan de bezwaren, zal ook tegen de nota van inlichtingen bezwaar moeten worden gemaakt. Omdat met het bezwaar tegen het zorginkoopdocument de vervaltermijn niet in werking is getreden, kunnen in dat bezwaar ook de grieven tegen het zorginkoopdocument aan de orde worden gesteld. Als de betrokken partij een spoedeisend belang heeft, kan hij in kort geding opkomen tegen de nota van inlichtingen en ook in die procedure zijn grieven tegen het zorginkoopdocument betrekken en daarmee het zorginkoopdocument.

7.4 Voorbehouden, bezwaren en uitsluitingen

Waarom zou je een termijn van 20 dagen hanteren van na publicatie van het inkoopdocument ipv na de termijn voor de nota van inlichtingen zoals andere zorgkantoren? Dit brengt mogelijk onnodige bezwaren en procedures met zich mee?

De rechtsmiddelclausule uit paragraaf 7.4 en de daarvan deel uitmakende vervaltermijn is gebaseerd op het rechtszekerheidsbeginsel. Bij de inkoopprocedure zijn de belangen van zorgaanbieders betrokken die aan de procedure deelnemen of overwegen dat te doen. Het is in aller belang dat degene, die bezwaren heeft tegen een document dat bekend gemaakt is in het kader van de inkoopprocedure, tegen dat document kan opkomen als hij meent in zijn belangen te zijn getroffen. Om die reden bestaat de mogelijkheid tegen ieder document op te komen door binnen 20 dagen na bekendmaking ervan een schriftelijk bezwaar in te dienen. Het gevolg daarvan is dat de vervaltermijn geen effect heeft. Een schriftelijk bezwaar moet gemotiveerd zijn en kan worden ingediend op de door CZ zorgkantoor aangegeven wijze. Een bezwaar schorst de inkoopprocedure niet en verandert de inkoopprocedure ook niet op de door de bezwaarmaker gewenste wijze. Als een partij meent een spoedeisend belang te hebben bij een ingreep in de inkoopprocedure, dan zal die partij een kort geding moeten aanspannen. Ook dat moet binnen 20 dagen na bekendmaking van een document. De vraag is vervolgens hoe om te gaan met besluiten die een toelichting bevatten op een eerder bekend gemaakt document of die een eerder besluit wijzigen. Dit speelt in ieder geval bij de inkoopdocumenten en de daarop volgende nota van inlichtingen en/of een nota van wijziging. Indien een partij zich niet kan verenigen met het zorginkoopdocument, dient daartegen binnen 20 dagen na bekendmaking schriftelijk bezwaar te worden gemaakt. Wie dat nalaat, verliest de mogelijkheid zijn grieven tegen het inkoopdocument aan de orde te stellen. Of er op dat moment reden is een kort geding aan te spannen, dient de betrokken partij te beoordelen aan de hand van de eis van spoedeisend belang. Als met de nota van inlichtingen niet tegemoetgekomen wordt aan de bezwaren, zal ook tegen de nota van inlichtingen bezwaar moeten worden gemaakt. Omdat met het bezwaar tegen het zorginkoopdocument de vervaltermijn niet in werking is getreden, kunnen in dat bezwaar ook de grieven tegen het zorginkoopdocument aan de orde worden gesteld. Als de betrokken partij een spoedeisend belang heeft, kan hij in kort geding opkomen tegen de nota van inlichtingen en ook in die procedure zijn grieven tegen het zorginkoopdocument betrekken en daarmee het zorginkoopdocument.

7.4 Voorbehouden, bezwaren en uitsluitingen

Wij achten het niet juist dat wij reeds voor publicatie van de nota van inlichtingen bezwaar moeten indienen op straffe van verval van recht. Wij kennen immers de beantwoording van onze vragen nog niet, terwijl deze antwoorden eventuele bezwaren ook kunnen wegnemen. Wij verzoeken u derhalve de bezwaartermijn te verlengen tot (ten minste) 20 kalenderdagen na publicatie van de (laatste) Nota van Inlichtingen, waarbij wij eerst de uitkomst van de bezwaarprocedure kunnen afwachten alvorens wij een eventueel kort geding aanhangig dienen te maken. Indien u hiermee niet akkoord gaat, kunt u toelichten waarom niet?

Het staat een aanbieder vrij om alleen bezwaar te maken tegen de onderdelen waar hij het niet mee eens is en vervolgens alsnog tegen onze beslissing op die bezwaren (eventueel in een kort geding) op te komen (uiteraard met in achtneming van de daarvoor geldende procedure omtrent bezwaren en vervaltermijnen uit het inkoopbeleid).

7.4 Voorbehouden, bezwaren en uitsluitingen

Verlenging bezwaartermijn wordt noodzakelijk geacht. Omdat het huidige bezwaartermijn zodanig is dat tarieven nog niet bekend zijn en nota van inlichtingen nog niet is gepubliceerd voordat bezwaar (en kort geding) moet worden gevoerd.

De rechtsmiddelclausule uit paragraaf 7.4 en de daarvan deel uitmakende vervaltermijn is gebaseerd op het rechtszekerheidsbeginsel. Bij de inkoopprocedure zijn de belangen van zorgaanbieders betrokken die aan de procedure deelnemen of overwegen dat te doen. Het is in aller belang dat degene, die bezwaren heeft tegen een document dat bekend gemaakt is in het kader van de inkoopprocedure, tegen dat document kan opkomen als hij meent in zijn belangen te zijn getroffen. Om die reden bestaat de mogelijkheid tegen ieder document op te komen door binnen 20 dagen na bekendmaking ervan een schriftelijk bezwaar in te dienen. Het gevolg daarvan is dat de vervaltermijn geen effect heeft. Een schriftelijk bezwaar moet gemotiveerd zijn en kan worden ingediend op de door CZ zorgkantoor aangegeven wijze. Een bezwaar schorst de inkoopprocedure niet en verandert de inkoopprocedure ook niet op de door de bezwaarmaker gewenste wijze. Als een partij meent een spoedeisend belang te hebben bij een ingreep in de inkoopprocedure, dan zal die partij een kort geding moeten aanspannen. Ook dat moet binnen 20 dagen na bekendmaking van een document. De vraag is vervolgens hoe om te gaan met besluiten die een toelichting bevatten op een eerder bekend gemaakt document of die een eerder besluit wijzigen. Dit speelt in ieder geval bij de inkoopdocumenten en de daarop volgende nota van inlichtingen en/of een nota van wijziging. Indien een partij zich niet kan verenigen met het zorginkoopdocument, dient daartegen binnen 20 dagen na bekendmaking schriftelijk bezwaar te worden gemaakt. Wie dat nalaat, verliest de mogelijkheid zijn grieven tegen het inkoopdocument aan de orde te stellen. Of er op dat moment reden is een kort geding aan te spannen, dient de betrokken partij te beoordelen aan de hand van de eis van spoedeisend belang. Als met de nota van inlichtingen niet tegemoetgekomen wordt aan de bezwaren, zal ook tegen de nota van inlichtingen bezwaar moeten worden gemaakt. Omdat met het bezwaar tegen het zorginkoopdocument de vervaltermijn niet in werking is getreden, kunnen in dat bezwaar ook de grieven tegen het zorginkoopdocument aan de orde worden gesteld. Als de betrokken partij een spoedeisend belang heeft, kan hij in kort geding opkomen tegen de nota van inlichtingen en ook in die procedure zijn grieven tegen het zorginkoopdocument betrekken en daarmee het zorginkoopdocument.

Deel deze pagina: